ECLI:NL:PHR:2025:159

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
4 februari 2025
Publicatiedatum
3 februari 2025
Zaaknummer
23/01629
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen ongegrondverklaring beslag op 3-MMC goederen

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep dat is ingesteld door de klaagster tegen de ongegrondverklaring van haar klaagschrift door de rechtbank Oost-Brabant. De rechtbank had op 17 maart 2023 besloten dat het beslag op een partij goederen, die 3-MMC bevatten, niet opgeheven zou worden. De goederen waren op 15 september 2021 in beslag genomen, en de klaagster verzocht om teruggave. De procureur-generaal, P.M. Frielink, concludeert dat de klaagster niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar cassatieberoep. Dit advies is gebaseerd op de samenhang met een andere zaak (23/01638), waarin de rechtbank de vordering tot onttrekking aan het verkeer van dezelfde goederen heeft toegewezen. De A-G stelt dat de ongegrondverklaring van het klaagschrift onvoldoende gemotiveerd is, maar dat de uitkomst van de samenhangende zaak invloed heeft op de ontvankelijkheid van de klaagster in haar cassatie. De A-G adviseert de Hoge Raad om de klaagster niet-ontvankelijk te verklaren, omdat zij geen belang meer heeft bij het cassatieberoep. De conclusie van de A-G is dat er geen gronden zijn voor vernietiging van de bestreden beschikking, en dat de klaagster in haar cassatieberoep niet-ontvankelijk moet worden verklaard.

Conclusie

PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer23/01629 B
Zitting4 februari 2025
CONCLUSIE
P.M. Frielink
In de zaak
[klaagster],
gevestigd te [plaats],
hierna: de klaagster

1.Het cassatieberoep

1.1
De rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch, heeft bij beschikking van 17 maart 2023 het op grond van art. 552a Sv ingediende klaagschrift van de klaagster, strekkende tot opheffing van het beslag en teruggave aan de klaagster van een op 15 september 2021 in beslag genomen partij goederen met de omschrijving “344 kg bruto Fragrances” bevattende het middel 3-MMC, ongegrond verklaard.
1.2
Er bestaat samenhang met de zaak 23/01638. In die zaak concludeer ik vandaag ook.
1.3
Het cassatieberoep is op 24 maart 2023 ingesteld namens de klaagster. K. Canatan, advocaat te Amsterdam, heeft één middel van cassatie voorgesteld. In het middel wordt opgekomen tegen (de motivering van) de ongegrondverklaring van het klaagschrift.
1.4
Deze conclusie leidt tot de slotsom dat de klaagster niet-ontvankelijk wordt verklaard in cassatie.

2.Het middel

2.1
In het middel wordt geklaagd dat “de ongegrondverklaring ontoereikend is gemotiveerd, omdat de beschikking niets inhoudt waaruit kan worden afgeleid dat de in beslag genomen goederen in verband staan tot een begaan strafbaar feit waardoor niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van het voorwerp zal bevelen.”
2.2
In de samenhangende zaak van de klaagster onder nummer 23/01638, in welke zaak de rechtbank de vordering van de officier van justitie als bedoeld in art. 552f Sv strekkende tot onttrekking aan het verkeer van de onder randnr. 1.1 genoemde goederen heeft toegewezen, heb ik vandaag geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. Indien de Hoge Raad mij daarin volgt, heeft het vorenstaande tot gevolg dat op het klaagschrift van de klaagster, waarin zij teruggave verzoekt van de goederen die de rechtbank aan het verkeer heeft onttrokken, geen andere beslissing zal kunnen volgen dan ongegrondverklaring van het beklag. In dat geval heeft de klaagster geen belang (meer) bij haar cassatieberoep tegen de beschikking op haar klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv en dient zij daarin niet-ontvankelijk te worden verklaard.

3.Slotsom

3.1
Het middel behoeft geen bespreking.
3.2
Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden beschikking aanleiding behoren te geven.
3.3
Deze conclusie strekt ertoe dat de klaagster niet-ontvankelijk wordt verklaard in het cassatieberoep.
De procureur-generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
A-G