ECLI:NL:PHR:2013:CA3734

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
31 mei 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
13/01198
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Civiel recht
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ontheffing van het ouderlijk gezag en de rol van deskundigen in de beoordeling

In deze zaak gaat het om een verzoek tot ontheffing van het ouderlijk gezag van de moeder over haar minderjarige kinderen, [kind 1] en [kind 2]. De moeder is ontheven van het ouderlijk gezag door het hof 's-Gravenhage, dat de eerdere beschikking van de kinderrechter heeft bekrachtigd. De moeder heeft hiertegen beroep in cassatie ingesteld, waarbij zij aanvoert dat het hof haar verzoek om een onafhankelijk deskundige in te schakelen niet heeft gehonoreerd.

De moeder stelt dat het hof haar onvoldoende inzicht in haar psychische problematiek heeft toegeschreven en dat dit niet deugdelijke motivering is voor het afwijzen van haar verzoek. Het hof heeft echter in zijn oordeel rekening gehouden met een brief van de psychiater van de moeder, waarin wordt gesteld dat de moeder niet in staat is om een stabiele opvoedingssituatie voor de minderjarigen te creëren.

Het hof concludeert dat een nieuw onderzoek door een onafhankelijke deskundige niet tot een andere beslissing zal leiden, en heeft daarom het verzoek van de moeder om een deskundige te benoemen gepasseerd. De Hoge Raad oordeelt dat de klacht van de moeder niet tot cassatie kan leiden, en dat het oordeel van het hof niet onbegrijpelijk is en voldoende gemotiveerd. De conclusie van de Advocaat-Generaal strekt tot niet-ontvankelijk verklaring van het cassatieberoep op basis van artikel 80a RO.

Conclusie

Zaak 13/01198
Mr. P. Vlas
Zitting, 31 mei 2013
Conclusie inzake art. 80a RO:
[de moeder]
(hierna: de moeder),
tegen
De Raad voor de Kinderbescherming
te 's-Gravenhage
(hierna: de Raad)
1. Bij beschikking van 12 december 2012 heeft het hof 's-Gravenhage de beschikking van 11 mei 2012 van de kinderrechter in de rechtbank 's-Gravenhage bekrachtigd, waarbij de moeder is ontheven van het ouderlijk gezag over de minderjarigen [kind 1] (geboren op [geboortedatum] 2004 te [geboorteplaats]) en [kind 2] (geboren op [geboortedatum] 2006 te [geboorteplaats]) (hierna: de minderjarigen). De moeder heeft tegen de beschikking van het hof (tijdig) beroep in cassatie ingesteld.
2. In cassatie voert de moeder één klacht aan, te weten dat het hof haar verzoek om een onafhankelijk deskundige in te schakelen niet heeft gehonoreerd, althans heeft gepasseerd, zonder deugdelijke motivering. De aangevoerde klacht rechtvaardigt geen behandeling in cassatie, omdat de klacht klaarblijkelijk niet tot cassatie kan leiden. Daartoe geldt het volgende. Het hof heeft bij zijn oordeel onder meer acht geslagen op een brief van de psychiater van de moeder. Het hof heeft geoordeeld dat de moeder onvoldoende inzicht heeft in haar eigen psychische problematiek en niet in staat moet worden geacht om voor de minderjarigen een blijvende stabiele opvoedingssituatie te creëren. Het hof heeft voorts overwogen dat gezien de inhoud van deze brief van de psychiater 'een nieuw onderzoek van een onafhankelijk deskundige niet tot een andere beslissing zal leiden, zodat het hof het verzoek van de moeder om tot benoeming van een onafhankelijke deskundige over te gaan zal passeren' (zie rov. 8, slot). Dit oordeel is niet onbegrijpelijk en niet ondeugdelijk gemotiveerd.
3. De conclusie strekt tot het niet-ontvankelijk verklaren van het cassatieberoep op de voet van art. 80a RO.
De Procureur-Generaal bij de
Hoge Raad der Nederlanden
A-G