ECLI:NL:PHR:2010:BM7049
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Kennelijk onredelijk ontslag en de weging van een aanbod voor een andere functie binnen het concern
In deze zaak gaat het om een werknemer, geboren in mei 1946, die sinds 19 februari 2001 als internationaal vrachtwagenchauffeur in dienst was bij Staned B.V. De werknemer had eerder, van 14 september 1992 tot 31 juli 1998, ook bij Staned gewerkt. De arbeidsovereenkomst was onderworpen aan de CAO voor het beroepsgoederenvervoer over de weg. Op 20 februari 2006 heeft Staned de arbeidsovereenkomst opgezegd, met een einddatum van 30 april 2006. De werknemer heeft vervolgens bij de rechtbank te 's-Hertogenbosch gevorderd dat het ontslag kennelijk onredelijk was en heeft een schadevergoeding van € 70.870,80 geëist.
De rechtbank heeft de vordering afgewezen, waarbij zij oordeelde dat de werknemer onvoldoende had onderbouwd dat het ontslag kennelijk onredelijk was. De werknemer heeft echter hoger beroep ingesteld, en het gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft op 25 november 2008 het vonnis van de rechtbank vernietigd. Het hof oordeelde dat het ontslag kennelijk onredelijk was, vooral gezien de leeftijd van de werknemer en de beperkte mogelijkheden om passend werk te vinden. Het hof heeft een schadevergoeding van € 25.000,- toegekend.
Staned heeft cassatie ingesteld, waarbij zij aanvoert dat het hof ten onrechte voorbij is gegaan aan het aanbod van een andere functie binnen het concern. De Hoge Raad heeft in deze zaak de vraag behandeld of het hof de weigering van de werknemer om een andere functie te aanvaarden, had moeten meewegen bij de beoordeling van de kennelijke onredelijkheid van het ontslag. De Hoge Raad concludeert dat de rechter alle relevante omstandigheden van het geval in zijn beoordeling moet betrekken, inclusief de mogelijkheden voor de werknemer om ander passend werk te vinden. De conclusie van de Hoge Raad strekt tot vernietiging van de bestreden beslissing en verwijzing van de zaak naar een ander gerechtshof.