Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.SCHEEPVAARTBEDRIJF [A.] B.V.,
SCHEEPVAARTBEDRIJF [B.] B.V.,
SCHEEPVAARTBEDRINF [C.] B.V.,
[A.] HOLDING B.V.,
[B.] HOLDING B.V.,
HOLDING [C.] B.V.,
[bedrijf] B.V.,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
- memorie van grieven tevens wijziging van eis, met producties;
- memorie van antwoord, met producties.
3.Feiten
De Bank is gerechtigd de Algemene Bepalingen[ABK, toevoeging hof]
te allen tijde te wijzigen, waarbij onder wijziging tevens aanvulling wordt verstaan. Wijzigingen en aanvullingen zijn voor de Kredietnemer bindend 30 dagen nadat zij schriftelijk aan hem zijn medegedeeld, dan wel aan hem op andere wijze bekend zijn gemaakt.”
Toen zei [naam 3] dat we als we het “Nieuwe contract” gingen tekenen over een of twee weken, wel rekening moesten houden met een verhoging van de euriboropslag. Nou toen sloegen bij mij ongeveer de stoppen door. Ik heb hem heel duidelijk laten merken dat we dit niet van plan zijn, omdat er bij ons niets is veranderd, en wij altijd aan onze verplichtingen hebben voldaan. [naam 3] zei dat hij er alles aan zou doen dat er geen opslag zou komen, maar dat hij dit wellicht van hogerhand door zou krijgen, omdat de banken hun verlies gaan doorberekenen!! Ik zei dat ik ook nog nooit een renteverlaging heb gekregen omdat de banken ieder jaar miljardenwinsten maken, en dat het voor ons einde verhaal ing bank betekent als ze ons willen confronteren met doorbelasten.”
De wijziging in tarief/opslag is in overeenstemming met de afspraak.”
Met klem benadrukt ING dat zij niet naar willekeur gebruik mag maken van haar recht de tariefstelling c.q. de opslag op het Euribor-tarief te wijzigen. Dat is in dit geval ook niet gebeurd. De geoffreerde opslag van 2,74% per 1 februari 2017 is het tarief dat ING offreert aan soortgelijke klanten met een soortgelijke dekking. Wel was het gevoelsmatig wellicht beter geweest de opslag geleidelijk te verhogen in plaats van in één keer fors. (…)”
te herfinancieren. De rente verlenging van 3 jaar komt daarmee ongelegen.
4.De beoordeling
- primair:er geen contractuele grondslag bestond voor verhoging van de renteopslag op basis van andere risico’s dan het debiteurenrisico (vorderingen I tot en met IV),
- subsidiair:artikel 15 ABK van toepassing is en dat de ‘liquiditeitsopslag’ een exogene grootheid is die behoort tot het ondernemersrisico van ING die geen ‘bijzondere omstandigheid’ is zoals bedoeld in deze bepaling (vorderingen V tot en met X);
- meer subsidiair:kredietovereenkomst 2009 dient te worden vernietigd op grond van bedrog (vorderingen XI tot en met XIII);
- nog meer subsidiair:een opslagverhoging van niet meer dan 1,1% over de periode 2009 tot heden kostendekkend zou zijn geweest en dat (dus) hetgeen meer is betaald naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is (vorderingen XIV en XV);
- meest subsidiair: ING is tekortgeschoten in haar contractuele zorgplicht met betrekking tot het verhogen van de opslag (vorderingen XVI tot en met XVIII);
- daarnaast:ING dient negatieve Euribor-rente aan [appellanten] te vergoeden (vorderingen XIX en XX);
- daarnaast voorts:ING is toerekenbaar tekortgeschoten in haar verplichtingen jegens [appellanten] in verband met gedwongen herfinanciering (vorderingen XXI en XXII);
wordt[cursivering hof] herzien, geen materiële wijziging in ten opzichte van de Tariefafspraak in de daaraan voorafgaande kredietovereenkomsten die inhield dat ING de opslag jaarlijks
kan[cursivering hof] herzien. De voorwaarden waaronder deze bevoegdheid (kan) worden uitgeoefend door ING zijn namelijk niet gewijzigd. In beide gevallen geldt namelijk dat ING niet van haar wijzigingsbevoegdheid gebruik hoeft te maken.