ECLI:NL:PHR:2013:BY9081

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
15 februari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/04839
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Civiel recht
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijwaring van makelaar door cliënt voor veilingkosten in cassatieprocedure

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 april 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure waarbij eiseres, een cliënt uit Israël, cassatie heeft ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft de vrijwaring van een makelaar door de cliënt voor veilingkosten. De eiseres heeft in haar cassatieberoep verschillende middelen aangevoerd, maar de Hoge Raad oordeelt dat deze middelen niet tot cassatie kunnen leiden.

De Hoge Raad overweegt dat de middelen die zijn gebaseerd op stellingen in feitelijke instanties zonder de juiste verwijzingen naar de processtukken niet voldoen aan de eisen die daaraan gesteld worden. Dit is in lijn met eerdere rechtspraak, waarin is bepaald dat een goede procesorde vereist dat stellingen duidelijk onderbouwd worden.

Daarnaast heeft de Hoge Raad vastgesteld dat de rechtbank in het bestreden arrest heeft geoordeeld dat de betrokkenen, waaronder de makelaar en de cliënt, geen leken waren op het gebied van onroerende zaken. Dit oordeel is niet onbegrijpelijk en de Hoge Raad laat in het midden of de studie van een van de betrokkenen na het kandidaatsexamen is voortgezet.

Uiteindelijk concludeert de Hoge Raad dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard kan worden op basis van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat de middelen niet tot cassatie kunnen leiden, en de Hoge Raad volgt deze conclusie.

Conclusie

Rolnr. 12/04839
Mr M.H. Wissink
Zitting van 4 januari 2013
Conclusie inzake:
[Eiseres],
te [woonplaats] (Israël),
eiser tot cassatie
tegen
[Verweerder],
te [woonplaats],
verweerder in cassatie
1. Bij dagvaarding van 9 oktober 2012 heeft eiseres tijdig cassatieberoep ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 10 juli 2012. De middelen kunnen klaarblijkelijk niet tot cassatie leiden.
2. Voor zover de middelen steunen op in feitelijke instanties aangevoerde stellingen zonder vermelding van de vindplaats(en) van die stellingen in de stukken van het geding, voldoen zij niet aan de daaraan te stellen eisen (HR 5 november 2010, LJN BN6196).
Middel I keert zich tegen een geenszins onbegrijpelijk oordeel. Blijkens rov. 3.4 van het bestreden arrest (op p. 7, midden) heeft de rechtbank vastgesteld dat [betrokkene 1] "geen leek was op het gebied van onroerende zaken" en blijkens rov. 3.11 werkten [betrokkene 1] en [verweerder] al langer samen. In dit licht en mede gezien de studie bouwkunde van [betrokkene 1] kon het hof tot zijn oordeel komen, waarbij in het midden kan blijven of deze studie na het kandidaatsexamen nog is voortgezet (in de MvG nrs. 2 en 8 wordt overigens door [eiseres] gesteld dat [betrokkene 1] een architectendiploma heeft). Blijkens rov. 3.4van het bestreden arrest (op p. 7, midden) heeft voorts de rechtbank (en niet het hof) een overweging gewijd aan de deskundigheid van [betrokkene 2]. Het middel maakt niet duidelijk dat en, zo ja, in welk verband [eiseres] een beroep heeft gedaan op de bedoelde productie 2.
Middel II mist feitelijke grondslag. Het hof niet heeft vastgesteld dat [betrokkene 3] de informatieplicht ernstig had geschonden of dat [verweerder] door een regeling te treffen met [betrokkene 3] de positie van [eiseres] verzwakte; het middel gaat voorts voorbij aan de in rov. 3.8 vastgestelde grondslag van de verplichting van [eiseres] om [verweerder] te 'vrijwaren'. Ten onrechte veronderstelt het middel, dat de mogelijkheid om verhaal te zoeken op in Nederland aanwezige vermogensbestanddelen van [eiseres] redengevend was voor het oordeel in rov. 3.9.
Conclusie
De conclusie strekt ertoe dat het cassatieberoep met toepassing van artikel 80a RO niet-ontvankelijk verklaard kan worden.
De Procureur-Generaal bij de
Hoge Raad der Nederlanden
A-G