1 Zie het bestreden arrest onder 1 en het vonnis van de rechtbank onder 2.1 - 2.12.
2 Indien de normen afkomstig zijn van een van de Europese Normalisatie-instituten wordt gesproken van "NEN-EN-normen". Zie art. 1.4 Bouwbesluit 2003.
3 Het vonnis is gepubliceerd in BB 2009/444 m.nt. De Bruin; BR 2009/34 m.nt. A.W. Bos; Gst 2009/17 m.nt. R.D. Vriesendorp; JB 2009/69 m.nt. J.M.H.F. Teunissen; M&R 2009/25 m.nt. K.J. de Graaf en H.E. Bröring. Zie naar aanleiding van dit vonnis: brief minister van Justitie 9 april 2009, Kamerstukken II 2008/09, 28 325, nr. 105; M.R.J. Baneke, Kunnen NEN-normen nog worden gehandhaafd?, Gst. 2009/15; R. Keuken, De Knooble-zaak, verwijzing naar NEN-normen in bouwregelgeving onder druk, JB 2009/133 (blz. 166); S.A.J. Munneke e.a., De juridische status en bekendmaking van de NEN-normen waarnaar het Bouwbesluit verwijst, TBR 2009/119; R. van Gestel, Kenbaarheid van NEN-normen waarnaar in wetten wordt verwezen, NJB 2009, blz. 370 - 373.
4 Zie rov. 6 van het bestreden arrest.
5 Het arrest is onder meer gepubliceerd in: BB 2011/44 m.nt. Kruimel; JB 2011/77 m.nt. J.M.H.F. Teunissen onder JB 2011/65; BR 2011/45 m.nt. W.I. Koelewijn; TBR 2011/31 m.nt. A.R. Neerhof; IER 2011/43 m.nt. C. Stuurman.
6 Zie over de functies van normalisatie: brief minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie d.d. 30 juni 2011, Kamerstukken II 2010/11, 27 406, nr. 193, blz. 3.
7 Overeenkomst van 16 december 2008, Stcrt. 2009/39, blz. 12.
8 De afkorting NEC staat voor: Nederlands Electrotechnisch Comité. Het Nederlands Normalisatie-Instituut (NNI) en het NEC werken samen.
9 Comité Européen de Normalisation, Comité Européen de Normalisation Electrotechnique; European Telecommunication Standards Institute. Zie over de organisatiestructuur van deze instellingen: H. Schepel en J. Falke, Legal aspects of standardisation in the Member States of the EC and EFTA, volume 1, Luxembourg: Office for Official Publications of the European Communities, 2000, blz. 3 - 16.
10 Zie ook aanwijzing 92 onder 2 van de Aanwijzingen voor de regelgeving (alinea 3.28 hierna).
11 Europese Commissie, De voltooiing van de interne markt, COM (85) 310 def, punt 68.
12 PB C 136 (1985). Zie hierover ook de s.t. namens de Staat, blz. 22 - 23.
13 92/C 173/01; Pb C 173 van 9 juli 1992.
14 In september 1999 is door de Europese Commissie een "Gids voor de tenuitvoerlegging van de op basis van de nieuwe aanpak en de globale aanpak tot stand gekomen richtlijnen" uitgegeven (ec.europa.eu/enterprise/policies/single-market-goods/files/blue-guide/guidepublic_nl.pdf).
15 Mededeling aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité van 1 juni 2011 COM (2011) 311 def., punt 1.
16 Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften. Pb L 204/37. Het onderscheid is van belang voor de in alinea 3.20 bedoelde discussie tussen partijen.
17 Richtlijn van de Raad van de E.G. van 21 december 1988 nr. 89/106/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake voor de bouw bestemde producten (Pb EG L 40), zoals gewijzigd bij Richtlijn 93/68/EG van de Raad van 22 juli 1993 (Pb EG L 220). Deze richtlijn is inmiddels vervangen door de Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten, Pb EU L 88/5; zie i.h.b. hoofdstuk IV daarvan.
18 Wet van 12 juli 1962, Stb. 287.
19 Kamerstukken II 1986/87, 20 066, nr. 3, blz. 8 resp. blz. 38.
20 Kamerstukken II 1988/89, 20 066, nr. 9, blz. 19 resp. blz. 21.
21 Het Bouwbesluit 2003 zal worden vervangen door het nog niet in werking getreden Bouwbesluit 2012 (KB 29 augustus 2011, Stb. 416; gewijzigd bij KB 22 december 2011, Stb. 676). De Regeling Bouwbesluit 2003 zal worden vervangen door de Regeling Bouwbesluit 2012 (ministeriële regeling van 22 december 2011, Stcrt. 23914).
22 Wet van 4 februari 1988, Stb. 18. Zie over de totstandkoming hiervan: P.J. van der Flier, De bekendmakingswet, Ars Aequi 1988, blz. 324 - 328.
23 Kamerstukken II 1985/86, 19 583, nr. 3, blz. 3 - 4.
24 Kamerstukken II 1985/86, 19 583, nr. 3, blz. 5.
25 Minister van Justitie, Kamerstukken II 1998/99, Aanhangsel nr. 1059, blz. 2169 - 2170.
26 Art. 2 van de wet van 26 april 1952, Stb. 92, houdende regeling der afkondiging van algemene maatregel van inwendig bestuur van de Staat.
27 Zie Resolutie van de Raad van 28 oktober 1999 betreffende "de rol van de normalisatie in Europa", PB C 141/1 van 19 mei 2000.
28 G.M.F. Snijders, Produktveiligheid en aansprakelijkheid, diss. 1987, blz. 43 en 52 - 53.
29 C. Stuurman, Technische normen en het recht, diss. 1995, blz. 131-138.
30 C. Stuurman, Technische normen en het recht, diss. 1995, blz. 147-150.
31 M.H. Elferink, Verwijzingen in wetgeving. Over de publiekrechtelijke en auteursrechtelijke status van normalisatienormen, diss. 1998, blz. 61 - 66.
32 M.H. Elferink, Verwijzingen in wetgeving. Over de publiekrechtelijke en auteursrechtelijke status van normalisatienormen, diss. 1998, blz. 77.
33 Kamerstukken II 1998/99, Aanhangsel van de Handelingen, nr. 605.
34 M.H. Elferink, De publiekrechtelijke status van normalisatienormen, BR 1999 blz. 850; M.H. Elferink, De juridische status van normalisatienormen, NJB 1999, blz. 1317 - 1320.
35 G. Evers, Een normalisatienorm is geen algemeen verbindend voorschrift, NJB 1999, blz. 1814 met naschrift van Elferink.
36 N.P.M. Scholten, Technische en juridische grondslagen van de technische bouwregelgeving Woningwet en Bouwbesluit, diss. 2001, blz. 52 en 53.
37 F.J. van Ommeren, Bestuurswetgeving en haar alternatieven: een verkenning van beleidsregels, algemene voorwaarden van de overheid en normalisatienormen als prototypen, RegelMaat 2008/3, blz. 74 - 87 i.h.b. blz. 84-85.
38 Kamerstukken II 1999/2000, 21 670, nr. 10.
39 Brief van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie aan de Tweede Kamer van 30 juni 2011, Kamerstukken II 2010/11, 27 406, nr. 193.
40 Rb. 's-Hertogenbosch 5 februari 2010, LJN: BL3758; TBR 2010/69, m.nt. A.W. Bos; BR 2010/73 m.nt. W.I.K. Koelewijn; JB 2010/132 m.nt. J.M.H.F.Teunissen. Zie naar aanleiding van deze uitspraak: A.R. Neerhof e.a., Het NEN-normenfeuilleton, JB-plus 2010, blz. 133.
41 ABRvS 2 februari 2011 (LJN: BP2750), JB 2011, 65, m.nt. J.M.H.F. Teunissen, AB 2011/85, m.nt. P.M.J. de Haan; TBR 2011/47 m.nt. A.R. Neerhof.
42 Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 13 augustus 2008 (LJN: BD9957), JM 2008, 106, m.nt. Zigenhorn.
43 Zie in deze zin ook: ABRvS 12 januari 2005 (LJN: AS2185).
44 Vgl. rov. 2.2 van het vonnis in eerste aanleg.
45 Inleidende dagvaarding, blz. 4 onder 6.
46 Uitgave 2010; te raadplegen via cencenelec.eu.
47 Zie H. Schepel en J. Falke, Legal aspects of standardisation in the Member States of the EC and EFTA, volume 1, Luxembourg: Office for Official Publications of the European Communities, 2000, blz. 161 en 162.
48 Brief van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie aan de Tweede Kamer van 30 juni 2011, Kamerstukken II 2010/11, 27 406, nr. 193, blz. 7 - 8.
49 HR 20 november 1987 (LJN: AD0056), NJ 1988/311 m.nt. LWH.
50 J.H. Spoor, D.W.F. Verkade en J.H.G. Visser, Auteursrecht, 2005, blz. 137.
51 J.H. Spoor, D.W.F. Verkade en J.H.G. Visser, Auteursrecht, 2005, blz. 141.
52 S. Gerbrandy, Kort Commentaar op de Auteurswet 1912, 1988, blz. 119 - 120.
53 C. Stuurman, Technische normen en het recht, diss. 1995, blz. 440 - 441.
54 M.H. Elferink, Verwijzingen in wetgeving. Over de publiekrechtelijke en auteursrechtelijke status van normalisatienormen, diss. 1998, blz. 193.
55 Hof 's-Gravenhage 1 april 1993 (LJN: AB7569), NJ 1994/58.
56 HR 4 januari 1991 (LJN: ZA0104), NJ 1991/608 m.nt. D.W.F. Verkade.
57 M.H. Elferink, Auteursrecht op normalisatienormen revisited, in: D.J.G. Visser en D.W.F. Verkade (red.), Een eigen, oorspronkelijk karakter (Spoor-bundel), 2007, blz. 83; M.H. Elferink, De auteursrechtelijke status van normalisatienormen, I-AMI 1999, blz. 49 - 57.
58 J. Falke, Rechtliche Aspekte der Normung in den EG-Mitgliedstaaten und der EFTA, band 3, (Deutschland), Luxembourg 2000, blz. 247 - 256.
59 BGH 26 april 1990, GRUR 1990, blz. 1003.
60 GRUR 1999, blz. 226. Zie U. Loewenheim, Amtliche Bezugnahmen auf private Normenwerke und § 5 Urheberrechtsgesetz, in: K.P. Berger e.a. (red.), Festschrift für Otto Sandrock zum 70. Geburtstag, Heidelberg: Verlag Recht und Wirtschaft, 2000, blz. 609-621; U. Loewenheim, Auslegungsfragen des neuen § 5 Ab. 3 UrhG, in: L. Loewenheim (red.), Urheberrecht im Informationszeitalter, Festschrift für Wilhelm Nordemann zum 70. Geburtstag, München: C.H. Beck, 2004, blz. 51 e.v.
61 H. Schepel en J. Falke, "Legal aspects of standardization in the Member States of the EC and EFTA", volume 1, Comparative Report, Luxembourg, 2000, blz. 164.
62 S.t. namens de Staat, blz. 32 - 34.
63 S.t. namens de Staat, blz. 34 - 36.
64 S.t. namens de Staat, blz. 36; pleitnota in cassatie namens het NNI, blz. 8 - 9.
65 Rov. 14 en de daaraan voorafgaande rov. 7 - 13.
66 Rov. 4.3 Rb.
67 S.t. namens Knooble, blz. 25. Als bijlage bij de cassatiedagvaarding is een lijst opgenomen van bepalingen in het Bouwbesluit 2003 en de Regeling Bouwbesluit 2003 die naar een of meer NEN-normen verwijzen.
68 Cassatiedagvaarding blz. 7.
69 Zie alinea 3.20 hiervoor.
70 Het integraal overnemen van de tekst van een (gedeelte van een) NEN-norm in een of meer bepalingen van het Bouwbesluit of de Regeling Bouwbesluit.
71 Enkele voorbeelden zijn de wettelijke bepalingen die verwijzen naar "goed koopmansgebruik" (art. 3:25 Wet Inkomstenbelasting 2001), een bedrijfsvoering "zoals een goed huurder betaamt" (art. 7:296 BW) of de "verkeersopvatting" (art. 3:4 BW). Meer in het algemeen hierover: I. Giesen, Alternatieve regelgeving en privaatrecht, 2007, blz. 55 - 75.
72 Zie hierover: W.J.M. Voermans, Legaliteit als middel tot een doel, in: Controverses rondom legaliteit en legitimatie, preadviezen NJV 2011/1, met verwijzingen naar verdere rechtsliteratuur.
73 Zie alinea 3.17 hiervoor.
74 MvT, Kamerstukken II 1985/86, 19 583, nr. 3, blz. 3. Zie alinea 3.23 hiervoor.
75 Vgl. art. 4:81 Awb. Zie op dit punt ook het oordeel van de Afdeling Bestuursrechtspraak, aangehaald in alinea 3.37 hiervoor.
76 Art. 1 Sr; art. 16 Grondwet; art. 7 EVRM; art. 15 IVBPR; art. 49 Handvest grondrechten EU. Zie over de eisen die aan wetgeving worden gesteld onder meer: EHRM 17 juni 2003, NJ 2006/40 m.nt. E.J. Dommering; P. van Dijk e.a., Theory and Practice of the European Convention on Human Rights, 2006, blz. 336 - 339.
77 S.t. namens de Stichting Nederlands Normalisatie-Instituut, blz. 55.
78 Cassatierepliek blz. 11.
79 HR 20 november 2009 (LJN: BJ9431), NJ 2009/583.
80 Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten, Pb EG L 195. Zie de MvT, Kamerstukken II 2005/06, 30 392, nr. 3, blz. 26.
81 Overeenkomst van 15 april 1994 inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom, Trb. 1995/130.
82 Zie hierover: MvA, Kamerstukken I 2006/07, 30 392, C, blz. 3; D.J.G. Visser en A. Tsoutsanis, De volledige proceskostenveroordeling in IE-zaken, NJB 2006, blz. 1940-1946; M. Driessen, De willekeur van de proceskostenveroordeling, BIE 2007, blz. 343-350; N. van der Laan, Het toepassingsbereik van de Handhavingsrichtlijn en de uitvoeringswet, IER 2007/96.
83 HvJ EU 18 oktober 2011 (C-406/09; LJN: BU2774), NJ 2012/19 m.nt. M.V. Polak; IER 2012/20 m.nt. FE; JBPr 2012/1 m.nt. A.M. van Aerde.
84 De indicatietarieven in IE-zaken (versie 11 oktober 2010) zijn te raadplegen via www.rechtspraak.nl. Zie ook: W. Wefers Bettink en J. Hoefnagel, Artikel 1019h Rv en de indicatietarieven: toepassing in de praktijk, IER 2010/47, blz. 336; HR 26 februari 2010 (BK5756), NJ 2011/473 m.nt. H.J. Snijders; Hof 's-Gravenhage 12 juli 2011, LJN: BR1364.
85 HR 5 februari 2010, LJN: BK5993.
86 Zaak C-406/09 liep toen nog.
87 Hof 's-Gravenhage 29 maart 2011 (LJN: BP9443), IER 2011/45 m.nt. F.E.