ECLI:NL:PHR:2025:1373

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
16 december 2025
Publicatiedatum
14 december 2025
Zaaknummer
25/00657
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rolconclusie A-G over schorsing van de behandeling van het cassatieberoep in verband met hoger beroep

In deze zaak gaat het om een rolconclusie van de procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden, P.M. Frielink, met betrekking tot de schorsing van de behandeling van een cassatieberoep. De verdachte was eerder vrijgesproken door de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, op 11 oktober 2024, van het voorhanden hebben van onveraccijnsde rooktabak. De rechtbank verklaarde daarbij de op de beslaglijst vermelde tabak en gereedschappen onttrokken aan het verkeer. Tegen deze vrijspraak heeft de officier van justitie op 24 oktober 2024 hoger beroep ingesteld, terwijl de verdachte op 25 oktober 2024 cassatie heeft aangetekend. Gezien de gelijktijdige aanhangigheid van het cassatieberoep van de verdachte en het hoger beroep van het openbaar ministerie, is artikel 427 lid 4 van het Wetboek van Strafvordering van toepassing. Dit artikel bepaalt dat de rechtsgevolgen van het cassatieberoep zijn geschorst door het hoger beroep. De rolconclusie van de procureur-generaal strekt er dan ook toe om de behandeling van het cassatieberoep te schorsen. De beslissing tot schorsing kan door de enkelvoudige kamer van de Hoge Raad worden genomen, zoals ook is aangegeven in artikel 438 van het Wetboek van Strafvordering. De rolconclusie is een belangrijke stap in de procedure, aangezien het de voortgang van het cassatieberoep beïnvloedt en de rechtsgang in deze zaak verder vormgeeft.

Conclusie

PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer25/00657
Zitting16 december 2025
ROLCONCLUSIE
P.M. Frielink
In de zaak
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967,
hierna: de verdachte

1.Het cassatieberoep

1.1
De rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, heeft bij vonnis van 11 oktober 2024 de verdachte vrijgesproken van – kort gezegd – het voorhanden hebben van onveraccijnsde rooktabak. Daarbij heeft de rechtbank de op de beslaglijst onder de nummers 1 en 4 vermelde dozen tabak en de onder de nummers 9 en 10 vermelde gereedschappen onttrokken aan het verkeer verklaard.
1.2
Tegen dit vonnis van de rechtbank staat voor de verdachte ten aanzien van de onttrekking aan het verkeer beroep in cassatie open. [1] L.C. de Lange, advocaat te Utrecht, heeft op 25 oktober 2024 namens de verdachte beroep in cassatie ingesteld.

2.Hoger beroep

2.1
Tegen het vrijsprekend vonnis van de rechtbank staat voor het openbaar ministerie hoger beroep open. De officier van justitie heeft op 24 oktober 2024 hoger beroep ingesteld.

3.Schorsing van de behandeling van het cassatieberoep

3.1
In deze situatie – waarin gelijktijdig een cassatieberoep van de verdachte en een hoger beroep van het openbaar ministerie tegen hetzelfde vonnis van de rechtbank aanhangig zijn – is art. 427 lid 4 Sv van toepassing. Dat betekent dat door het hoger beroep de rechtsgevolgen van het cassatieberoep zijn geschorst. Hierbij past dat ook de behandeling van het cassatieberoep wordt geschorst.
3.2
De beslissing tot schorsing van de behandeling van het cassatieberoep kan gelet op art. 438 Sv door de enkelvoudige kamer van de Hoge Raad worden genomen (art. 438 Sv). [2]

4.Slotsom

5. Deze rolconclusie strekt tot schorsing van de behandeling van het cassatieberoep.
De procureur-generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
A-G

Voetnoten

1.Vgl. HR 14 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM9420.
2.Vgl. HR 22 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:610.