ECLI:NL:PHR:2021:508
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Beslag ex art. 94 Sv op auto onder klager t.z.v. verdenking van rijden zonder geldig rijbewijs
In deze zaak betreft het een klaagschrift van de klager, geboren in 1985, die verzoekt om teruggave van een onder hem inbeslaggenomen auto (Opel Astra) in het kader van een strafzaak. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had op 25 januari 2019 het klaagschrift ongegrond verklaard. De klager heeft cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door mr. S.W.M. Stevens, advocaat te 's-Gravenhage. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad heeft in zijn conclusie opgemerkt dat het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 25 januari 2021 in hoger beroep een arrest heeft gewezen, waarbij de auto verbeurd is verklaard. Dit arrest is onherroepelijk geworden, en er is geen beroep in cassatie ingesteld. Hierdoor is er geen belang meer voor de klager bij het cassatieberoep, en dient hij niet-ontvankelijk te worden verklaard. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt dan ook tot niet-ontvankelijkverklaring van de klager in het beroep. De zaak illustreert de gevolgen van een eerdere beslissing in de strafzaak voor het klaagschrift en de mogelijkheden die de wet biedt voor de klager om zijn belangen te behartigen.