ECLI:NL:PHR:2007:BA7926

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
25 september 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
03041/06 H
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Rechters
  • Mr. Fokkens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een veroordeling wegens het niet hebben van een verzekering voor een motorrijtuig

In deze zaak betreft het een herzieningaanvraag van een veroordeling door de Rechtbank te Arnhem. De aanvrager is op 19 oktober 2005 veroordeeld tot een geldboete van € 450,-- subsidiair negen dagen hechtenis, omdat hij als degene aan wie het kenteken was opgegeven voor een motorrijtuig niet een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen had gesloten en in stand gehouden. Daarnaast is hem een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen opgelegd voor de duur van vijf maanden, met een proeftijd van twee jaren. Deze uitspraak is onherroepelijk geworden nadat het Hof te Arnhem op 29 september 2006 de aanvrager niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn beroep tegen het vonnis.

De herzieningaanvraag is ingediend door mr. S. Demirtas, advocaat te Nieuwegein, en is gebaseerd op de stelling dat de auto op de pleegdatum, 15 september 2004, wel verzekerd was. Ter onderbouwing van deze stelling is een verklaring ex art. 34 WAM overgelegd, afgegeven door Fortis ASR Schadeverzekering, waaruit blijkt dat het motorrijtuig met kenteken [AA-00-BB] op naam van de aanvrager verzekerd was op de pleegdatum. Deze verklaring is afgegeven op 10 november 2005, na het vonnis van de Rechtbank.

De conclusie van de Procureur-Generaal, Mr. Fokkens, is dat de Hoge Raad de aanvraag gegrond zal verklaren. Hij stelt dat de verklaring van Fortis het ernstige vermoeden doet ontstaan dat de Rechtbank, indien zij hiervan op de hoogte was geweest, de aanvrager zou hebben vrijgesproken van het tenlastegelegde. De Procureur-Generaal adviseert de Hoge Raad om de tenuitvoerlegging van het vonnis van de Rechtbank te schorsen en de zaak te verwijzen naar het Gerechtshof te Arnhem voor een hernieuwde behandeling en afdoening op basis van art. 467 Sv.

Conclusie

Nr. 03041/06 H
Mr. Fokkens
Zitting: 19 juni 2007
Conclusie inzake:
[Aanvrager]
1. Aanvrager van herziening is door de Rechtbank te Arnhem bij vonnis van 19 oktober 2005 ter zake van het "als degene aan wie het kenteken is opgegeven voor een motorrijtuig waarvoor een kentekenbewijs is afgegeven niet een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen sluiten en in stand houden" veroordeeld tot een geldboete van € 450,-- subsidiair negen dagen hechtenis. Voorts heeft de Rechtbank aan de aanvrager een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen opgelegd voor de duur van vijf maanden, voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Die uitspraak is onherroepelijk nadat het Hof te Arnhem aanvrager op 29 september 2006 niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn beroep tegen dit vonnis.
2. De herzieningaanvraag is ingediend door mr. S. Demirtas, advocaat te Nieuwegein.
3. De aanvraag berust op de stelling dat de auto op de pleegdatum wel verzekerd was. Ter staving van deze stelling is bij de aanvraag een verklaring ex art. 34 WAM gevoegd welke op 10 november 2005 is afgegeven door Fortis ASR Schadeverzekering, inhoudende dat op de pleegdatum 15 september 2004 op naam van aanvrager een motorrijtuig met kenteken [AA-00-BB] was verzekerd.
4. Voornoemde door Fortis afgegeven verklaring, tot stand gekomen en afgegeven nadat de Rechtbank vonnis had gewezen, doet in ieder geval het ernstig vermoeden ontstaan dat de Rechtbank, ware zij daarmee bekend geweest, aanvrager zou hebben vrijgesproken van het hem tenlastegelegde. Vgl. HR 10 oktober 2006, LJN0744, DD2007, 33.2.
5. Ik concludeer dat de Hoge Raad de aanvraag gegrond zal verklaren, voorzover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis van de Rechtbank van 19 oktober 2005 zal bevelen en de zaak zal verwijzen naar het Gerechtshof te Arnhem opdat de zaak op de voet van art. 467 Sv opnieuw zal worden behandeld en afgedaan.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden