ECLI:NL:PHR:2022:508
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van uitspraak en terugwijzing naar gerechtshof Den Haag wegens verzuim in beslissing op verzoek tot gedragsdeskundigenrapportage
In deze zaak, behandeld door de Hoge Raad op 31 mei 2022, is de verdachte, geboren in 1971, veroordeeld door het gerechtshof Den Haag voor het opzettelijk en wederrechtelijk vernielen van andermans eigendom. De verdachte kreeg een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie weken en een locatieverbod van drie jaar. Tijdens de zitting heeft de raadsman van de verdachte verzocht om een gedragsdeskundigenrapportage, omdat er mogelijk sprake is van een schulduitsluitingsgrond. Dit verzoek werd echter niet expliciet door het hof behandeld, wat aanleiding gaf tot cassatie.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad heeft in zijn conclusie aangegeven dat het hof verzuimd heeft om een beslissing te nemen op het verzoek van de verdediging. Dit verzuim is van belang, omdat het kan leiden tot nietigheid van de uitspraak. De raadsman heeft betoogd dat er redenen zijn om aan te nemen dat de verdachte ontoerekeningsvatbaar was ten tijde van de feiten, en dat een rapportage noodzakelijk is om dit te onderbouwen. De Hoge Raad heeft geconcludeerd dat het verzoek om rapportage niet alleen in het kader van een beroep op een schulduitsluitingsgrond moet worden gezien, maar ook als een verzoek om onderzoek naar de persoon van de verdachte.
De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Den Haag, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht met inachtneming van het verzoek om gedragsdeskundigenrapportage. Dit is van belang voor een zorgvuldige beoordeling van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de mogelijke invloed daarvan op zijn strafbaarheid.