Bewezenverklaring en bewijsvoering
4. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij:
“in de periode van 1 maart 2015 tot en met 7 september 2017 te [plaats] ,
tezamen en in vereniging met anderen,
telkens opzettelijk,
in een ondergrondse ruimte in een schuur bij een pand aan de [a-straat 1] ,
heeft geteeld en bereid en bewerkt en verwerkt,
een hoeveelheid van in totaal ongeveer 1510 hennepplanten,
zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet,
zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II”
5. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 7 september 2017, opgenomen op pagina 227 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Op donderdag 7 september 2017 werd er op perceel [a-straat 1] in [plaats] gezocht naar (landbouw)goederen die mogelijk van diefstal afkomstig zouden zijn. Aangekomen op het perceel werd bij een vrijstaande loods c.q. schuur een sterke henneplucht geroken en het geluid van een aggregaat dan wel afzuiging gehoord. Hierop werd de loods c.q. schuur betreden waarbij het geluid van een afzuiging sterker werd gehoord. Aan de achterzijde van de loods c.q. schuur werd vervolgens een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen welke onder de grond aangelegd bleek te zijn. Op het genoemde adres [a-straat 1] , [plaats] , binnen de gemeente [plaats] , staan de volgende personen ingeschreven:
- [betrokkene 1]
- [betrokkene 2]
- [betrokkene 3]
Omschrijving pand
Het pand alwaar de hennepkwekerij werd aangetroffen betreft een vrijstaande loods c.q. schuur. Aan de achterzijde van deze loods werd een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen welke grotendeels onder de grond was gelegen. De hennepkwekerij bestond uit een centrale ruimte met daarom heen zes kweekruimtes gelegen.
Toegang hennepkwekerij
De toegang van de hennepkwekerij was gelegen in een houten opbouw welke zich bovengronds bevond. In deze houten opbouw was een luik aangebracht welke middels een hangslot was afgesloten.
[…].
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 7 september 2017, opgenomen op pagina 318 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van medeverdachte [betrokkene 1] :
V: Wie is de eigenaar van deze hennepkwekerij?
A: Ja, dat is een [betrokkene 4] , [verdachte] en een [betrokkene 5] . Er komen verschillende personen. De man die hem aangelegd heeft die kwam uit Den Haag en dat was een [betrokkene 4] .
V: Wanneer is dit begonnen?
A: Ik denk 2 jaar geleden.
V: Hoe is het zo tot stand gekomen dat er een hennepkwekerij op uw perceel zit?
A: Ja, via via.
V: Oké, dus u wordt met iemand in contact gebracht die in het wereldje zit. Wie is deze persoon?
A: Dat was een [verdachte] . Deze komt uit Weerdinge.
V: Wanneer zijn ze begonnen met het maken van de kelder?
A: Voorjaar 2015. 3 of 4 man elke keer.
V: Was [verdachte] er altijd bij?
A: Ja, die was er ook wel bij.
V: Wie waren de andere personen?
A: Ene [betrokkene 4] uit Den Haag, die had de hele stalen constructie geregeld. Die [betrokkene 4] is in die tijd ook een keer opgepakt in Den Haag. Hij was een beetje de uitvoerder van de bouw. [betrokkene 5] , die was vrij simpel. Hij komt volgens mij uit Angelso of Emmermeer. [betrokkene 5] verzorgde volgens mij de planten. Die kwam elke dag. En nu komen er elke keer anderen.
V: Als we het hebben over [betrokkene 4] . Hoe oud is hij ongeveer?
A: Ik denk ongeveer 35 a 40 jaar oud. Eerder richting de 40. Fors persoon, groot en stevig, blanke huidskleur. Donkerblond haar. Geen baard of tatoeages. Sprak gewoon Nederlands. Hij regelde wel veel dingen. Hij vroeg mij ook waar hij bepaalde dingen in de buurt kon halen.
V: En [verdachte] ?
A: Ik denk tussen de 40 a 50 jaar. Blanke huidskleur. Tatoeages op bovenlichaam. Meestal is hij kaal, hij scheert zich. Drents accent. Die verzorgde ook de planten en zorgde voor de diesel. En voor het aggregaat, wanneer die vervangen moet worden. Hij komt ook, als hij komt, met een donkerblauwe Transporter.
V: Wat kun je over [betrokkene 5] vertellen?
A: Ik denk rond de 40 jaar oud, iets jonger als [verdachte] . Geen tatoeages, blank, kort donker haar, maar niet zwart. Geen groot persoon. Drents accent. Die kwam alleen de planten verzorgen.
V: Dus als je de constructie bekijkt, wie is dan de leider van de groep?
A: Dat was die [betrokkene 4] , maar ik denk dat [verdachte] het nu over heeft genomen.
V: Wanneer was de kweekruimte gereed?
A: In de zomer van 2015.
V: Toen zijn ze begonnen met kweken?
A: Ja, toen begon het aggregaat in elk geval te draaien.
V: Waar op het terrein bevindt zich de hennepkwekerij?
A: Ik denk in de kelder, achterin de schuur.
V: Wat is er vooraf afgesproken over de hennepkwekerij?
A: We zouden het achterste gedeelte van de schuur ter beschikking stellen en zouden
daar 5000,- euro per maand voor krijgen.
V: Wie waren daarbij aanwezig?
A: [betrokkene 4] , [verdachte] en die ene lange krullebol, die is er maar een paar keer geweest.
V: Wie kwam het geld brengen?
A: In het begin die [betrokkene 4] vaak wel. En later kwam die [verdachte] dat brengen.
V: Hoe werden de aggregaten gevuld?
A: Er werd diesel gebracht. Om de 4 dagen ongeveer, daar was meestal [verdachte] bij.
V: Wanneer zijn de eerste planten in de hennepkwekerij gezet?
A: Dat is in de zomer van 2015 geweest want toen begon het aggregaat te draaien.
V: Wanneer is er voor het eerst geoogst?
A: Dat zal dan in september 2015 zijn geweest.
V: Wie waren daarbij aanwezig?
A: Ze waren met z’n drieën aan het knippen.
V: Waar werd het gedroogd?
A: Dat weet ik niet, ik weet wel dat ze het nat meenamen. In het begin in van die grote zakken, van die sealbags of hoe ze dat noemen. En later met van die grote tonnen met een schroefdeksel erop.
V: Wie waren er altijd bij?
A: [verdachte] en [betrokkene 4] in het begin ook altijd. En [betrokkene 5] .
V: Wie nam de opbrengst mee?
A: [verdachte] altijd.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 2 oktober 2017, opgenomen op pagina 334 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van medeverdachte [betrokkene 1] :
V: Hoe vaak belde jij met die mannen die de kwekerij hebben aangelegd of onder hielden?
A:.lk heb wel eens gebeld. Maar dan had ik een nummer van iemand anders. Ik kreeg een vrouw aan de telefoon. Als bijvoorbeeld het aggregaat niet liep of rookte.
V: Welke afspraken hadden jullie omtrent het bellen?
A: Als er iets kapot was of anders iets bijzonders was. Dat had ik afgesproken met [verdachte] en [betrokkene 4] was daar ook bij.
V: Wij hebben de indruk dat jij veel meer weet dan je zegt, en dat jij ons lang alles niet vertelt wat jij weet.
A Ik ken alleen die [verdachte] die daar woont. Die heet [verdachte] of zo iets? Ik ben bang voor de gevolgen. Ik weet dat die [betrokkene 4] ook vast heeft gezeten voor leeg halen van hokken. Ik heb die [verdachte] ook wel eens gezien op de autocross. (...)
V Heeft [betrokkene 5] jou op het idee gebracht van een hennepkwekerij?
A Onder andere. Die bracht mij in contact met [verdachte] . Later kwam [betrokkene 4] erbij. Dus [verdachte] , [betrokkene 4] en nog één. [betrokkene 5] wist van mijn financiële problemen en wist wel wat ervoor te regelen.
V: Er stond een aanhangwagen in de schuur. Wat kun jij ons daarover vertellen?
A: Die is van [verdachte] .
V Wie maakt er gebruik van die aanhangwagen .
A: [verdachte] zelf en dan koppelt hij hem achter de transporter.
V: Waar wordt die aanhangwagen voor gebruikt
A: Hoofdzakelijk spullen weg brengen. Afval en troep. Teelaarde.
V: Wat kun je ons verder nog vertellen met betrekking tot de hennepkwekerij?
A: [verdachte] had het altijd over een turk die alles af nam.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 28 november 2018, opgenomen op pagina 388 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van medeverdachte [betrokkene 3] :
O: Je hebt verklaard dat je op de hoogte was, dat er een hennepkwekerij vanaf eind 2015 in de schuur van je vader [betrokkene 1] in bedrijf was. V: Klopt dit?
A: Ja.
V: Wie is [verdachte] ?
A: [verdachte] moet dat wezen.
V: Wat had [verdachte] met de hennepkwekerij van doen?
A: Hij was daar altijd aanwezig.
V: Sinds wanneer is [verdachte] bij de kwekerij betrokken.
A: Volgens mij vanaf het begin van de kwekerij, dit zal ergens in 2015 zijn geweest.
V: Hoe weet jij dat [verdachte] bij die hennepkwekerij betrokken was?
A: Als eentje vaak bij ons komt, hij was altijd in de schuur, dan is voor mij één en één twee.
V: Wie heeft die kwekerij gebouwd?
A: Dit waren [verdachte] , [betrokkene 4] en die rattekop.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 18 oktober 2018, opgenomen op pagina 437 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van medeverdachte [betrokkene 6] :
V: Wie woont er aan de [a-straat 1] in [plaats] ?
A: Ik ken ze van gezicht en ik rij er zo heen maar ik wist het adres niet.
V: Wie is [betrokkene 1] ?
A: Dat is volgens mij de hoofdbewoner.
V: Wanneer ben jij daar voor het laatst geweest?
A: Dat is nu 2, twee en halfjaar geleden.
V: Op het terrein is een aanhangwagen aangetroffen met het kenteken [kenteken] erop. Dit kenteken staat op jouw naam.
A: Dat klopt. Ik heb het kenteken op naam genomen voor een kameraad die even geen geld
had.
V: Wie is die kameraad?
A: Dat is [verdachte] . Ik ken [verdachte] een jaar of 4 à 5.
V: Wat kan jij vertellen over de hennepkwekerij die is aangetroffen?
A: Ik ben met [verdachte] op een zaterdag naar [plaats] gereden en daar in een loods was een kelder en buiten die kelder om moesten wat werkzaamheden worden verricht. Ik heb geen vragen gesteld over de kelder. U vraagt mij wie mijn opdrachtgever was? Dat was [verdachte] . En als ik materiaal nodig was dan schreef ik dat op een briefje en gaf dat aan [verdachte] en dan zorgde [verdachte] dat ik dit materiaal kreeg. Ik heb de achterwand van de loods gerepareerd en een voorportaaltje in de loods getimmerd. Toen ik klaar was met de klus ben ik er nooit terug geweest.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal identificatie DNA sporen d.d. 3 oktober 2017, opgenomen op pagina 283 van voornoemd dossier, inhoudend de bevinding van verbalisant [verbalisant 2] (zakelijk weergegeven):
Uit het door het Nederlands Forensisch Instituut ingesteld vergelijkend onderzoek bleek dat de hieronder genoemde sporen (speeksel op flesje dubbelfris gevonden in de centrale ruimte van de hennepkwekerij) zijn geïdentificeerd op het DNA profiel onder de personalia van [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1975 te [geboorteplaats] .
Bij dit proces-verbaal is als bijlage gevoegd een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2017.09.130215, d.d. 27 september 2017, opgemaakt door ing. A.P.M. van Dijk, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, opgenomen op pagina 287 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
Tabel 1 Resultaten, Interpretatie en conclusie van het vergelijkend DNA-onderzoek
SIN en omschrijving
Code
Beschrijving DNA-profiel
Celmateriaal
kan afkomstig zijn van
Matchkans
AAAK3983NL#01
Speeksel
Nee2
DNA-profiel
van een man
[verdachte]
Kleiner dan
één op één miljard
AAAK3983NL#01
Ja2
DNA-profiel
van een man
[verdachte]
(zie ‘DNA-databank’)
Kleiner dan
één op één miljard
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen gesprek [betrokkene 1]
d.d. 13 oktober 2017, opgenomen op pagina 619 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als
relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
V= Je vertelde in het verhoor dat je het nummer van [verdachte] thuis op een briefje had. Wat is het nummer waarmee je belde naar [verdachte] .
A= Het nummer is [telefoonnummer 1] . Ik kreeg dan eerst een vrouw aan de lijn en die gaf de telefoon dan door aan [verdachte] .
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal Bijzonderheden histo’s [verdachte] d.d. 6 november 2017, pagina 401 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Op 19 oktober 2017 zijn onder BOB-012-01 de historische gegevens opgevraagd van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] over de periode 1 januari 2017 tot en met 19 oktober 2017.
Volgens het CIOT heeft dit telefoonnummer de tenaamgestelde:
[A] op adres: [b-straat 1] te [plaats] .
Echter uit de verklaring van verdachte [betrokkene 1] blijkt dat hij bovenstaand nummer belt als hij contact wil met verdachte [verdachte] .
Hierop is het politiesysteem BVI-lb geraadpleegd en hieruit blijkt dat bovenstaand telefoonnummer in gebruik is bij [betrokkene 7] , geboren [geboortedatum] 1971 te [geboorteplaats] . Dit betreft de partner van de verdachte [verdachte] .
Ik zag dat het voornoemde telefoonnummer het meest contact heeft gehad met de volgende telefoonnummers:
Telefoonnummer
Tenaamstelling
Bron
Totaal
[telefoonnummer 3]
[betrokkene 6] , adres:
[c-staat 1] , [plaats]
Ciot
55
[telefoonnummer 4]
[betrokkene 1] , adres:
[a-straat 1] ,
[plaats]
Ciot
30
[telefoonnummer 5]
[betrokkene 8] ., adres:
[d-straat 1] ,
[plaats]
Ciot
29
[telefoonnummer 6]
[betrokkene 9]
, adres:
[a-straat 1] ,
[plaats]
Ciot
21
[telefoonnummer 7]
[medeverdachte] , adres:
[e-straat 1] ,
[plaats]
Ciot
10
“
6. De door het hof overgenomen bewijsoverwegingen van de rechtbank luiden als volgt:
“De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Uit de inhoud van het strafdossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het ten laste gelegde het volgende vast.
Verdachte was in het voorjaar van 2015 samen met [betrokkene 4] uit Den Haag ( [medeverdachte] ) en ene [betrokkene 5] betrokken bij de aanleg van de aangetroffen ondergrondse hennepkwekerij in een schuur bij een pand aan de [a-straat 1] te [plaats] .
Verdachte was aanwezig tijdens de opbouw van de hennepkwekerij en hij hield de kwekerij 'draaiende' met [medeverdachte] en andere personen. Verdachte zorgde voor de diesel voor het aggregaat. Ook nam hij de opbrengst van de kwekerij mee in grote tonnen met een schroefdeksel erop. Verder ontving medeverdachte [betrokkene 1] van -onder andere- verdachte het geld voor de huur voor de schuur en moest medeverdachte [betrokkene 1] verdachte bellen op het moment dat er iets kapot was.
Verdachte had regelmatig telefonisch contact met medeverdachten [medeverdachte] , [betrokkene 1] en [betrokkene 3] , hetgeen blijkt uit het onderzoek naar het telefoonnummer waarop hij voor medeverdachte [betrokkene 1] bereikbaar was, te weten: [telefoonnummer 1] . Medeverdachte [betrokkene 1] kreeg dan eerst een vrouw aan de lijn en die gaf de telefoon dan door aan verdachte. Uit de telefoonhistorie van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] , dat in gebruik is bij [betrokkene 7] , de partner van verdachte, volgt dat dit nummer in de periode van 1 januari 2017 tot en met 19 oktober 2017 met verschillende medeverdachten contact had.
Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.”
7. De aanvullende bewijsoverweging van het hof houdt in:
“De raadsman van verdachte heeft bepleit tot vrijspraak ten aanzien van het tenlastegelegde feit. Verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij, in tegenstelling tot eerdere verklaringen, wel afwist van de hennepkwekerij. Hij heeft verklaard dat hij gedurende een jaar een aggregaat heeft verhuurd aan [betrokkene 1] en dat hem toen is verteld dat het apparaat voor een hennepkwekerij bestemd was. Op grond hiervan blijkt volgens de raadsman dat verdachte medeplichtig was bij het in stand houden van de hennepkwekerij, doch niet dat er sprake is geweest van een voor het bewijs van medeplegen benodigde nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten.
Het hof overweegt hiertoe als volgt.
De nadere verklaring van verdachte, inhoudende dat hij een aggregaat verhuurde en in dat kader weet had van de hennepkwekerij, is voor het eerst in hoger beroep en derhalve in een zeer laat stadium afgelegd, terwijl daartoe al eerder, te weten bij de politie en de rechtbank, meermalen gelegenheid heeft bestaan. Daar komt bij dat dit alternatieve scenario door verdachte niet nader is onderbouwd en dat de ter terechtzitting in hoger beroep afgelegde verklaring van verdachte niet strookt met de verklaringen van [betrokkene 1] , [betrokkene 3] en [betrokkene 6] ten aanzien van de betrokkenheid van verdachte bij de hennepkwekerij. Mede gelet hierop is het hof van oordeel dat dit alternatieve scenario niet aannemelijk is geworden. Het hof verwerpt derhalve het verweer.”