ECLI:NL:PHR:2017:448
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Beroep op nietigheid dagvaarding wegens gebruik van alarmnummer zonder noodzaak
In deze zaak gaat het om een beroep op nietigheid van de dagvaarding in verband met het opzettelijk gebruik maken van een alarmnummer voor publieke diensten, zoals vastgelegd in artikel 142 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte is eerder door het gerechtshof 's-Hertogenbosch veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf weken, waarvan tien weken voorwaardelijk, voor het onterecht gebruik maken van het alarmnummer 112. Het cassatieberoep is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat R.J. Baumgardt, die twee middelen van cassatie heeft voorgesteld. Het eerste middel betreft de klacht dat het hof de dagvaarding ten onrechte niet nietig heeft verklaard wegens strijd met artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering. De verdediging stelt dat de tenlastelegging onvoldoende feitelijke omschrijving bevatte van de tenlastegelegde gedragingen. De Hoge Raad oordeelt dat de beoordeling van de dagvaarding en de feitelijke omschrijving van de gedragingen samenhangt met waarderingen van feitelijke aard, wat in cassatie niet aan de orde kan komen. Het tweede middel betreft de overschrijding van de redelijke inzendtermijn in de cassatiefase, waarbij de Hoge Raad vaststelt dat de termijn van acht maanden is overschreden. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot vernietiging van het bestreden arrest, maar uitsluitend wat betreft de hoogte van de opgelegde straf, en tot verwerping van het beroep voor het overige.