ECLI:NL:PHR:2021:905
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen veroordeling voor witwassen zonder ingediende middelen
In deze zaak heeft het gerechtshof Den Haag op 16 december 2019 de verdachte veroordeeld voor het meermalen plegen van witwassen. De straf bestond uit een taakstraf van 100 uren, met als alternatief 50 dagen hechtenis. Tevens is er een personenauto, een Volkswagen Golf, die in beslag was genomen, verbeurd verklaard. De zaak is verbonden met een ontnemingszaak, genummerd 19/05811, waarover ook een conclusie zal worden getrokken.
Tegen het arrest van het hof is door de verdachte cassatieberoep ingesteld. De aanzegging van het arrest is op 8 oktober 2020 aan de verdachte betekend. De verdachte werd bijgestaan door de advocaten mr. R.J. Baumgardt, mr. P. van Dongen en mr. S. van den Akker, allen werkzaam in Rotterdam. De termijn voor het indienen van middelen van cassatie, zoals voorgeschreven in artikel 437, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, verstreek op 7 december 2020. Gedurende deze termijn is er echter geen schriftuur met middelen van cassatie ingediend.
Aangezien de verdachte niet binnen de wettelijke termijn een schriftuur heeft ingediend, kan hij volgens artikel 437, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering niet in zijn cassatieberoep worden ontvangen. De conclusie van de Procureur-Generaal is dan ook dat de Hoge Raad de verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren in het ingestelde cassatieberoep.