Uitspraak
1.Geding in cassatie
3.Slotsom
4.Beslissing
5 november 2013.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 november 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. Het beroep in cassatie was ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof, P.C. Vegter, die concludeerde tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof. De zaak betrof een tenlastelegging van vernieling, beschadiging en onbruikbaar maken van een ruit van een deur in Diemen op 7 augustus 2010. Het Gerechtshof had de inleidende dagvaarding nietig verklaard, omdat het onder 2 tenlastegelegde feit onvoldoende feitelijk was omschreven. De Hoge Raad oordeelde dat de termen 'vernield', 'beschadigd' en 'onbruikbaar gemaakt' feitelijke betekenis hebben en dat de tenlastelegging voldeed aan de eisen van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Gerechtshof voor zover deze aan zijn oordeel onderworpen was en wees de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam voor herbehandeling van het onder 2 tenlastegelegde feit.