Conclusie
2. Esso Nederland B.V.
1.Feiten en procesverloop
Het tweede alternatief (b) was betaling ineens van de huurprijs over een periode van maximaal 40 respectievelijk 50 jaar.
Onder de kop ‘Achtergrond van de overeenkomst’ is onder h van de wijzigingsovereenkomst het volgende opgenomen:
2.Bespreking van het cassatiemiddel
model, dat in veel gevallen behulpzaam kan zijn bij de beantwoording van de
eigenlijkevraag of partijen hun toestemming aan een overeenkomst hebben gegeven. [4] Daarvoor is de wilsvertrouwensleer bepalend (en het model van aanbod en aanvaarding slechts behulpzaam). Het antwoord op de vraag of een overeenkomst is tot stand gekomen (of een overeenkomst tot wijziging van een overeenkomst), is dus afhankelijk van hetgeen partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen hebben afgeleid en in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mochten afleiden. [5] Het hof heeft alleszins terecht, behalve naar het model van aanbod en aanvaarding, ook naar de laatstbedoelde maatstaf verwezen.
eenreden of een aanleiding was voor het aanbieden van alternatieven, maar zeker niet de enige reden of aanleiding is geweest.
genoemd. Vergelijk voor dit laatste de tekst van bedoelde brieven: [7]
Naar aanleiding hiervan wil ik u thans in de gelegenheid stellen, indien u dit wenst, in plaats van de vijfjaarlijkse herziening te kiezen uit twee andere mogelijkheden. (…)’
Essoverliepen niet bepaald snel en de daarvan overgelegde correspondentie is summier.
Eind december 1987 maakte de algehele huurprijsherzieningsmogelijkheid na 25 jaar dus deel uit van de gewijzigde overeenkomsten met Esso.
de oude maatschapzijn iets anders verlopen, maar evenmin snel en ook de daarvan overgelegde correspondentie is summier.
“de eerder ter sprake gekomen aangrenzende huurder.”Dat het Havenbedrijf met deze brief slechts een gedeelte van haar aanbod gestand deed, te weten alleen de jaarlijkse indexering, afzag van de algehele huurprijsherziening na 25 jaar, en dus een derde alternatief voor de vijfjaarlijkse herzieningsmogelijkheid bood, valt in de brief niet te lezen. De oude maatschap stelt ook niet op basis waarvan zij mocht vertrouwen dat het hier een geheel nieuw aanbod betrof.
Subonderdeel 3.3zegt hetzelfde, maar nu in de gedaante van een motiveringsklacht. Volgens het middel mocht het hof het in de brieven van februari 1985 en juni 1986 gedane aanbod niet tot uitgangspunt nemen, omdat het was verworpen, althans vervallen.
subonderdeel 3.4klagen Team Terminal c.s. dat onbegrijpelijk is het oordeel van het hof in rechtsoverweging 10 dat Esso niet heeft gesteld op basis waarvan zij er redelijkerwijs op mocht vertrouwen dat het Havenbedrijf met haar brief van 30 juni 1987 slechts een gedeelte van haar aanbod in de brieven van februari 1985 en juni 1986 bedoelde te handhaven, te weten alleen de jaarlijkse indexering zonder de algehele huurprijsherziening na 25 jaar. Het middel wijst op het beroep dat Esso heeft gedaan op de omstandigheid dat de algehele herziening in (de tekst van) de brief van 30 juni 1987 niet voorkwam, ook niet ‘tussen de regels door’, en dat slechts ten aanzien van de indexcijfers naar eerdere brieven werd terugverwezen (conclusie van antwoord onder 2.10 en memorie van antwoord onder 2.14-2.15 en 4.15-4.16).
subonderdeel 3.5richten zich vanuit diverse invalshoeken tegen de rechtsoverwegingen 10 en 11 van het hof.
verkeerdestelling heeft betrokken, bestaat bij de klacht geen belang, omdat het hof aan de omstandigheid nu juist géén gevolgen heeft verbonden (ze doet volgens het hof immers aan het eerder geformuleerde oordeel niet af). Dat de bedoelde omstandigheid, indien zij op de
juistestelling wordt betrokken, met ’s hofs oordeel onverenigbaar is, betoogt het middel niet.
subonderdeel 3.6klagen Team Terminal c.s. dat het hof in rechtsoverwegingen 10 en 11 geen aandacht besteedt aan omstandigheden van ná het sluiten van de overeenkomst waarop Team Terminal c.s. zich hebben beroepen. Het gaat dan met name om de volgende omstandigheden: (a) het Havenbedrijf heeft niet gereageerd op de brieven van 29 december 1987 en 5 september 1989 en (b) de huurprijs werd jaarlijks geïndexeerd terwijl alleen dáárvan in de correspondentie melding werd gemaakt.
subonderdeel 3.8heeft het hof miskend dat het op de weg van een professionele verhuurder ligt om na verschillende aanbiedingen tot indexering en/of herziening van de huurprijs en na aanvaarding van een van die aanbiedingen te onderzoeken of die aanvaarding overeenstemt met het laatste aanbod en aan de huurder te bevestigen met welk aanbod de huurder concreet en precies akkoord is gegaan. Volgens het middel leidt het verzuimen van deze gehoudenheid ertoe dat een verhuurder zich niet op zijn vertrouwen kan beroepen.
contra proferentem.Daargelaten of niet aldus een
andereklacht wordt geponeerd dan het middel inhield, geldt dat uitleg
contra proferentemin de verhouding tussen partijen niet meer is dan een gezichtspunt (zoals de schriftelijke toelichting t.a.p. ook onderkent). Het hof heeft min of meer uitvoerig gemotiveerd waarom het de tussen partijen gevoerde onderhandelingen waardeert zoals het dat heeft gedaan. Ook in het licht van het gezichtspunt
contra proferentemschiet die motivering mijns inziens niet te kort. In dit verband verdient nog opmerking dat het middel (en evenmin de schriftelijke toelichting) geen plaatsen aanduidt alwaar op bedoeld gezichtspunt door Team Terminal c.s. in de feitelijke instanties een beroep was gedaan.
onderdeel 4wordt opgekomen tegen de rechtsoverwegingen 15 tot en met 18 van het arrest van het hof, waarin het hof ingaat op het verweer van Team Terminal c.s. dat uit de wijzigingsovereenkomst van 1994 blijkt dat partijen eind jaren ’80 niet een algehele herzieningsmogelijkheid na 25 jaar zijn overeengekomen. Het hof heeft ten aanzien van dit verweer als volgt overwogen:
dat deze huurprijzen in het vervolg (uitsluitend) zouden worden aangepast door jaarlijkse indexatie”
,dat partijen
uitsluitendeen jaarlijkse indexering zijn overeengekomen en niet ook nog een algehele herzieningsmogelijkheid na 25 jaar. Nergens in de wijzigingsovereenkomst, zo stellen Team Terminal c.s., wordt van die algehele herzieningsmogelijkheid gewag gemaakt. Verwijzing naar de brieven van 8 en 13 februari 1985 vindt alleen plaats in het verband van de systematiek van de indexering. Verder staat er duidelijk: de overeenkomst zoals
belichaamdin de brieven van 21 april 1989 en 5 september 1989. In die brieven wordt alleen over de indexering gesproken. Het is toch vreemd dat in die hele uitgebreide clausule onder H de algehele herziening niet wordt genoemd. Voorts wordt in de bepaling onder G alleen voorzien in een verlenging per 31 december 2009 met een recht op verlenging van tweemaal vijftien jaar. Daarmee zouden de overeenkomsten eerder eindigen dan aanvankelijk voorzien. Uit de overeenkomst volgt niets anders dan dat de overeenkomsten in geval van verlenging onder de vigerende voorwaarden zouden worden voortgezet, aldus nog steeds Team Terminal c.s.
subonderdeel 4.2verwijten Team Terminal c.s. het hof dat het zich aan een cirkelredenering heeft schuldig gemaakt. Het middel wijst erop dat Team Terminal c.s. een beroep op de wijzigingsovereenkomst hebben gedaan ter ondersteuning van hun standpunt dat zij een algehele herziening na 25 jaar niet zijn overeengekomen. Gelet daarop, aldus het middel, mocht het hof bij de bespreking van de wijzigingsovereenkomst niet tot uitgangspunt nemen dat de contracten waren gewijzigd in een systeem mét een mogelijkheid van herziening na 25 jaar. Verder klaagt het middel erover dat ’s hofs uitleg van het woord ‘uitsluitend’ nietszeggend is en dat het hof nader had moeten motiveren waarom het niet voor de door Team Terminal c.s. bepleite uitleg koos.
petitio principiibedoelt, blijkt uit de rechtsoverwegingen 16 en 17 (die anders overbodig zouden zijn en waarop de aangevallen zinsnede uit rechtsoverweging 15 vooruitgrijpt). Het hof heeft klaarblijkelijk de betekenis van de wijzigingsovereenkomst voor het tussen partijen bestaande geschil gewaardeerd tegen de achtergrond van zowel de tekst en strekking van die overeenkomst als de tot en met 1989 tussen partijen gevoerde onderhandelingen en heeft op grond daarvan het gebruik van het woordje ‘uitsluitend’ in die overeenkomst een onvoldoende aanwijzing geoordeeld voor een andere uitleg dan het had aanvaard. In die context heeft het hof overwogen dat de betekenis van ‘uitsluitend’ evengoed anders kan zijn dan door Team Terminal c.s. was betoogd. Aldus begrepen dunkt mij ’s hofs oordeel noch onbegrijpelijk noch onvoldoende gemotiveerd.
subonderdeel 4.3erover dat het hof geen aandacht heeft besteed aan het uitvoerige betoog van Team Terminal c.s. over de totstandkoming (voorgeschiedenis) van de wijzigingsovereenkomst, waaronder de verschillende tussen partijen gewisselde concepten van die overeenkomsten.
3.Conclusie
de Hoge Raad der Nederlanden