ECLI:NL:PHR:2007:BA7926
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Fokkens
- Rechtspraak.nl
Herziening van een veroordeling wegens het niet hebben van een verzekering voor een motorrijtuig
In deze zaak betreft het een herzieningaanvraag van een veroordeling door de Rechtbank te Arnhem. De aanvrager is op 19 oktober 2005 veroordeeld tot een geldboete van € 450,-- subsidiair negen dagen hechtenis, omdat hij als degene aan wie het kenteken was opgegeven voor een motorrijtuig niet een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen had gesloten en in stand gehouden. Daarnaast is hem een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen opgelegd voor de duur van vijf maanden, met een proeftijd van twee jaren. Deze uitspraak is onherroepelijk geworden nadat het Hof te Arnhem op 29 september 2006 de aanvrager niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn beroep tegen het vonnis.
De herzieningaanvraag is ingediend door mr. S. Demirtas, advocaat te Nieuwegein, en is gebaseerd op de stelling dat de auto op de pleegdatum, 15 september 2004, wel verzekerd was. Ter onderbouwing van deze stelling is een verklaring ex art. 34 WAM overgelegd, afgegeven door Fortis ASR Schadeverzekering, waaruit blijkt dat het motorrijtuig met kenteken [AA-00-BB] op naam van de aanvrager verzekerd was op de pleegdatum. Deze verklaring is afgegeven op 10 november 2005, na het vonnis van de Rechtbank.
De conclusie van de Procureur-Generaal, Mr. Fokkens, is dat de Hoge Raad de aanvraag gegrond zal verklaren. Hij stelt dat de verklaring van Fortis het ernstige vermoeden doet ontstaan dat de Rechtbank, indien zij hiervan op de hoogte was geweest, de aanvrager zou hebben vrijgesproken van het tenlastegelegde. De Procureur-Generaal adviseert de Hoge Raad om de tenuitvoerlegging van het vonnis van de Rechtbank te schorsen en de zaak te verwijzen naar het Gerechtshof te Arnhem voor een hernieuwde behandeling en afdoening op basis van art. 467 Sv.