ECLI:NL:PHR:2012:BW4815
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Non-conformiteit bij de verkoop van onroerende zaken en de onderzoeksplicht van de koper
In deze zaak gaat het om de non-conformiteit van een onroerende zaak, waarbij een gedeelte volgens het bestemmingsplan niet afzonderlijk verhuurbaar bleek te zijn. De feiten zijn als volgt: [Verweerder] heeft op 14 oktober 2004 een koopovereenkomst gesloten met [Eiser] voor de aankoop van een woonhuis met garage en werkplaats voor € 505.000,-. Bij de overeenkomst was een vragenlijst gevoegd, waarin onder andere werd vermeld dat de werkplaats niet afzonderlijk verhuurd mocht worden volgens het bestemmingsplan. Na de levering van het onroerend goed op 14 april 2006, heeft [Verweerder] [Eiser] gedagvaard, omdat hij meende dat de verhuurbaarheid van de werkplaats een essentieel onderdeel van de overeenkomst was. De rechtbank heeft in eerste aanleg de vorderingen van [Verweerder] afgewezen, omdat zij oordeelde dat de verhuurbaarheid geen onderdeel van de overeenkomst was en [Verweerder] niet aan zijn onderzoeksplicht had voldaan.
[Verweerder] ging in hoger beroep, en het hof oordeelde dat indien [Verweerder] kan bewijzen dat hij aan [Eiser] heeft medegedeeld dat hij de werkplaats wilde verhuren, hij een beroep kan doen op non-conformiteit. Het hof stelde dat een koper in beginsel mag afgaan op mededelingen van de verkoper, vooral als deze mededelingen van groot belang zijn voor de koper. Het hof verwierp het betoog van [Eiser] dat [Verweerder] een eigen onderzoeksplicht had, en oordeelde dat de mededelingen van [Eiser] voldoende waren om [Verweerder] te doen vertrouwen op de verhuurbaarheid van de werkplaats.
In de latere arresten heeft het hof vastgesteld dat [Verweerder] geslaagd was in het bewijs en dat het gekochte onroerend goed niet voldeed aan de verwachtingen die [Verweerder] mocht hebben. Het hof heeft de schade van [Verweerder] vastgesteld op € 29.500,- voor reeds verschenen schade en € 71.031,- aan toekomstige schade. [Eiser] heeft cassatie ingesteld tegen deze arresten, maar de Hoge Raad heeft de conclusie van de A-G gevolgd en het beroep verworpen. De zaak benadrukt de belangrijke rol van mededelingen van de verkoper en de onderzoeksplicht van de koper in het kader van non-conformiteit bij de verkoop van onroerende zaken.