ECLI:NL:GHSHE:2023:1608

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
28 april 2023
Publicatiedatum
22 mei 2023
Zaaknummer
20-001612-22
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen tijdens voetbalrellen

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte, geboren in 1990, was eerder vrijgesproken door de politierechter, maar de officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld. De verdachte werd beschuldigd van openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen, specifiek tijdens ongeregeldheden na de voetbalwedstrijd RKC tegen Willem II op 21 september 2021 in Waalwijk. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde feit, waarbij hij samen met anderen stenen heeft gegooid naar leden van de Mobiele Eenheid en politievoertuigen. Het hof heeft de bewijsvoering gebaseerd op getuigenverklaringen van verbalisanten en camerabeelden. De verdachte heeft tijdens de zitting verklaard aanwezig te zijn geweest bij de wedstrijd en heeft een heuptasje gedragen, wat door getuigen is bevestigd. Het hof heeft de eerdere vrijspraak van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, waarvan 60 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. De beslissing is gebaseerd op de ernst van het geweld en de impact daarvan op de samenleving, evenals de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001612-22
Uitspraak : 28 april 2023
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 5 juli 2022, in de strafzaak met parketnummer 02-067902-22 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1990,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
De politierechter heeft de verdachte bij vonnis waarvan beroep integraal vrijgesproken.
De officier van justitie heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en opnieuw rechtdoende, het feit bewezen zal verklaren en de verdachte zal veroordelen tot een taakstraf voor de duur van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één week, met een proeftijd van 2 jaren.
De raadsman van de verdachte heeft vrijspraak bepleit.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 21 september 2021 te Waalwijk, althans in Nederland, openlijk, te weten op of aan de Van der Merwedelaan (in het park) en/of de Olympiaweg en/of het Halvezolenpad (ter hoogte van het Cruyffcourt), in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meer personen/supporters en/of leden van de Mobiele Eenheid en/of tegen een of meer goederen, te weten ME-voertuigen/politievoertuigen, welk geweld bestond uit:
- het gooien van stenen en/of stukken tegel, althans (harde) voorwerpen, tegen en/of in de richting van een of meer personen/supporters en/of leden van de Mobiele Eenheid en/of naar een of meer ME-voertuig(en) en/of
- het (dreigend) opdringen naar die voornoemde personen/supporters en/of leden van de Mobiele Eenheid.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 21 september 2021 te Waalwijk, openlijk, te weten op of aan de Van der Merwedelaan (in het park) en/of de Olympiaweg en/of het Halvezolenpad (ter hoogte van het Cruyffcourt), in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meer personen/supporters en/of leden van de Mobiele Eenheid, welk geweld bestond uit:
- het gooien van stenen en/of stukken tegel in de richting van een of meer personen/supporters en/of leden van de Mobiele Eenheid.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Hierna wordt – tenzij anders vermeld – steeds verwezen naar het proces-verbaal voetbalrellen RKC-Willem II d.d. 21-09-2021 van de politie-eenheid Zeeland-West-Brabant, district Hart van Brabant, basisteam Langstraat, op ambtseed opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , brigadier van politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, registratienummer PL2000-22021323430, gesloten d.d. 17 januari 2022, bevattende een verzameling op ambtseed dan wel ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal van politie met de in de rechterbovenhoek doorgenummerde dossierpagina’s 1-47. Alle verklaringen zijn, voor zover nodig, zakelijk weergegeven.
1.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 januari 2022, dossierpagina’s 4-5, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
Op 21 september 2021 was ik aanwezig bij de voetbalwedstrijd RKC tegen Willem II.
Op die dag was ik vrij en onherkenbaar als zijnde politieagent.
Ik was in het bezit van een fotocamera voorzien van een telelens en belast met het maken van foto opnames. Ik zag dat na afloop de wedstrijd onrusten ontstonden rondom het RKC stadion. Hierop heb ik mij gevoegd in de nabijheid van de Mobiele Eenheid en zicht gepakt op de onruststokers, die in de omgeving stonden van het RKC stadion aan de diverse zijden. Ik zag dat beredenen en de Mobiele Eenheid enkele charges uitvoerden over het fietspad het Halvezolenpad, vanuit de Akkerlaan richting de Olympiaweg.
De persoon die in de fotoreportage is omcirkeld met nummer 8 pleegde openlijk geweld. Ik zag dat de ME vanaf de zijkant, vanuit het voetpad, gelegen ter hoogte van het Cruyffcourt
(het hof begrijpt: het Cruyffcourt ter hoogte van het Halvezolenpad)hierop werd bekogeld met stenen door onder andere de persoon die in de fotoreportage is omcirkeld met nummer 8.
2.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 december 2021, dossierpagina 6, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
Ik zag dat betrokkene 8 op de foto in een groep van enkele personen in het park stond, gelegen aan de Van der Merwedelaan
(het hof begrijpt: de Van der Merwedelaan in Waalwijk). Ik zag dat betrokkene 8 halverwege het voetpad stenen uit het voetpad haalde en deze op de grond kapot gooide. Ik zag dat betrokkene 8 deze stenen vastpakte en zijn arm naar achteren ging. Ik zag dat betrokkene 8 met de stenen gooide in de richting van de sluis van het RKC stadion. Ik zag dat de stenen over en op het fietspad terecht kwamen en dat er stenen tussen de supporters kwamen, die in de sluis tussen de bussen stonden. Ik zag dat betrokkene 8 verschillende keren met stenen gooide in de richting van de sluis. Ik zag dat de ME in linie stond om een groep op de Olympiaweg op het fietspad tegen te houden, die zich wilde bewegen naar de sluis toe. Ik zag dat betrokkene 8 met stenen vanuit het park in de richting gooide van de Mobiele Eenheid. Ik zag dat de Mobiele Eenheid met hun rug en gedeeltelijk zijlings in de richting stond van betrokkene 8, waardoor zij geen zicht hadden op betrokkene 8. Hierop werd door mij de groepscommandant van deze groep aangeroepen, dat er stenen vanuit de overkant, vanuit het park naar hen gegooid werd. Ik zag aan het gedrag van betrokkene 8 dat hij de andere personen in de groep aanspoorde om ook stenen te gooien. Ik zag dat er ook andere personen in die groep bezig waren om stenen uit het trottoir te halen, kapot te gooien op de grond en stenen naar de sluis en de Mobiele Eenheid aan het gooien waren.
3.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 december 2021, dossierpagina’s 8-9, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
Ik, verbalisant [verbalisant 3] , werkzaam vanuit de politie als supportersbegeleider bij wedstrijden van RKC heb de fotopresentatie bekeken. Deze fotopresentatie is opgemaakt naar aanleiding van de supportersrellen tussen RKC en Willem II op 21 september 2021. Deze supportersrellen vonden tijdens en na de wedstrijd plaats rondom het stadion van RKC. Tijdens het bekijken van de foto's herkende ik enkele supporters ambtshalve. Deze supporters herkende ik vanwege het feit dat ik sinds 2019 supportersbegeleider ben. Vanuit de rol als supportersbegeleider heb je direct contact met supporters. Het doel is om contact te maken met de supporters om ongeregeldheden te voorkomen. De diensten van een supportersbegeleider bestaan uit het onopvallend aanwezig zijn tijdens de wedstrijden. Hierbij staan wij tussen de supporters. Op 21 september was ik zelf ook werkzaam als supportersbegeleider tijdens de wedstrijd. In de fotopresentatie, welke ik toevoeg aan dit proces-verbaal van bevindingen, zijn de te herkennen personen met een nummer aangegeven.
De herkenningen kan ik als volgt omschrijven:
(...)
In de fotopresentatie herkende ik de persoon, welke met nummer 8 is aangegeven. Ik herkende hem niet alleen van de foto's uit de presentatie. Op dezelfde avond werd herkenning gevraagd vanuit de commandoruimte van een persoon wiens foto aan ons door de commandant via Whatsapp werd verstrekt. Daarnaast zag ik deze dag dat [verdachte] in het stadion rondliep met een zwarte capuchon, een zonnebril en een heuptasje. Tegelijkertijd is [verdachte] de enige van onze doelgroep die rondliep met een zwart heuptasje. Ik herkende [verdachte] direct aan zijn kleding en specifiek aan zijn neus. [verdachte] heeft namelijk een kromming op zijn neus. Deze kromming viel mij in de eerdere wedstrijden van dit seizoen direct op. In de week voorafgaand aan de wedstrijd tegen Willem II moest RKC tegen Vitesse voetballen, ook toen waren er ongeregeldheden. Tijdens deze ongeregeldheden zag ik dat [verdachte] onderdeel uitmaakte van de onrust, mede vanwege deze waarnemingen herkende ik direct [verdachte] en weet ik voor 100 procent zeker dat het hem is.
4.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 december 2021, dossierpagina’s 24-25, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Het betreffen de camerabeelden van het Cruyffcourt op 21 september 2021.
Op de beelden zijn twee personen te zien. Beide personen zijn stenen aan het stuk gooien op het fietspad om kleinere stukken steen te krijgen.
Rechtsonder in beeld komt een persoon helemaal gekleed in donkere kleding en over
zijn hoofd een capuchon. Hij heeft een donkere zonnebril op en draagt donkere
schoenen met aan de bovenzijde van de schoenen 3 witte strepen. In zijn linkerhand
heeft hij al een steen vast.
Een van de personen gooit een steen stuk en de man in het donker gekleed raapt met zijn linkerhand nog een steen op. Dan doet hij zijn handen met de stenen daarin in de lucht en loopt in de richting van de sloot die voor de bussluis ligt alwaar de Willem II supporters in staan. Hij loopt weer in de richting van de plek waar nog kapotte stukken tegels liggen en raapt weer een aantal stenen op. De andere 2 personen zijn daar ook stenen aan het oprapen en kapot gooien.
De persoon gekleed in het donker en zonnebril staat nog steeds op het fietspad en
gooit weer stenen kapot op het fietspad. Hij maakt een zwaaibeweging en gooit deze steen in de richting van de bussluis. Hij gooit 2 stenen in de richting van de bussluis.
De andere jongen komt ook weer terug en gooit eveneens weer een steen in de richting van de bussluis.
De persoon in het donker gekleed bukte voorover en pakt een stuk tegel in zijn
linkerhand en maakt een gooiende beweging in de richting van de bussluis. Hij pakt
nog een stuk steen en loopt onder uit beeld van de camera. Vervolgens komt de donker geklede persoon met zonnebril terug in beeld en loopt op het fietspad naar een stuk waar al tegels uitgehaald zijn. Hij haalt een tegel uit het fietspad en gooit deze op de grond in stukken.
De andere persoon pakt een stuk steen en loopt uit beeld.
Dan zie je op beeld een 5-tal personen die stenen aan het stuk gooien zijn en stenen oprapen. De man in het donker gekleed met zonnebril heeft weer een steen in zijn rechter- en linkerhand en gooit deze weer in de richting van de bussluis met zijn linkerhand. Hij maakt vervolgens een beweging naar de rest van de jongens met zijn hand dat deze de stenen ook moeten gooien.
(…)
Dan komt hij in beeld gerend naar het fietspad en rent naar een stuk steen en raapt
deze op met zijn linkerhand. Hij maakt een zwaaiende beweging en gooit wederom in de richting van de bussluis.
Vervolgens rent hij weg uit het beeld in de richting van het Cruijfcourt.
Ik heb de persoon in het donker gekleed en een zonnebril op, minstens 6 stukken
stenen van verschillende grote zien gooien in de richting van de bussluis op de
beelden.
De persoon wordt aan gemerkt als persoon 8 op de fotopresentatie. Collega [verbalisant 3] heeft deze persoon herkend als zijnde [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats] .
5.
Proces-verbaal van voorgeleiding i.v.m. aanhouding d.d. 14 december 2021, dossierpagina’s 28-29, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Op 14 december 2021 werd aan mij voorgeleid de verdachte:
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboren: [geboortedag] 1990
Hij werd verdacht van:
- Openlijk geweld op openbare weg, gepleegd te Waalwijk op 21 september 2021

6.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] d.d. 9 januari 2022, dossierpagina 20, inhoudende als verklaring van de verbalisant:

Door collega [verbalisant 3] is bij de herkenning aangegeven dat in de supportersgroep maar 1 persoon met een heuptasje liep en dat betrof verdachte [verdachte] . Op de camerabeelden is de herkende persoon te zien en daarbij draagt hij ter hoogte van zijn buik/heup een heuptasje.
7.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van de rechtbank Zeeland-West-Brabant d.d. 5 juli 2022, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
U vraagt mij of ik bij de wedstrijd aanwezig was. Dat was ik. Ik drink gezellig veel en was in verre staat van ontbinding. U houdt mij voor dat de verbalisant mij herkent door eerdere ongeregeldheden bij het stadion. Dat was een week voorafgaand aan de wedstrijd. Toen heb ik een stadionverbod gekregen.

8.

De verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van dit hof op 14 april 2023, voor zover inhoudende:

Ik heb een heuptasje.
Bewijsoverwegingen
De raadsman van de verdachte heeft op de gronden zoals nader in de pleitnota vermeld, bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken. Daartoe heeft de raadsman samengevat aangevoerd dat het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] dient te worden uitgesloten van het bewijs. De verdediging stelt zich op het standpunt dat de herkenning door verbalisant [verbalisant 3] duidelijk gekleurd is. Bovendien worden door verbalisant [verbalisant 3] geen specifieke onderscheidende kenmerken genoemd waarvan met zekerheid vastgesteld kan worden dat het om de verdachte gaat. Ten slotte dient behoedzaam te worden omgegaan met herkenningen en de bewijskracht daarvan. Dit geldt te meer nu deze herkenning het enige bewijsmiddel is die de betrokkenheid van de verdachte bij dit tenlastegelegde feit kan aantonen.
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
Het hof stelt voorop dat bij de beoordeling of een herkenning voldoende betrouwbaar is om tot het bewijs te bezigen, verschillende factoren van belang zijn. Zo is onder meer relevant of de herkenning heeft plaatsgevonden op basis van specifieke, onderscheidende persoonskenmerken, maar ook of door de kwaliteit (in de zin van duidelijkheid en scherpte) van de foto of videobeelden voldoende uiterlijke kenmerken van de verdachte kunnen worden weergegeven en of de herkenning op basis daarvan in redelijkheid heeft kunnen plaatsvinden. In het verlengde daarvan kan van belang zijn of (en in welke hoedanigheid) de verbalisant en de persoon die door de verbalisant wordt herkend, elkaar eerder hebben getroffen, met welke frequentie zij elkaar eerder hebben getroffen en wanneer zij elkaar laatstelijk hebben getroffen.
Naar het oordeel van het hof kan worden gesproken van een betrouwbare herkenning door verbalisant [verbalisant 3] die kan worden gebezigd tot het bewijs. Daartoe overweegt het hof dat verbalisant [verbalisant 3] , sinds 2019 werkzaam vanuit de politie als supportersbegeleider bij RKC, in het proces-verbaal van bevindingen heeft gerelateerd dat hij tijdens het bekijken van de foto's enkele supporters ambtshalve heeft herkend. Daarnaast relateert de verbalisant dat hij op 21 september zelf ook werkzaam was als supportersbegeleider tijdens de
wedstrijd. De diensten van een supportersbegeleider bestaan uit het contact maken met supporters, onopvallend aanwezig zijn en tussen de supporters staan.
Hij zag dat de verdachte op deze dag rondliep in het stadion met een zwarte capuchon, een zonnebril en een heuptasje en dat hij de verdachte om die reden direct op de foto herkende aan zijn kleding. Hij relateert dat de verdachte de enige van de doelgroep was die rondliep met een zwart heuptasje. Hij herkende de verdachte ook aan de kromming aan zijn neus, die hem in de eerdere wedstrijden van het seizoen direct opviel. Ook heeft verbalisant [verbalisant 3] gerelateerd dat hij de verdachte een week voorafgaand aan de wedstrijd tegen Willem II heeft gezien bij de ongeregeldheden bij de wedstrijd tegen Vitesse en dat hij vanwege die waarnemingen 100 procent zeker weet dat het de verdachte is.
Het hof overweegt dat verdachte heeft verklaard bij de wedstrijd op 21 september 2021 aanwezig te zijn geweest. Daarnaast heeft hij bevestigd dat hij een week voor deze wedstrijd ook aanwezig is geweest en toen een stadionverbod heeft gekregen. Ook heeft hij bevestigd dat hij een heuptasje heeft. Nu naar het oordeel van het hof op de bewegende camerabeelden geen contra-indicaties zijn waargenomen en ook overigens geen contra-indicaties in het dossier zijn aangetroffen die er op wijzen dat de verdachte niet de persoon met nummer 8 zou kunnen zijn, acht het hof op grond van het hiervoor overwogene bewezen dat de verdachte de persoon 8 is, die zich schuldig heeft gemaakt aan openlijk geweld.
Het hof verwerpt het tot vrijspraak strekkende verweer van de verdediging in al zijn onderdelen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. Het feit is strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen straf
Het hof heeft bij het bepalen van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het openlijk in vereniging plegen van geweld tegen personen. Na afloop van de voetbalwedstrijd RKC - Willem II heeft de verdachte zich met een aantal andere supporters op gewelddadige wijze tegen personen, supporters en leden van de Mobiele Eenheid gekeerd. De verdachte heeft onder meer gegooid met stenen en stukken tegel. Het hof rekent het de verdachte aan dat hij als onderdeel van een groep een bijdrage heeft geleverd aan dit geweld. De politie oefent haar taken in het algemeen belang uit. Dergelijk voetbal gerelateerd geweld dat door een groep wordt gepleegd, maakt de massale inzet van politie tijdens voetbalwedstrijden noodzakelijk, terwijl de samenleving als geheel met de kosten hiervan wordt geconfronteerd. Het is bovendien een feit van algemene bekendheid dat feiten als deze, die zich in het openbaar afspelen, leiden tot gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving.
Het hof heeft acht geslagen op de inhoud van het uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 24 februari 2023, betrekking hebbende op het justitiële verleden van de verdachte, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder ter zake van soortgelijke feiten is veroordeeld.
Voorts heeft het hof gelet op de overige persoonlijke omstandigheden van de verdachte, voor zover daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken. Ten overstaan van het hof heeft de verdachte naar voren gebracht dat hij samenwoont met zijn vrouw en twee dochters en dat hij een eigen klusbedrijf heeft.
Om te bevorderen dat landelijk voor dezelfde feiten ongeveer dezelfde straffen worden opgelegd, zijn door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) oriëntatiepunten opgesteld. Deze oriëntatiepunten nemen voor dit feit een taakstraf van 120 uren als uitgangspunt. Het hof ziet geen reden om van dit oriëntatiepunt af te wijken, met dien verstande dat het hof een deel daarvan voorwaardelijk zal opleggen.
Alles afwegende acht het hof een taakstraf voor de duur van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis, waarvan 60 uren voorwaardelijk, subsidiair 30 dagen hechtenis, met een proeftijd van 2 jaren, passend en geboden.
Met oplegging van deze gedeeltelijk voorwaardelijke straf wordt enerzijds de ernst van het bewezenverklaarde tot uitdrukking gebracht en wordt anderzijds de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 141 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.
BESLISSING
Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis;
bepaalt dat een gedeelte van de taakstraf, groot
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagenhechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Aldus gewezen door:
mr. S. Taalman, voorzitter,
mr. J. Platschorre en mr. E.E. van der Bijl, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M. Peperkamp, griffier,
en op 28 april 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Taalman is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.