3.2Het hof heeft deze bewezenverklaring doen steunen op de volgende bewijsmiddelen:
“1. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal aangifte van politie Eenheid Oost-Nederland, proces-verbaalnummer PL0600-2015115270-6, d.d. 9 maart 2015 opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 1] , verbalisant van politie (pagina's
15 tot en met 17van het politiedossier), voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
Als verklaring van [aangever] :
“Ik doe aangifte van mishandeling door een voor mij onbekend gebleven man op zondag 8 maart 2015 op de Oude Markt te Enschede.
Op zondag 8 maart 2015 omstreeks 01.30 uur ging ik naar de stad. Ik kwam daar een vriend van mij tegen, namelijk [betrokkene 1] . Ik ben samen met [betrokkene 1] voor Shoarmazaak [A] gaan staan. Op een gegeven moment zag ik dat er een wat oudere man aan kwam lopen. Opeens zag ik dat de man tussen mij en [betrokkene 1] in stond. Ik keek de man aan. Ik zag dat de man een verwarde indruk maakte en dat hij een beetje dronken was. Ik hoorde dat de man aan mij en [betrokkene 1] vroeg “Waar is mijn pet?” Ik hoorde dat de man hierop tegen mij en [betrokkene 1] zei “Jullie gaan nu de pet voor mij zoeken.” Ik zei tegen de man dat ik helemaal niets voor hem ging zoeken. Ik zag en ik voelde dat de man zonder enige aanleiding mij kennelijk en opzettelijk en met kracht met zijn gebalde rechter vuist sloeg. Ik voelde dat hij mij op mijn linkerkant van mijn hoofd raakte. Ik zag en ik voelde dat hij kennelijk en opzettelijk en met kracht met zijn rechter gebalde vuist een paar keer naar mij uithaalde. Ik heb geprobeerd om met mijn rechter hand de klappen tegen te houden en ik liep hierbij naar achteren om zo de klappen te ontwijken. Ik voelde dat de man mij toch nog vier keer de linkerkant van mijn gezicht heeft geraakt.
Ik kan de man die mij heeft mishandeld als volgt omschrijven:
- Blanke huidskleur
- Kaal hoofd
- Ongeveer 1.85 meter lang
- Fors postuur
- Donkerblauw/zwart vestje met capuchon
- T-shirt of polo met horizontale strepen.
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.”
2. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal verhoor getuige van politie Eenheid Oost-Nederland, proces-verbaalnummer PL0600-2015115270-9, d.d. 12 maart 2015 opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 2] , verbalisant van politie (pagina's
19 tot en met 20van het politiedossier), voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
Als verklaring van [betrokkene 1] :
“Ik ben getuige geweest van de mishandeling van mijn vriend [aangever] op de Oude Markt op zondag 8 maart 2015.
Ik liep van de Oude Markt richting snackbar [B] op 8 maart 2015. Ik zag dat voor shoarmazaak [A] twee mensen met stoelen naar elkaar aan het gooien waren. Eén van de mannen was een man met een kaal hoofd, gezet postuur, blanke huidskleur. Ik kwam vervolgens [aangever] tegen ten hoogte van [A] . Toen we net een minuut aan het praten waren zag ik dat de kale man die net aan het vechten was geweest in onze richting liep. Ik hoorde de man vragen: “Waar is mijn pet?” Ik zag dat de man onder invloed van alcohol en drugs was. Ik zag dat hij in een dreigende houding vlak voor ons ging staan. Ik hoorde hem zeggen: “Zoek mijn pet.” Ik hoorde [aangever] antwoorden: “Sorry, ik weet niet waar je pet is.” Ik hoorde hem zeggen: “Niet?” en zag dat hij direct begon te slaan. Ik zag dat hij met zijn tot vuist gebalde handen kennelijk opzettelijk en met kracht op [aangever] in begon te slaan. Ik zag dat [aangever] meerdere malen werd geraakt. Ik zag dat hij werd geraakt op zijn kin, op zijn wang en vol op zijn rechter slaap.”
3. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal verhoor getuige van politie Eenheid Oost-Nederland, proces-verbaalnummer PL0600-2015115270-11, d.d. 16 maart 2015 opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 2] ; verbalisant van politie (pagina's 21 tot en met 22 van het politiedossier), voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
Als verklaring van [betrokkene 2] :
“Ik ben getuige geweest van de mishandeling op de Oude Markt op 8 maart 2015.
In de stad is een restaurant [A] en daar stond ik voor op 8 maart rond 02.00 uur. Ik zag een kale man en een jonge man voor restaurant [A] . Ik zag dat de kale man naar de jonge man toeliep. Ze stonden heel kort met elkaar te praten. Ik zag dat de kale man wat handgebaren maakte. Ineens zag ik dat hij de jonge man begon te slaan. Ik zag dat hij de jongen twee keer sloeg. Ik zag dat hij de jongen in zijn gezicht sloeg met een tot vuist gebalde hand.
Ik kan de kale man als volgt omschrijven:
- Zonder jas
- Huidskleur blank
- Leeftijd ongeveer 40 jaar
- Lengte 170 cm.”
4. Het proces-verbaal van getuigenverhoor van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Overijssel, d.d. 7 december 2016, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
als verklaring van [betrokkene 2] :
Op 8 maart 2015 stond ik nabij restaurant [A] te wachten. Ik stond voor het restaurant. Toen kwamen er twee jonge mannen voor mij langslopen. Precies tegenover mij stond een kale man te wachten. Een van die twee jongeren werd door die kale man bij de onderarm vastgepakt en naar zich toegetrokken. Die jongere reageerde zichtbaar alsof niet duidelijk voor hem was wat er gebeurde. Net op dat moment gaf die kale man die jongeman een vuistslag in zijn gezicht, te weten tegen zijn rechterwang. Ik heb gezien dat toen de kale man de onderarm van die andere man beetpakte, zij met elkaar spraken.
5. Het proces-verbaal van getuigenverhoor van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Overijssel, d.d. 14 december 2016, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
Als verklaring van [aangever] :
Ik heb in deze zaak als slachtoffer aangifte gedaan bij de politie. Ik was op de betreffende zaterdagnacht aanwezig tegenover shoarmazaak [A] . Ik kwam een oude klasgenoot tegen. Hij heet [betrokkene 1] . Terwijl ik met mijn rug naar [A] toestond en met die vriend stond te praten, kwam een onbekende persoon bij mij. Hij kwam tussen ons in staan en tikte ons beiden aan en vroeg ons waar zijn pet was gebleven. Later heb ik begrepen dat het [verdachte] was. Ik keek naar hem en heb hem gezegd dat ik geen pet had gezien. Hij zei dat wij zijn pet moesten zoeken en ik heb gezegd dat ik dat niet ging doen. Meteen daarna greep hij mij vast en haalde hij uit met zijn rechtervuist. Hij heeft mij geraakt aan de zijkant van mijn gezicht, aan de linkerkant. Hij heeft mij vaker geslagen. Hij bleef mij vasthouden en bleef ook doorslaan met zijn vuist.”
4. De bewijsoverweging van het hof houdt, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, nog het volgende in:
“De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het hem tenlastegelegde. Zij heeft daartoe - kort gezegd - aangevoerd dat verdachte betwist dat hij iemand heeft geslagen. Daarnaast stelt zij dat de getuigenverklaringen onderling tegenstrijdig zijn en het letsel van aangever [aangever] niet passend is bij zijn aangifte.
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof overweegt in het bijzonder het volgende.
[aangever] heeft aangifte gedaan van mishandeling op 8 maart 2015. Hij stond samen met getuige [betrokkene 1] voor shoarmazaak [A] toen er op een gegeven moment een wat oudere man op hen af kwam lopen. De man maakte een verwarde indruk en [aangever] rook een dranklucht bij hem. [aangever] hoorde dat de man vroeg “Waar is mijn pet” en dat hij zei “Jullie gaan nu de pet voor mij zoeken”. Toen [aangever] dit weigerde, voelde hij dat de man hem met kracht met gebalde vuist sloeg. Hij voelde dat hij op de linkerkant van zijn hoofd werd geraakt. Vervolgens zag en voelde [aangever] dat de man weer met kracht met zijn rechtervuist een paar keer naar hem uithaalde en hem op de linkerkant van zijn gezicht raakte.
Deze verklaring van aangever [aangever] wordt bevestigd door de verklaringen van getuige [betrokkene 1] en getuige [betrokkene 2] . [betrokkene 1] heeft verklaard dat hij zag dat de man [aangever] begon te slaan. [betrokkene 1] zag dat de man met zijn tot vuist gebalde handen met kracht op [aangever] begon in te slaan. [aangever] werd geraakt op zijn kin, op zijn wang en op zijn rechterslaap. [betrokkene 2] heeft verklaard dat hij op 8 maart 2015 rond 02.00 uur voor het restaurant [A] stond. Hij zag dat een kale man en een jonge man ook voor het restaurant stonden. Hij zag dat de kale man wat handgebaren maakte en toen ineens de jonge man begon te slaan. [betrokkene 2] zag dat hij de jongen in zijn gezicht sloeg.
Op grond van het dossier is vast te stellen dat verdachte de persoon is waarover de aangever en de getuigen hebben verklaard als de man die de aangever heeft geslagen.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat verdachte aangever [aangever] heeft geslagen. Het hof is van oordeel dat de verklaringen van [aangever] , [betrokkene 1] en [betrokkene 2] op elkaar aansluiten en zowel qua gebeurtenis als qua locatie en tijdstip overeenkomen. Het hof ziet zoals gezegd geen redenen om aan de betrouwbaarheid van deze verklaringen te twijfelen. Dat getuige [betrokkene 2] pas een week na het incident is gehoord doet daar niet aan af.”