Conclusie
eerste middelklaagt dat de bestreden uitspraak niet een overzicht bevat van de bewijsmiddelen waaraan het hof de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel heeft ontleend, althans dat een expliciete verwijzing naar de bewijsmiddelen in de hoofdzaak ontbreekt.
“Vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel
Bewijsvoering
De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest met de bewijsmiddelen vereist in een aan dit arrest gehechte bijlage worden opgenomen.”
in de hoofdzaak, stelt het een eis die geen steun vindt in het recht.
tweede middelbehelst de klacht dat het hof niet (afdoende) heeft gerespondeerd op het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt dat de betrokkene geen inkomsten uit de hennepplantage heeft verkregen, dan wel dat er meer personen betrokken waren bij de hennepplantage waardoor het verkregen voordeel niet, althans niet alleen op hem kan worden afgewend.
“De ontnemingsvordering
geen bewijsbare rol gespeeld bij de daadwerkelijk exploitatie van de hennepkwekerij. Mitsdien heeft hij ook geen aantoonbare baten gehad. De rekening van het elektriciteitsbedrijf bevestigt ook een beperkte duur van exploitatie.
nietheeft aangemerkt als een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt. Dat oordeel (van feitelijke aard) acht ik niet onbegrijpelijk. Als ‘uitdrukkelijk onderbouwd standpunt’ kan immers uitsluitend worden aangemerkt een standpunt dat duidelijk, door argumenten geschraagd en voorzien van een ondubbelzinnige conclusie ten overstaan van de feitenrechter naar voren is gebracht. [4] Hetgeen door de raadsman met betrekking tot de toerekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel aan de betrokkene is aangevoerd, kan bezwaarlijk als zodanig worden aangemerkt.