“Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) jaren en 326 (driehonderdzesentwintig) dagen.
(…)
Gelast dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld, onder de navolgende voorwaarden:
• dat verdachte geen strafbare feiten zal plegen;
• dat verdachte voor het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van één of meerdere vingerafdrukken en/of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden, opdat de reclassering daarvan een kopie zal kunnen maken;
• dat verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het verstrekken van een actuele pasfoto en het verstrekken van informatie zoals bedoeld in het kader van het landelijke opsporingsbeleid ten aanzien van terbeschikkinggestelden;
• dat verdachte zich onder toezicht van de reclassering zal stellen en zich zal houden aan de voorschriften en aanwijzingen die door of namens de reclassering aan hem gegeven worden;
• dat verdachte zich niet buiten de Europese landsgrenzen van Nederland zal begeven, tenzij dit wordt toegestaan door de reclassering, die hierover overlegt met het Openbaar Ministerie;
• dat verdachte niet van adres zal veranderen c.q. verhuizen zonder vooraf overleg met en toestemming van de reclassering;
• dat verdachte de reclassering zicht zal verschaffen op de voortgang van zijn begeleiding en behandeling, waarbij hij zich open en begeleidbaar op zal stellen;
• dat verdachte de reclassering toestemming zal verlenen om referenten te raadplegen en contact te onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken van zijn netwerk (partner, familieleden, vrienden, kennissen, werkgever, verenigingsleven etc.);
• dat verdachte zich coöperatief op zal stellen in het contact met gemeentelijke autoriteiten/ instellingen (burgemeester, ambtenaren, politie, woningbouwvereniging etc.)
• dat verdachte, indien de reclassering dit nodig acht mee zal werken aan een time out in een FPC van maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging van met nog eens maximaal 7 weken per jaar dat de tbs loopt.
• dat verdachte wordt verplicht om zich te laten opnemen in FPK De Woenselse Poort of een soortgelijke instelling, zulks ter beoordeling van het NIFP-IFZ, waarbij hij zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van de behandeling door of namens de (geneesheer-) directeur van die instelling worden gegeven, ook als dat inhoudt de inname van door behandelaren voorgeschreven medicatie;
• dat verdachte - indien geïndiceerd - na de klinische behandeling mee zal werken aan een ambulante behandeling in een forensische polikliniek of soortgelijke instelling, wanneer dit door de reclassering en/of behandelaars nodig wordt bevonden;
• dat verdachte een zinvolle dagbesteding zal hebben, betaald dan wel onbetaald;
• dat verdachte de reclassering inzage zal geven in zijn financiële situatie. Hij laat zich zo nodig begeleiden op financieel gebied. Indien geïndiceerd werkt hij mee aan een traject aangaande bewindvoering;
• dat verdachte geen verdovende middelen en/of alcohol zal gebruiken. In geval van terugval in middelengebruik zal met alle betrokken partijen overleg volgen om mogelijke consequenties af te stemmen. Een kamercontrole behoort dan tot de mogelijkheden.
• dat verdachte, indien geïndiceerd, zal meewerken aan urinecontroles en/of blaasproeven in verband met middelen- en alcoholgebruik met een frequentie die De Woenselse Poort, of soortgelijke instelling, en de reclassering passend vinden. Deze controles zullen onderdeel uitmaken van de begeleiding ten behoeve van terugvalpreventie. Indien er vermoedens zijn van regelmatig alcoholgebruik dat niet naar voren komt middels blaas- of urinecontroles, dan kan een CDT-bepaling middels bloedafname ingezet worden.