Conclusie
Nummer23/03765
Het cassatieberoep
“medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd”,3.
“opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod”,6.
“medeplegen van witwassen”, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zestien maanden, met aftrek van voorarrest. Daarnaast had de rechtbank de vordering van de officier van justitie, strekkende tot tenuitvoerlegging van de straf die eerder is opgelegd in de zaak met parketnummer 03-721057-14, afgewezen.
Het middel
De strafmotivering
Het beoordelingskader
De bespreking van het middel
“niet kenbaar aandacht heeft besteed” en zodoende heeft verzuimd om te responderen op dit standpunt (hetgeen aanleiding geeft tot nietigheid van het arrest).
“een ramp”is voor zijn leven en voor dat van zijn kind als hij zestien maanden gevangenisstraf krijgt. De verdediging heeft het hof verzocht om de strafmodaliteit te wijzigen en in plaats van een vrijheidsbenemende straf een taakstraf (gecombineerd met een voorwaardelijke gevangenisstraf) op te leggen, temeer nu een taakstraf door de verdachte – wegens zijn arbeidsongeschiktheid – reeds als een zware straf zal worden ervaren.
“radicaal heeft omgegooid”, kunnen naar het mij voorkomt niet als zodanige argumenten worden gezien. Nu m.i. niet kan worden gezegd dat het aangevoerde bezwaarlijk anders kan worden gezien dan als een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt, mist de klacht dat het hof heeft verzuimd te responderen op een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt – in zoverre – feitelijke grondslag.