ECLI:NL:PHR:2021:905

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
13 juli 2021
Publicatiedatum
30 september 2021
Zaaknummer
19/05817
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen veroordeling voor witwassen zonder ingediende middelen

In deze zaak heeft het gerechtshof Den Haag op 16 december 2019 de verdachte veroordeeld voor het meermalen plegen van witwassen. De straf bestond uit een taakstraf van 100 uren, met als alternatief 50 dagen hechtenis. Tevens is er een personenauto, een Volkswagen Golf, die in beslag was genomen, verbeurd verklaard. De zaak is verbonden met een ontnemingszaak, genummerd 19/05811, waarover ook een conclusie zal worden getrokken.

Tegen het arrest van het hof is door de verdachte cassatieberoep ingesteld. De aanzegging van het arrest is op 8 oktober 2020 aan de verdachte betekend. De verdachte werd bijgestaan door de advocaten mr. R.J. Baumgardt, mr. P. van Dongen en mr. S. van den Akker, allen werkzaam in Rotterdam. De termijn voor het indienen van middelen van cassatie, zoals voorgeschreven in artikel 437, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, verstreek op 7 december 2020. Gedurende deze termijn is er echter geen schriftuur met middelen van cassatie ingediend.

Aangezien de verdachte niet binnen de wettelijke termijn een schriftuur heeft ingediend, kan hij volgens artikel 437, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering niet in zijn cassatieberoep worden ontvangen. De conclusie van de Procureur-Generaal is dan ook dat de Hoge Raad de verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren in het ingestelde cassatieberoep.

Conclusie

PROCUREUR-GENERAAL

BIJ DE

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

Nummer19/05817
Zitting13 juli 2021

CONCLUSIE

F.W. Bleichrodt
In de zaak
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,
hierna: de verdachte.
1. Het gerechtshof Den Haag heeft bij arrest van 16 december 2019 de verdachte wegens “witwassen, meermalen gepleegd” veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis. Ook heeft het hof een in beslag genomen, nog niet teruggegeven personenauto (Volkswagen Golf) verbeurdverklaard.
2. De zaak hangt samen met de ontnemingszaak tegen de verdachte (19/05811). In deze zaak zal ik vandaag ook concluderen.
3. Tegen het arrest is namens de verdachte cassatieberoep ingesteld.
4. De aanzegging als bedoeld in art. 435, eerste lid, Sv is op 8 oktober 2020 aan de verdachte in persoon betekend. Mr. R.J. Baumgardt, mr. P. van Dongen en mr. S. van den Akker, allen advocaat te Rotterdam, hebben zich in cassatie als raadslieden van de verdachte gesteld. Zij zijn tijdig, bij portaalbericht van 13 oktober 2020, van de aanzegging aan de verdachte in kennis gesteld. De in art. 437, tweede lid, Sv gestelde termijn van twee maanden verstreek op 7 december 2020. Er is gedurende deze termijn geen schriftuur houdende middelen van cassatie binnengekomen.
5. Nu de verdachte niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, kan hij ingevolge art. 437, tweede lid, Sv niet in zijn cassatieberoep worden ontvangen.
6. Deze conclusie strekt ertoe dat de Hoge Raad de verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren in het ingestelde cassatieberoep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden

AG