ECLI:NL:PHR:2011:BP5604
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. L. Strikwerda
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage inzake advisering en getuigenverklaringen
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door eiser tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage, gedateerd 18 augustus 2009. Het hof heeft in dit arrest het verzet van verweerster tegen een eerder bij verstek gewezen arrest van 10 januari 2008 vernietigd en het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 26 juni 2006 bekrachtigd. In dat vonnis werd eiser veroordeeld tot betaling van een bedrag van Euro 1.764,- aan verweerster, vermeerderd met wettelijke rente en kosten. Verweerster is in cassatie niet verschenen, waardoor verstek tegen haar is verleend.
Het cassatieberoep berust op één middel, dat volgens de conclusie van de Procureur-Generaal niet tot cassatie kan leiden. De Procureur-Generaal stelt dat het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, en dat de zaak zich leent voor verwerping met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO).
Het middel klaagt dat het hof ten onrechte heeft geconcludeerd uit de verklaringen van getuigen dat verweerster aan de bewijsopdracht heeft voldaan. De Procureur-Generaal wijst erop dat de waardering van getuigenbewijs voorbehouden is aan de feitenrechter, die niet verplicht is om zijn motivering uitgebreid uiteen te zetten. Bovendien wordt betoogd dat het hof de bewijskracht van de verklaring van een partijgetuige niet heeft miskend, aangezien het hof oordeelt dat de verklaring van getuige 2 onvolledig bewijs oplevert. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat het cassatieberoep moet worden verworpen.