1 Inspecteur van de Belastingdienst/P.
2 Heden neem ik eveneens conclusie in vier vergelijkbare zaken met nummers 10/01743, 10/01744, 10/02316 en 10/03010. Ik neem geen conclusie in de zaak van de echtgenote van belanghebbende, zaak met nummer 10/03009.
3 De in deze conclusie vermelde citaten zijn zonder de daarin voorkomende voetnoten opgenomen.
4 Rechtbank te Breda 12 februari 2009, nr. AWB 08/2490, niet gepubliceerd.
5 Rechtbank te 's-Gravenhage 29 juni 2007, nr. AWB 06/1565, LJN BA9727, V-N 2007/53.5 (noot toegevoegd, RIJ).
6 Hoge Raad 23 november 2007, nr. 41256, V-N 2008/18.11, NTFR 2007/2141 (noot toegevoegd, RIJ).
7 Gerechtshof te Leeuwarden 23 september 2004, nr. 03/0321, LJN AR3006, V-N 2005/3.1.1, NTFR 2004/1573 (noot toegevoegd, RIJ).
8 Rechtbank te Haarlem 29 augustus 2006, nr. 05/6100, LJN AY7094, V-N 2007/49.3 (noot toegevoegd, RIJ).
9 Gerechtshof te Leeuwarden 5 oktober 2007, nr. 06/00117, LJN BB5138, NTFR 2007/2045. De Hoge Raad heeft het tegen deze uitspraak gerichte beroep in cassatie van belanghebbende bij arrest van 10 april 2009, nr. 07/13005, NTFR 2009/846 met toepassing van artikel 81 Wet RO, ongegrond verklaard (noot toegevoegd, RIJ).
10 Gerechtshof te 's-Hertogenbosch 10 juni 2010, nr. 09/00119, LJN BN3973, NTFR 2010/2134.
11 Rechtbank te Haarlem 5 maart 2009, nr. 08/4068, LJN BH9554, V-N 2009/27.9, NTFR 2009/894 (noot toegevoegd, RIJ).
12 Rechtbank te Haarlem 5 maart 2009, nr. 08/4068, LJN BH9554, V-N 2009/27.9, NTFR 2009/894 (noot toegevoegd, RIJ).
13 Bij wet van 24 januari 2002 tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot de kosten van bezwaar en administratief beroep (kosten bestuurlijke voorprocedures), Stb. 2002, 55, zijn ingaande 12 maart 2002, het tweede, derde en vierde lid aan artikel 7:15, eerste lid, van de Awb toegevoegd.
14 Kamerstukken II, 2000/01, nr. 27024, nr. 14, blz. 1-2.
15 Kamerstukken I, 2001/2002, nr. 27024, nr. 17, blz. 4.
16 Nota van toelichting bij het Koninklijk Besluit van 25 februari 2002 Stb. 2002, nr. 113, blz. 6-7, V-N 2002/16.4.
17 Kamerstukken II, 2004/05, nr. 27024, nr. 17, blz. 2-3.
18 Uit artikel 1 Uitvoeringsregeling AWR volgt dat deze regeling onder meer uitvoering geeft aan artikel 13 AWR. Artikel 23, lid 1 en lid 2, Uitvoeringsregeling AWR zijn kennelijk gegeven in het kader van de in artikel 13, lid 1, AWR voorziene 'bij ministeriële regeling te stellen regels'.
19 Hoge Raad 13 juni 1979, nr. 19341, BNB 1979/212.
20 Hoge Raad 16 oktober 1991, nr. 26416, BNB 1991/339.
21 Hoge Raad 9 augustus 1996, nr. 30227, LJN AA1804, BNB 1996/317.
22 Hoge Raad 17 januari 2003, nr. 37463, LJN AF2996, BNB 2003/188.
23 Hoge Raad 12 juni 1992, nr. 14743, NJ 1993, 113 (Bedrijfsvereniging voor Bank- en Verzekeringswezen, Groothandel en Vrije Beroepen/Boulogne).
24 Hoge Raad 1 juli 1993, nr. 15137, NJ 1995, 150 (Staat/NCB).
25 Hoge Raad 20 februari 1998, nr. 16474, BNB 1998/207 (Boeder/Staat).
26 Hoge Raad 17 december 1999, nr. C98/80HR, LJN AA3880, NJ 2000, 87 (Groningen/Raatgever).
27 Hoge Raad 7 november 2003, nr. 38006, LJN AN7739, BNB 2004/113.
28 Hoge Raad 12 mei 2006, nr. 42449, LJN AX0985, BNB 2006/270.
29 Hoge Raad 18 juni 2010, nr. 09/00370, LJN BM7705, BNB 2010/301.
30 Hoge Raad 9 juli 2010, nr. 09/03083, LJN BN6031, BNB 2010/294.
31 V-N 2010/32.3.
32 Centrale Raad van Beroep 24 januari 1995, nr. ABW 1994/248, LJN ZB0954, AB 1995, 233.
33 Centrale Raad van Beroep 29 mei 1998, nrs. 96/11758 AAW, 96/11759 AAW, LJN AA8780, AB 1998, 418.
34 Centrale Raad van Beroep 16 november 2004, nr. 02/5927 NABW, LJN AR6066, JB 2005, 29.
35 Centrale Raad van Beroep 9 juni 2005, nr. 04/4910 WUBO, LJN AT7864, JSV 2005, 97.
36 Centrale Raad van Beroep 28 december 2005, nrs. 04/1391 AW, 04/1393 AW, LJN AY9184, JB 2006, 64.
37 Centrale Raad van Beroep 28 december 2005, nrs. 04/1391 AW, 04/1393 AW, JB 2006, 64.
38 Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 12 december 1996, nr. H01.95.0542, JB 1997, 83.
39 Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 17 augustus 2005, nr. 200500823/1, LJN AU1094, AB 2006, 147.
40 College van beroep voor het bedrijfsleven 4 mei 2005, nr. AWB04/668, LJN AT6451, AB 2005, 256.
41 Gerechtshof te Amsterdam 26 augustus 2003, nr. 02/5044, LJN AN7509, V-N 2004/8.8, NTFR 2003/1969.
42 Gerechtshof te Leeuwarden 23 september 2004, nr. 03/0321, LJN AR3006, V-N 2005/3.1.1, NTFR 2004/1573.
43 De Hoge Raad heeft het tegen deze uitspraak gerichte beroep in cassatie van belanghebbende bij arrest van 23 november 2007, met toepassing van artikel 81 Wet RO, ongegrond verklaard. Hoge Raad 23 november 2007, nr. 41256, V-N 2008/18.11, NTFR 2007/2141.
44 Gerechtshof te Amsterdam 22 december 2004, nr. 04/01049, LJN AS2535, AB 2005, 56, NTFR 2005/152.
45 Gerechtshof te Leeuwarden 16 september 2005, LJN AU2944, V-N 2006/5.5.
46 Gerechtshof te Leeuwarden 11 augustus 2006, nr. 05/141, LJN AY6285, V-N 2006/65.1.1.
47 De Hoge Raad heeft het tegen deze uitspraak gerichte beroep in cassatie van belanghebbende bij arrest van 23 november 2007, met toepassing van artikel 81 Wet RO, ongegrond verklaard. Hoge Raad 28 maart 2008, nr. 43558, V-N 2008/25.5 (noot toegevoegd, RIJ).
48 Gerechtshof te 's-Hertogenbosch 25 augustus 2006, nr. 04/02881, LJN AZ8213, V-N 2007/15.5, NTFR 2007/300.
49 De Hoge Raad heeft het tegen deze uitspraak gerichte beroep in cassatie in het belang der wet bij arrest van 7 december 2007 ongegrond verklaard. Hoge Raad 7 december 2007, nr. 44096, LJN BA9393, BNB 2008/178 (noot toegevoegd, RIJ).
50 Gerechtshof te 's-Gravenhage 28 april 2010, nr. 09/00710, LJN BM4230, NTFR 2010/1507.
51 Rechtbank te Haarlem 29 augustus 2006, nr. 05/6100, LJN AY7094, V-N 2007/49.3.
52 Rechtbank te 's-Gravenhage 29 juni 2007, nr. AWB 06/1565, LJN BA9727, V-N 2007/53.5.
53 Rechtbank te Breda 22 januari 2009, nr. AWB 08/03278, LJN BH1779, V-N 2009/18.2.4, NTFR 2009/430.
54 Rechtbank te Haarlem 5 maart 2009, nr. 08/4068, LJN BH9554, V-N 2009/27.9, NTFR 2009/894.
55 F.G. van Ravensberg, 'Kostenvergoeding bij bezwaar tegen een voorlopige aanslag: de stand van zaken', Tijdschrift Formeel Belastingrecht 2009/6.4.
56 A.J.H. van Suilen, 'Kostenvergoeding voor bezwaarprocedure', NTFR Beschouwingen 2009/3.
57 M.W.C. Feteris, Formeel belastingrecht, Deventer: Kluwer 2007, blz. 424-425.
58 P.G.H. Albert, Hoofdstukken formeel belastingrecht, Amersfoort: Sdu 2005, blz. 149.
59 M.J. Hamer, 'Wel beroep tegen voorlopige aanslag, maar niet tegen de aanslag: hoe dan?', NTFR 2006/370.
60 K. Kunze, 'De onderzoeksplicht van de Inspecteur: oude wijn in nieuwe zakken?', Fiscaal Praktijkblad, 2009/11, blz. 18-19.
61 Nationale Ombudsman 16 juli 2007, nr. 2007/0151, V-N 2007/38.10.
62 H.D. van Wijk, W. Konijnenbelt en R. van Male, Hoofdstukken van bestuursrecht, Den Haag: Elsevier Juridisch 2008, blz. 297-298.
63 Zie onderdeel 2.17, r.o. 4.15 en 4.17.
64 Zie 4.15, 4.16 en 4.17.
65 Artikel 3:2 Awb; weergegeven in 4.1.
66 Zie 4.26, 4.29, 4.30 en 4.49. Vgl. echter 4.22; kennelijk heeft de wetgever terughoudendheid voorzien bij de (geautomatiseerde) oplegging van bepaalde verzuimboetes.
67 Zie 4.21.
68 Zie 4.18 en 4.19.
69 Zie 4.3.
70 Zie 4.4.
71 Zie 4.21.
72 Zie 4.7.
73 Zie 4.5.
74 Vgl. 4.43 en 4.44.
75 Zie 4.45 en 4.38.
76 Vgl. 4.11-4.14; 4.31, r.o. 11.
77 Zie 3.2.
78 Zie 4.9.
79 Zie 2.17, r.o. 4.18.
80 Vgl. 4.37 en 4.47.
81 Zie 4.48, ad 5.