ECLI:NL:PHR:2023:825

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
26 september 2023
Publicatiedatum
20 september 2023
Zaaknummer
23/00639
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van cassatieberoep inzake inbeslagneming geheimhoudersstukken advocaat

In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een cassatieberoep dat is ingesteld door de klager, geboren in 1993. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden heeft op 26 september 2023 geconcludeerd dat de klager niet ontvankelijk is in zijn cassatieberoep. Dit is het gevolg van het feit dat de klager niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn een schriftuur houdende cassatiemiddelen heeft ingediend. De rechtbank Overijssel had eerder, op 3 februari 2023, het klaagschrift van de klager tegen een beschikking van de rechter-commissaris ongegrond verklaard. De aanzegging van de beschikking is op 26 mei 2023 aan de verdachte betekend, waarna de klager binnen veertien dagen een schriftuur had moeten indienen. Deze schriftuur is echter pas op 24 augustus 2023 ontvangen, wat betekent dat de klager niet tijdig heeft gereageerd. Hierdoor is de klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep, conform de artikelen 552d lid 3 en 447 lid 5 van het Wetboek van Strafvordering. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van de klager in het beroep.

Conclusie

PROCUREUR-GENERAAL

BIJ DE

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

Nummer23/00639 Bv
Zitting26 september 2023

CONCLUSIE

T.N.B.M. Spronken
In de zaak
[klager] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
hierna: de klager
De rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle heeft bij beschikking van 3 februari 2023 het klaagschrift van de klager tegen een beschikking van de rechter-commissaris als bedoeld in art. 98 lid 4 Sv, strekkende tot opheffing van het beslag op en teruggave van het onder de klager inbeslaggenomen schrijfblok ongegrond verklaard.
Het cassatieberoep is ingesteld namens de klager en R.J. Baumgardt, advocaat te Rotterdam, heeft een middel van cassatie voorgesteld.
Met betrekking tot de ontvankelijkheid van het onderhavige cassatieberoep merk ik het volgende op. De aanzegging ingevolge artikel 447 lid 3 Sv is op 26 mei 2023 aan de verdachte in persoon betekend. Artikel 552d lid 3 Sv in samenhang met artikel 447 lid 5 Sv schrijft voor dat, op straffe van niet-ontvankelijkheid, binnen veertien dagen na betekening van de aanzegging als bedoeld in artikel 447 lid 3 Sv, door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie wordt ingediend. De schriftuur is eerst binnengekomen op 24 augustus 2023.
Nu de klager niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, is het voorschrift van artikel 552d lid 3 Sv in samenhang met artikel 447 lid 5 Sv niet in acht genomen, zodat de klager in het beroep niet kan worden ontvangen
Deze conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van de klager in het beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden

AG