Conclusie
Nummer23/03763
Het cassatieberoep
“medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd”, 2.
“medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod”,3.
“opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod en medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod”en 4.
“opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod”, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zestien maanden, met aftrek van voorarrest. Daarnaast had de rechtbank de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de straf die eerder was opgelegd in de zaak met parketnummer 03/098980-15, afgewezen.
Het middel
De strafmotivering
Het beoordelingskader
De bespreking van het middel
“door het vonnis kaal te bevestigen”, in zijn strafmotivering aan de voorgestelde afdoeningsmodaliteit
“niet kenbaar aandacht heeft besteed”en zodoende heeft verzuimd om te responderen op dit standpunt (hetgeen aanleiding geeft tot nietigheid van het arrest).
“een goed netwerk”, een partner, werk en een eigen huurwoning. Ten overstaan van het hof heeft de verdachte zelf verklaard dat het niet alleen voor zijn partner erg ingrijpend zou zijn, maar dat het ook voor zijn werk en huurwoning
“geen goede zaak”is als hij een vrijheidsbenemende straf krijgt opgelegd. De verdediging heeft het hof verzocht om de strafmodaliteit te wijzigen en in plaats van een gevangenisstraf een taakstraf (gecombineerd met een voorwaardelijke gevangenisstraf) op te leggen, temeer nu een taakstraf door de verdachte – wegens zijn fulltime baan – reeds als een zware straf zal worden ervaren.
“uit het reclasseringsadvies van 30 oktober 2019 volgt dat de verdachte na een jarenlange drugsverslaving inmiddels clean is, afstand heeft genomen van het drugsmilieu en met zijn gezin een nieuwe start heeft gemaakt”, had het hof de strafoplegging m.i. nader moeten motiveren. Het middel klaagt daarover terecht.