Conclusie
PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CONCLUSIE
eerste middelklaagt dat de bewezenverklaring van het medeplegen van feit 1 niet uit de bewijsvoering kan worden afgeleid en/of de bewezenverklaring in zoverre onvoldoende is gemotiveerd.
Een proces-verbaal van aangifte met nummer PL1300-2016089684-1 van 24 april 2016, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2], door aangever ondertekend op 2 mei 2016 (pagina’s 115-118 van het doorgenummerde dossier). Dit proces-verbaal houdt in als de op 24 april 2016 afgelegde verklaring van aangever [slachtoffer] voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
23 april 2016] werd ik naar de [a-straat 1] in Amsterdam gebracht. Ik belde aan en [verdachte] [
het hof begrijpt hier en hierna steeds: de verdachte] deed de deur open en ik stapte naar binnen. Direct werd ik aangevallen door twee mannen. Ik werd hard op mijn gezicht geslagen, overal geschopt. Ik mocht niet weg, ze bleven mij slaan en schoppen. Een van de mannen had een zwart trainingspak aan, ongeveer 30 jaar oud, een blanke Nederlandse man met kort donkerblond haar. Die andere man kende ik ook niet maar ik hoorde [verdachte] ‘papa’ tegen hem zeggen, dus het was mij duidelijk dat dat haar stiefvader was.
het hof begrijpt: [betrokkene 1] en [betrokkene 2]) kwamen steeds terug op de vraag of [verdachte] bij mij was geweest of niet. Ik zei van wel, [verdachte] zei van niet en dan werd ik weer geslagen en geschopt. Uiteindelijk lieten die mannen mij gaan. Ik ben toen gaan lopen. Ik kwam mensen tegen op straat die de politie hebben gebeld. Van deze mensen hoorde ik dat het inmiddels 03:30 uur in de nacht was.
het hof begrijpt hier en hierna steeds: [betrokkene 3]) en twee anderen (
het hof begrijpt: medeverdachten [betrokkene 2] en [betrokkene 1]). Toen ik binnen kwam, werd ik meteen geslagen door twee jongens. Zij bleven mij slaan, schoppen en trappen. Het duurde in totaal van ’s middags tot ’s nachts. Ik ben overal geschopt en geslagen, ze probeerden mijn gezicht het meeste te pakken. Mijn gezicht was total loss. [betrokkene 3] heeft niks naars tegen mij gedaan. Als gevolg van de mishandeling zie ik nu niet zo goed meer. Met mijn linkeroog zie ik dubbel.
3. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2016089684-44 van 2 mei 2016, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 3] (pagina’s 119-120 van het doorgenummerde dossier). Dit proces-verbaal houdt in als de op 2 mei 2016 afgelegde, in dit proces-verbaal samengevatte, verklaring van aangever [slachtoffer] voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
het hof begrijpt: de slaapkamer) gebracht. Hier werd hij vastgehouden en meerdere malen mishandeld. Zodra [slachtoffer] de woning aan de [a-straat 1] binnen kwam deed [verdachte] de deur direct dicht en draaide zij de deur op slot, zodat hij niet meer weg kon. [verdachte] was bij de mishandelingen aanwezig.
het hof begrijpt: [betrokkene 3]) met zijn honden verbleef. Naast dit vertrek is een slaapkamer met daarin drie bedden. Dit vertrek grenst aan de achtertuin.
6. Een proces-verbaal van getuigenverhoor met nummer PL1300-2016089684-45 van 4 mei 2016, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 9] en [verbalisant 10] (pagina’s 160-163 van het doorgenummerde dossier). Dit proces-verbaal houdt in als verklaring van getuige [betrokkene 3], vóór zover van belang en zakelijk weergegeven:
het hof begrijpt: 23 april 2019) hoorde ik van [verdachte] dat iemand zou komen. Toen ik te horen kreeg dat iemand zou komen roken, moest ik van [verdachte] in de huiskamer gaan zitten. Ik werd hierdoor geïrriteerd en boos, want het is gewoon mijn eigen huis! Ik heb toen mijn hond gepakt en ben deze gaan uitlaten. Ik kwam terug en ging naar binnen en ik liep naar de achterkamer. Toen ik daar binnen was zag ik in de hoek van de kamer een man met zijn ogen dicht geslagen. Toen ik hem zag in de achterkamer, waren [betrokkene 1] en die andere stevige jongen (
het hof begrijpt: [betrokkene 2]) ook in de slaapkamer. [verdachte] liep in de woning heen en weer. Ik ben in de voorkamer gaan roken. Ik hoorde een paar keer gegil uit de achterkamer.
G = antwoord getuige
het hof begrijpt: de verdachte] zegt ga jij effe lekker naar de huiskamer. Ik zeg ben je wel goed bij je hoofd, in m’n eigen huis? Ik zeg ik ga m’n hond uitlaten, bekijk het effe allemaal hiero.
I: Ja.
Pagina 16
I: En die man die lag op de grond?
het hof begrijpt: aangever [slachtoffer]) eh die [betrokkene 2] waren in de achterkamer. En [verdachte] stond precies, die was heen en weer aan het lopen. Ik loop er toch maar naar toe. Staat ze precies in de opening, krijg ik m’n pof. En ik zie, ik zie die man, ik krijg m’n poffie. En ik denk, ik pak die pof aan.
[het hof begrijpt: cocaïne om te roken], [betrokkene 2] en [betrokkene 1] wilden steeds van de verdachte en [slachtoffer] weten of zij elkaar kenden en of de verdachte bij [slachtoffer] thuis was geweest. Telkens als [slachtoffer] dit bevestigde, ontkende de verdachte dit, waarna [slachtoffer] weer werd geslagen en geschopt. [slachtoffer] is, nadat hij de woning mocht verlaten, rond 03.30 uur door een voorbijganger bloedend op straat aangetroffen. Hij had meerdere verwondingen in zijn gezicht en zijn ogen waren zo verdikt dat hij deze niet meer kon openen. De verdachte is om 04.05 uur samen met [betrokkene 1] en [betrokkene 2] aangehouden in de woning aan de [a-straat]. Zij bevonden zich toen alle drie in de achterkamer, grenzend aan de tuin.
tweede middelklaagt over de vervangende hechtenis die aan de opgelegde schadevergoedingsmaatregel is verbonden.
derde middelklaagt dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM in de cassatiefase is overschreden omdat de stukken te laat door het hof zijn ingezonden.