ECLI:NL:PHR:2023:1079

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
28 november 2023
Publicatiedatum
24 november 2023
Zaaknummer
22/00005
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de uitspraak inzake de duur van gijzeling in ontnemingszaken

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 december 2021 het wederrechtelijk verkregen voordeel van de betrokkene vastgesteld op € 336.010,02. De betrokkene is verplicht gesteld dit bedrag aan de staat te betalen, met een maximale gijzeling van 1.080 dagen in geval van niet-betaling. De betrokkene heeft cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door advocaat D.W.H.M. Wolters. Het cassatieberoep betreft de bepaling van de totale duur van de gijzeling in twee gelijktijdig behandelde ontnemingszaken, die door het hof op 1.698 dagen is vastgesteld. Dit aantal is in strijd met de geldende rechtsopvatting, die stelt dat de maximale duur van gijzeling niet meer dan 1.080 dagen mag zijn. De conclusie van de procureur-generaal, D.J.C. Aben, is dat het middel slaagt en dat de bestreden uitspraak dient te worden vernietigd, maar uitsluitend voor wat betreft de duur van de gijzeling. De Hoge Raad kan de duur van de gijzeling vaststellen op 982 dagen. Er is samenhang met de zaken 22/00007 P en 22/00006, waarbij de Hoge Raad in de tweede zaak reeds een niet-ontvankelijkverklaring heeft uitgesproken.

Conclusie

PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

Nummer22/00005 P

Zitting28 november 2023
CONCLUSIE
D.J.C. Aben
In de zaak
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1961,
hierna: de betrokkene

Inleiding

1. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, heeft bij arrest van 20 december 2021 het door betrokkene wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 336.010,02 en aan de betrokkene de verplichting opgelegd tot betaling van dat bedrag aan de staat. De duur van de gijzeling die ten hoogste kan worden gevorderd in geval van niet-betaling is bepaald op 1.080 dagen.
2. Er bestaat samenhang met de zaken 22/00007 P en 22/00006 (peek). In de eerstgenoemde zaak zal ik vandaag ook concluderen. De tweede zaak, een strafzaak, heeft de Hoge Raad reeds bij arrest van 4 juli 2023 afgedaan met een niet-ontvankelijkverklaring van het cassatieberoep van de betrokkene (als verdachte).
3. Het cassatieberoep is ingesteld namens de betrokkene. D.W.H.M. Wolters, advocaat te Hoofddorp, heeft één middel van cassatie voorgesteld. Het middel klaagt dat het hof de totale duur van de gijzeling in de voorliggende zaak en die in de zaak met nummer 22/00007 P heeft bepaald op meer dan 1.080 dagen, te weten 1.698 dagen, hetgeen getuigt van een onjuiste rechtsopvatting.

De bespreking van het middel

4. Het middel slaagt op de gronden als vermeld in mijn conclusie in de zaak met nummer 22/00007 P, besproken onder het tweede middel.

Slotsom

5. Het middel slaagt.
6. Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoren te geven.
7. Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak, doch uitsluitend voor zover het de duur van de gijzeling betreft. De Hoge Raad kan de duur van de gijzeling die ten hoogste kan worden gevorderd bepalen op 982 dagen.
De procureur-generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG