ECLI:NL:PHR:2024:1425

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
26 november 2024
Publicatiedatum
30 januari 2025
Zaaknummer
23/02484
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging niet-ontvankelijkverklaring verdachte in hoger beroep wegens indienen appelschriftuur

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 november 2024 een conclusie getrokken over de ontvankelijkheid van de verdachte in zijn hoger beroep. De verdachte, geboren in 1976, was eerder veroordeeld door een politierechter op 17 januari 2023 tot een taakstraf van 50 uur wegens schuldheling en oplichting van een fiets, gepleegd op 4 november 2020. De verdediging had echter een appelschriftuur ingediend, maar het gerechtshof Amsterdam verklaarde de verdachte niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep, omdat er geen schriftuur met grieven was ingediend en er geen mondelinge bezwaren waren opgegeven. Dit leidde tot een cassatieberoep, waarbij de advocaat van de verdachte, mr. M.A.M. Pijnenburg, één middel van cassatie voorstelde tegen de niet-ontvankelijkverklaring door het hof. De Hoge Raad concludeerde dat het hof ten onrechte had geoordeeld dat de verdediging geen appelschriftuur had ingediend. De conclusie van de procureur-generaal strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Amsterdam voor herbehandeling. De zaak benadrukt het belang van het indienen van de juiste processtukken en de gevolgen van een onterechte niet-ontvankelijkverklaring voor de verdachte.

Conclusie

PROCUREUR-GENERAAL

BIJ DE

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

Nummer23/02484
Zitting26 november 2024

CONCLUSIE

D.J.M.W. Paridaens
In de zaak
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976,
hierna: de verdachte.
Het gerechtshof Amsterdam heeft bij arrest van 20 juni 2023 de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep.
Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte en mr. M.A.M. Pijnenburg, advocaat in Amsterdam, heeft één middel van cassatie voorgesteld.
Het middel komt op tegen de niet-ontvankelijkverklaring door het hof van de verdachte in zijn hoger beroep.
Het bestreden arrest houdt het volgende in:

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Ook overigens is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak. Om die reden wordt de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.”
5. Aan de namens de verdachte ingediende cassatieschriftuur zijn onder meer mailwisselingen gehecht tussen mr. Pijnenburg en de strafgriffie van het gerechtshof Amsterdam. Deze mailwisselingen houden – voor zover hier van belang – het volgende in:
(i) een e-mail van maandag 19 juni 2023 om 22:23:50 uur van mr. Pijnenburg aan de strafgriffie van het gerechtshof Amsterdam:
“Grieven tegen vonnis.
Appellant is veroordeeld door een politierechter op 17 januari 2023. Tot een taakstraf van 50 uur. Dit in verband met schuldheling en oplichting van een fiets gepleegd op 4 november 2020.
Appellant kan zich niet verenigen met de inhoud van het vonnis en heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. De verdediging beschikt niet over de bewijsmiddelen. Appellant heeft de fiets te goeder trouw gekocht voor € 500 van iemand van de sportschool, en het enkele gegeven dat hij de personalia van de verkoper niet kan aanleveren, is onvoldoende bewijs, dat hij zelf heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit.
Het gegeven dat de fiets beschikte over een originele sleutel, en geen kenmerken van diefstal vertoonde, zoals een onjuist framenummer, is indicatief voor de goede trouw aan de zijde van appellant.
Tevens speelt de onderzoeksplicht aan de zijde van koper een rol. Het is algemeen bekend dat gestolen goederen op stop heling.nl kunnen worden nagetrokken, hetgeen koper niet heeft gedaan.. Hiernaast gold dat appellant de fiets heeft verkocht vanuit een aan hem te traceren locatie.
In het dossier bevinden zich geen andere feiten en omstandigheden die hem aan enig misdrijf linken.
De veroordeling van appellant vond plaats na een geslaagde artikel 12 procedure. Dit neemt niet weg dat de veroordeling van de politierechter ten onrechte is geweest, welke veroordeling appellant in hoger beroep wenst aan te vechten.
In hoger beroep wenst appellant aangever [aangever] als getuige te doen horen.. Het verhoor zal zich toespitsen over de wijze waarop de koper tot stand is gekomen, en de mededelingen die hierbij door zowel aangever, als appellant zijn gedaan.
Raadsman
Maarten Pijnenburg.
Met vriendelijke groet,
Maarten Pijnenburg
Advocaat”
(ii) een e-mail van de strafgriffie van het gerechtshof Amsterdam aan mr. Pijnenburg van dinsdag 20 juni 2023 om 7:43 uur:
“Geachte advocaat,
Ik tref genoemde nummer niet in ons systeem, mag ik van u de juiste gegevens ontvangen?
[betrokkene 1]
Senior medewerker strafgriffie
Strafsector | Gerechtshof Amsterdam

T 088-361 111312

F 088-361 10035

Administratie.straf.hof.amsterdam@rechtspraak.nl”
(iii) een e-mail van de strafgriffie van het gerechtshof Amsterdam aan mr. Pijnenburg van dinsdag 20 juni 2023 om 12:34 uur:
“Geachte mr. Pijnenburg,
namens het hof bericht ik u dat de voorzitter van de rolzitting van vandaag de zaak met 2e lijn nummer 23-000609-23 inzake [verdachte] zojuist Niet-ontvankelijk heeft verklaard. De Benadeelde partij was bij de uitspraak aanwezig.
In afwachting op uw reactie, heeft de griffie
op naamin ons systeem gezocht en gevonden en direct het hof uw mail voorgelegd, echter de zaak was al afgedaan. Het 1e lijn parketnummer blijft onbekend in ons systeem om onverklaarbare redenen .
Verdachte zal cassatie moeten instellen.
Hoogachtend ,
[betrokkene 1]
Senior medewerker strafgriffie
Strafsector | Gerechtshof Amsterdam

T 088-361 111312

F 088-361 10035

Administratie.straf.hof.amsterdam@rechtspraak.nl”
6. Bij de aan de Hoge Raad toegezonden stukken bevindt zich verder correspondentie van de griffier van het gerechtshof Amsterdam gedateerd 4 juli 2023 en blijkens de datumstempel op de correspondentie ter griffie van de Hoge Raad ingekomen op 18 juli 2023:
“Edelhoogachtbare Vrouwe/Heer,
Op 20 juni 2023 heeft het gerechtshof Amsterdam arrest (aantekening mondeling arrest) gewezen (VERSTEK) in de zaak van de verdachte [verdachte] (parketnummer:23- 000609-23)
Blijkens de akte rechtsmiddel heeft de raadsman van verdachte, namens de verdachte voornoemd op 27 juni 2023 verklaard beroep in cassatie in te stellen tegen voormeld arrest van 20 juni 2023.
De verdachte is niet- ontvankelijk verklaard door het gerechtshof Amsterdam, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Stafvordering.
Na de zitting is het het hof gebleken dat de verdediging wel degelijk een appelschriftuur had ingediend, zodat het hof de verdachte ten onrechte niet ontvankelijk heeft verklaard in zijn hoger beroep.
Hoogachtend,
[betrokkene 2] ,
griffier,
Gerechtshof Amsterdam”
7. Gelet op het voorgaande heeft het hof de verdachte ten onrechte op de voet van artikel 416 lid 2 Sv niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep.
8. Het middel slaagt.
9. Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
De procureur-generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden

AG