Conclusie
1.Inleiding
“De opslag op het EURIBOR-tarief wordt éénmaal per jaar door de kredietgever herzien. Indien de opslag wijzigt, wordt u daarover (ongeveer 2 weken van tevoren) ingelicht.”[eiseressen] zijn onder protest akkoord gegaan met de verhogingen van de opslag op de Euriborrente die ING vanaf 2013 heeft doorgevoerd. Eind 2019 is de bancaire relatie tussen partijen beëindigd.
2.Feiten
3.Procesverloop
primair:er geen contractuele grondslag bestond voor verhoging van de renteopslag op basis van andere risico’s dan het debiteurenrisico (vorderingen I tot en met IV).
subsidiair:artikel 15 ABK van toepassing is en dat de ‘liquiditeitsopslag’ een exogene grootheid is die behoort tot het ondernemersrisico van ING die geen ‘bijzondere omstandigheid’ is zoals bedoeld in deze bepaling (vorderingen V tot en met X);
meer subsidiair: kredietovereenkomst 2009 dient te worden vernietigd op grond van bedrog (vorderingen XI tot en met XIII);
nog meer subsidiair:een opslagverhoging van niet meer dan 1,1% over de periode 2009 tot heden kostendekkend zou zijn geweest en dat (dus) hetgeen meer is betaald naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is (vorderingen XIV en XV);
meest subsidiair:ING is tekortgeschoten in haar contractuele zorgplicht met betrekking tot het verhogen van de opslag (vorderingen XVI tot en met XVIII);
daarnaast:ING negatieve Euribor-rente aan [eiseres 7] dient c.s. te vergoeden (vorderingen XIX en XX);
daarnaast voorts:ING toerekenbaar is tekortgeschoten in haar verplichtingen jegens [eiseressen] in verband met gedwongen herfinanciering (vorderingen XXI en XXII);
daarnaast indien en voor zover er finale kwijting op grond van de VSO is verleend, een beroep van ING op artikel 13 VSO naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is (vordering XXIII).
wordt[cursivering hof] herzien, geen materiële wijziging in ten opzichte van de Tariefafspraak in de daaraan voorafgaande kredietovereenkomsten die inhield dat ING de opslag jaarlijks
kan[cursivering hof] herzien. De voorwaarden waaronder deze bevoegdheid (kan) worden uitgeoefend door ING zijn namelijk niet gewijzigd. In beide gevallen geldt namelijk dat ING niet van haar wijzigingsbevoegdheid gebruik hoeft te maken.
4.Bespreking van het cassatiemiddel
waarbij overigens uit de verklaringen die zijn afgelegd in het voorlopig getuigenverhoor niet kan worden afgeleid dat is gezegd dat de opslag uitsluitend in verband hiermee kon worden herzien– en de informatiebrochures uit 2007 en 2008 van ING over onder meer renteswaps, waarin alleen gesproken wordt over een ‘debiteurenopslag’. (…)”
“overigens uit de verklaringen die zijn afgelegd in het voorlopig getuigenverhoor niet kan worden afgeleid dat is gezegd dat de opslag uitsluitend in verband hiermee kon worden herzien”onbegrijpelijk is. Enerzijds is het gezien de verklaringen van [betrokkene 3] heel wel mogelijk dat [eiseressen] [betrokkene 3] zo
hebben begrependat alleen financiële problemen binnen de te financieren onderneming tot een verhoging van de opslag konden leiden. In die zin kan worden gezegd dat dit uit een tijdens het voorlopig getuigenverhoor afgelegde verklaring (wel)
kan worden afgeleid. Ik acht daarbij van belang dat [betrokkene 3] niet met zekerheid heeft kunnen verklaren dat hij het woord ‘voorbeeld’ bezigde in de gesprekken die hij met cliënten voerde. Anderzijds blijkt uit de verklaringen van [betrokkene 3] niet dat hij tegen de familie [betrokkene 1]
heeft gezegddat de opslag
uitsluitendin verband met het debiteurenrisico kon worden verhoogd. Anders gezegd: uit de verklaring van [betrokkene 3] blijkt dat hij (mogelijk) uitsluitend heeft gezegd dat de opslag vanwege debiteurenrisico kan worden verhoogd, maar niet dat hij heeft gezegd dat de opslag uitsluitend vanwege het debiteurenrisico kan worden verhoogd.
indien de bank op grond van wet- of regelgeving (al dan niet met de kracht van wet) meer kosten moet maken of meer kapitaal of liquiditeit moet aanhouden in verband met het krediet. Verder is hiervan bijvoorbeeld sprake indien de kosten voor de bank om het krediet aan te trekken hoger worden dan de overeengekomen grondslag op basis waarvan de debetrente voor dat krediet wordt vastgesteld. Tenslotte kan ook in andere, hier niet genoemde, situaties sprake zijn van dergelijke bijzondere omstandigheden.De ING heeft met de aanvulling van deze tekst kennelijk beoogd om vanaf dat moment een rechtvaardiging te creëren om voor ieder gewenst geval om de opslag te kunnen verhogen. Waren het eerst endogene omstandigheden, dus gelegen in de kwaliteit van de wederpartij van de bank, die een aanpassing van de opslag konden rechtvaardigen, nu kunnen klaarblijkelijk ook exogene, buiten het bereik van partijen en van buiten komende omstandigheden een wijziging van de opslag meebrengen.”
voor 2013volgt dat het debiteurenrisico (slechts) een van de bijzondere omstandigheden is die tot herziening van de renteopslag kan leiden. Hiermee heeft het hof onmiskenbaar de wijziging van artikel 15 ABK die in 2013 heeft plaatsgevonden op het oog gehad.
“de Tariefafspraak in de daaraan voorafgaande kredietovereenkomsten”en uit r.o. 4.5, tweede alinea, waarin het hof is ingegaan op stellingen van [eiseressen] met betrekking tot feiten en omstandigheden van vóór 2009.
“De Tariefafspraak bevat geen enkele beperking ten aanzien van wat voor ING redengevend kan of mag zijn om de opslag te herzien.”