Conclusie
Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden
1.Inleiding
2.Feiten en procesverloop
Motivering indeling goederen onder de goederencode 8521 9000 90
3.Geding voor de Rechtbank en het Hof
4.Het geding in cassatie
5.De theorie van de indeling(sregels)
wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukkenen - voor zover dit niet in strijd is met de bewoordingen van bedoelde posten en aantekeningen - de navolgende regels.”
het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederenin het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle
in de regel worden gevonden in de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, zoals deze in de tekst van de GN-posten en in de aantekeningen bij de afdelingen of hoofdstukken zijn omschreven(zie met name arrest Roeckl Sporthandschuhe, C‑123/09, EU:C:2010:237, punt 27).”
de bestemmingvan het product
een objectief indelingscriterium kan zijn wanneer die bestemming inherent is aan het product, waarbij de inherentie moet kunnen worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product (…).”
toelichtingenvan de Commissie op de GN en de toelichtingen van de WDO op het GS zijn, hoewel zij
rechtens niet verbindend zijn, belangrijke hulpmiddelenbij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten (zie met name arrest Delphi Deutschland, C‑423/10, EU:C:2011:315, punt 24).”
6.Afdeling XVI, hoofdstukken 84 en 85 en tariefposten 8471 en 8521 van de GN
machines met twee of meer verschillende (afwisselende of aanvullende) functies, ingedeeld naar de hoofdfunctie die kenmerkend is voor het complex.” [28]
schijvengeheugeneenheden die voldoen aan het bepaalde in onderdeel C, onder 2) en 3), hiervoor, zijn evenwel in alle gevallen in te delen als eenheden bedoeld bij post 8471.”
eigen functiehebben (anders dan automatische gegevensverwerking) [35] buiten het bereik van tariefpost 8471 van de GN vallen. Aantekening 5E luidt:
A machine incorporating an automatic data processing machine and performing a specific function other than data processing is classifiable in the heading corresponding to the function of that machine or, in the absence of a specific heading, in a residual heading, and not in heading 84.71.
AUTOMATIC DATA PROCESSING MACHINES AND UNITS THEREOF
the headingexcludesmachines, instruments or apparatus incorporating or working in conjunction with an automatic data processing machine and
performing a specific function. Such machines, instruments or apparatus are classified in the headings appropriate to their respective functions or, failing that, in residual headings (…).
SEPARATELY PRESENTED UNITS
are in all cases to be classified as constituent units of data processing systems.
orreproducing apparatus”, “appareils d’enregistrement
oude reproduction vidéophoniques” en “Videogeräte zur Bild- und Tonaufzeichnung
oder–wiedergabe”. [38] Daarnaast valt te wijzen op de beschikking van het HvJ van 9 december 2010, KMB Europe, C-193/10, inzake de indeling van een MP3-speler:
orreproducers’:
nietonder tariefpost 8471 van de GN (kunnen) vallen.
7.ITA
dat de WTO-overeenkomsten, gelet op de aard en de opzet ervan, in beginsel niet behoren tot de normen waaraan het Hof de wettigheid van de handelingen van de gemeenschapsinstellingen toetst(arrest van 23 november 1999, Portugal/Raad, C‑149/96, Jurispr. blz. I‑8395, punt 47; beschikking van 2 mei 2001, OGT Fruchthandelsgesellschaft, C‑307/99, Jurispr. blz. I ‑3159, punt 24; arresten van 12 maart 2002, Omega Air e.a., C‑27/00 en C‑122/00, Jurispr. blz. I‑2569, punt 93; 9 januari 2003, Petrotub en Republica/Raad, C‑76/00 P, Jurispr. blz. I‑79, punt 53, en 30 september 2003, Biret International/Raad, C‑93/02 P, Jurispr. blz. I‑10497, punt 52).
Slechts ingeval de Gemeenschap uitvoering heeft willen geven aan een in het kader van de WTO aangegane bijzondere verplichting of indien de gemeenschapshandeling uitdrukkelijk naar specifieke bepalingen van de WTO-overeenkomsten verwijst, staat het aan het Hof de wettigheid van de betrokken gemeenschapshandeling aan de WTO-regels te toetsen(zie, wat de GATT 1947 betreft, arresten van 22 juni 1989, Fediol/Commissie, 70/87, Jurispr. blz. 1781, punten 19‑22, en 7 mei 1991, Nakajima/Raad, C‑69/89, Jurispr. blz. I‑2069, punt 31, en wat de WTO-overeenkomsten betreft, reeds aangehaalde arresten Portugal/Raad, punt 49, en Biret International/Raad, punt 53).”
de WTO‑overeenkomsten, gelet op hun aard en opzet,
in beginsel niet tot de normen waaraan het Hof de wettigheid van handelingen van de instellingen van de Unie toetst.
Slechts ingeval de Unie uitvoering heeft willen gevenaan een in het kader van de WTO aangegane
bijzondere verplichting of indien de handeling van de Unie uitdrukkelijk naar specifieke bepalingen van de WTO-overeenkomsten verwijst, dient het Hof
de betrokken handeling aan de WTO-regels te toetsen teneinde de wettigheid ervan na te gaan(…).”
een marktdeelnemer, gelet op de bijzondere kenmerken van het stelsel voor geschillenbeslechting binnen de WTO, dat een belangrijke plaats inruimt voor onderhandelingen tussen partijen,
voor een rechterlijke instantie van een lidstaat niet kan aanvoeren dat een regeling van de Unie onverenigbaar is met bepaalde WTO-regels, ook al heeft het DSB verklaard dat deze regeling onverenigbaar is met deze regels en is de redelijke termijn verstreken die in het kader van het bij de WTO-overeenkomsten opgezette stelsel voor geschillenbeslechting aan de Unie is verleend om deze uitspraak na te leven(zie in die zin arrest Van Parys, reeds aangehaald, punt 54).
ook al roepen de bepalingen van een overeenkomst als ITA voor de particulieren geen rechtenin het leven waarop zij zich krachtens het Unierecht
rechtstreeks voor de rechter kunnen beroepen, wanneer een Unieregeling op een bepaald gebied bestaat,
gebiedt de voorrangvan door de Unie gesloten
internationale overeenkomsten op teksten van afgeleid recht deze laatste voor zover mogelijk overeenkomstig deze overeenkomsten uit te leggen(zie in die zin arresten van 10 september 1996, Commissie/Duitsland, C‑61/94, Jurispr. blz. I‑3989, punt 52, en 6 juli 2010, Monsanto Technology, C‑428/08, nog niet gepubliceerd in de Jurisprudentie, punt 72).”
de voorrangvan
door de Unie gesloten internationale overeenkomsten op teksten van afgeleid recht gebiedtdat
deze teksten voor zover mogelijk conform deze overeenkomsten worden uitgelegd, ook al roepen de bepalingen van een overeenkomst als
de ITA voor particulieren geen rechten in het levenwaarop zij zich krachtens het Unierecht rechtstreeks
voor de rechter kunnen beroepen, wanneer een Unieregeling op het betrokken gebied bestaat (…).”