In deze zaak is de verdachte, geboren in 1990, door het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 april 2023 veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis, wegens openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen. De verdachte was in eerste aanleg vrijgesproken, maar heeft cassatie ingesteld. De kern van de cassatie betreft de betrouwbaarheid van de herkenning van de verdachte op basis van beeldmateriaal. De advocaat van de verdachte heeft een middel van cassatie voorgesteld, waarin wordt geklaagd dat het hof onvoldoende gemotiveerd heeft gereageerd op de argumenten over de betrouwbaarheid van de herkenning.
De zaak draait om de gebeurtenissen tijdens en na de wedstrijd RKC - Willem II op 21 september 2021, waarbij rellen ontstonden. De politie heeft foto’s en camerabeelden gemaakt, en een opsporingsambtenaar heeft de verdachte herkend als ‘persoon 8’ op een fotopresentatie. De verdediging heeft betoogd dat de herkenning niet betrouwbaar is, onder andere omdat de foto’s niet scherp genoeg zijn en de herkenning onvoldoende specifieke kenmerken bevat. Het hof heeft deze argumenten verworpen en geoordeeld dat de herkenning door de verbalisant betrouwbaar is, onderbouwd door zijn ervaring als supportersbegeleider en eerdere waarnemingen van de verdachte.
In cassatie wordt geklaagd dat het hof niet adequaat is ingegaan op de argumenten van de verdediging. De Procureur-Generaal concludeert dat het hof voldoende gemotiveerd heeft gereageerd op de klachten en dat er geen gronden zijn voor vernietiging van de uitspraak. De conclusie strekt tot verwerping van het beroep.