ECLI:NL:PHR:2023:1150
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen beschikking inzake beslag op fysieke dossiers en ICT-systeem in fraudezaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de klaagster tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, van 7 maart 2023. De rechtbank had het klaagschrift van de klaagster, dat strekte tot opheffing van het beslag en teruggave van inbeslaggenomen stukken, gegrond verklaard voor wat betreft de fysieke goederen, maar het beklag voor het overige ongegrond verklaard. De klaagster is van mening dat de rechtbank onjuist heeft gehandeld door de teruggave te gelasten aan 'de redelijkerwijs rechthebbende'. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad, A.E. Harteveld, heeft in zijn conclusie de vraag behandeld of de behandeling in raadkamer openbaar heeft plaatsgevonden en of de ongegrondverklaring van het beklag door de rechtbank juist is. Hij concludeert tot partiële vernietiging van de beschikking van de rechtbank, maar niet tot vernietiging van de gehele uitspraak. De conclusie strekt tot terugwijzing van de zaak naar de rechtbank Oost-Brabant voor herbeoordeling van het bestaande beklag. De zaak heeft samenhang met meerdere andere zaken, die ook door de Procureur-Generaal worden behandeld. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat de klaagster niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar beroep voor zover het de klachten over het verschoningsrecht betreft, en dat het derde middel slaagt, wat leidt tot de voorgestelde vernietiging van de beschikking.