ECLI:NL:PHR:2018:276

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
13 februari 2018
Publicatiedatum
3 april 2018
Zaaknummer
16/05834
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in cassatieberoep wegens het niet indienen van middelen van cassatie

In deze zaak betreft het een cassatieberoep tegen een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 8 juni 2016. De verdachte heeft tijdig beroep in cassatie ingesteld, maar er zijn geen middelen van cassatie ingediend. De aanzegging, zoals bedoeld in artikel 435, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), is geldig betekend. Volgens artikel 437, tweede lid, Sv dient er binnen twee maanden na de betekening van de aanzegging door een raadsman een schriftuur met middelen van cassatie te worden ingediend. Aangezien er bij de Hoge Raad niet tijdig een schriftuur is ingediend, wordt de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn cassatieberoep. De conclusie van de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad is dat de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het cassatieberoep, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling wordt genomen.

Conclusie

Nr. 16/05834
Zitting: 13 februari 2018
Mr. E.J. Hofstee
Conclusie inzake:
[verdachte]
Het cassatieberoep keert zich tegen een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 8 juni 2016.
Er bestaat samenhang met de zaak 16/05927. Ook in die zaak zal ik vandaag concluderen.
Namens de verdachte is tijdig beroep in cassatie ingesteld. Hoewel de aanzegging als bedoeld in art. 435, eerste lid, Sv geldig is betekend, zijn namens hem geen middelen van cassatie voorgesteld.
Ingevolge art. 437, tweede lid, Sv, dient op straffe van niet-ontvankelijkheid binnen twee maanden na de betekening van de aanzegging als bedoeld in art. 435, eerste lid, Sv door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie te zijn ingediend. Nu bij de Hoge Raad niet tijdig een schriftuur is ingediend, dient de verdachte niet-ontvankelijk in zijn cassatieberoep te worden verklaard.
Deze conclusie strekt ertoe dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het cassatieberoep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG