ECLI:NL:PHR:2011:BP4338
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Uitleg van huwelijkse voorwaarden en Haviltex-maatstaf in cassatie
In deze zaak heeft de vrouw cassatieberoep ingesteld tegen de beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 17 februari 2010, die de beschikking van de rechtbank te Middelburg van 17 september 2008 heeft bekrachtigd. Het geschil betreft de uitleg van een bijzondere regeling in de huwelijkse voorwaarden met betrekking tot de echtelijke woning. De relevante passage uit artikel 10 van de huwelijkse voorwaarden stelt dat indien het huwelijk na vijf jaar wordt ontbonden, de vrouw recht heeft op een bedrag dat gelijk is aan de helft van het verschil tussen de waarde van de echtelijke woning op de dag van ontbinding en de huidige waarde, die partijen op 250.000 gulden hebben vastgesteld.
De man stelt dat deze clausule alleen betrekking heeft op de eerste echtelijke woning, terwijl de vrouw betoogt dat het om de laatste echtelijke woning gaat. Het hof heeft de uitleg van de man gevolgd, omdat deze niet door de vrouw is weersproken en ondersteund wordt door een brief van de notaris die de huwelijkse voorwaarden heeft opgesteld.
In het cassatiemiddel van de vrouw worden verschillende rechtsklachten aangevoerd, maar de A-G concludeert dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De klachten zijn voornamelijk gebaseerd op de veronderstelling dat er een leemte in de huwelijkse voorwaarden bestaat, maar de A-G oordeelt dat deze discussie in cassatie niet aan de orde kan komen, aangezien het hof zich al heeft uitgesproken over de uitleg van de huwelijkse voorwaarden. De A-G concludeert dat het cassatieberoep moet worden verworpen, omdat de klachten niet opgaan en de tekst van de huwelijkse voorwaarden meerduidig is.