Conclusie
[verzoeker],
Onderdeel 1betoogt kort gezegd dat het hof heeft miskend dat (i) [verzoeker] de pensioenpolissen niet moedwillig heeft verzwegen, (ii) de polissen niet afkoopbaar zijn en (iii) in de “Checklist huisbezoek” niet naar pensioenpolissen wordt gevraagd. In
onderdeel 2wordt geklaagd dat rechtbank en hof ten onrechte niet op [verzoekers] verweer zijn ingegaan met betrekking tot de non-afkoopbaarheid van de polissen, zodat deze toch niet ten bate van de boedel zouden hebben kunnen komen (en zij pas in 2019 tot uitkering zouden komen). Volgens
onderdelen 3 en 4heeft het hof niet gerespondeerd op [verzoekers] verweer dat hij de veroordeling in het tekort in het faillissement van [A] B.V. aan de gemeente Schiedam heeft gemeld (zodat hij op dit punt niet is tekortgeschoten in zijn informatieverplichting), resp. dat de desbetreffende schuld buiten de in art. 288 lid 1 aanhef en onder b Fw genoemde vijfjaarstermijn valt.