ECLI:NL:HR:2007:BA7926

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 september 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
03041/06 H
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • F.H. Koster
  • J.P. Balkema
  • A.J.A. van Dorst
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een vonnis van de Kantonrechter inzake aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 september 2007 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een vonnis van de Kantonrechter in de Rechtbank te Arnhem, dat op 19 oktober 2005 was gewezen. De aanvrager, geboren in 1938 en vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. S. Demirtas, verzocht om herziening van de veroordeling die hem was opgelegd wegens het niet hebben van een verzekering voor zijn motorrijtuig op 15 september 2004. De Kantonrechter had de aanvrager veroordeeld tot een geldboete van € 450,-, subsidiair negen dagen hechtenis, en ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor vijf maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk.

De aanvrage tot herziening was gebaseerd op de stelling dat er op de datum van de overtreding wel degelijk een verzekering van kracht was, zoals blijkt uit een verklaring van Fortis ASR Schadeverzekering N.V. De Hoge Raad oordeelde dat de aanvrage gegrond was, omdat er nieuwe feiten aan het licht waren gekomen die de Kantonrechter mogelijk tot een andere beslissing zouden hebben geleid. De Hoge Raad heeft de tenuitvoerlegging van het vonnis geschorst en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling.

De Procureur-Generaal Fokkens had geconcludeerd dat de aanvrage gegrond verklaard moest worden en dat de zaak opnieuw behandeld moest worden. De Hoge Raad bevestigde deze conclusie en oordeelde dat er sprake was van een omstandigheid die herziening rechtvaardigde, zoals bedoeld in artikel 457 van het Wetboek van Strafvordering. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van nieuwe feiten in herzieningsprocedures en de mogelijkheid om eerdere vonnissen te herzien indien nieuwe informatie beschikbaar komt die de uitkomst kan beïnvloeden.

Uitspraak

25 september 2007
Strafkamer
nr. 03041/06 H
SM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvrage tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van de Kantonrechter in de Rechtbank te Arnhem van 19 oktober 2005, nummer 05/640934-05, ingediend door mr. S. Demirtas, advocaat te Nieuwegein, namens:
[Aanvrager], geboren te [geboorteplaats] in 1938, te dezen domicilie kiezende te Nieuwegein ten kantore van zijn raadsman.
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
De Kantonrechter heeft de aanvrager ter zake van "als degene aan wie het kenteken is opgegeven voor een motorrijtuig waarvoor een kentekenbewijs is afgegeven niet een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen sluiten en in stand houden", gepleegd op 15 september 2004 met het motorvoertuig voorzien van het kenteken [AA-00-BB], veroordeeld tot een geldboete van € 450,-, subsidiair negen dagen hechtenis, met ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van vijf maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
2. De aanvrage tot herziening
2.1. De aanvrage tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2.2. De aanvrage berust op de stelling dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder 2°, Sv, aangezien uit de aan de aanvrage gehechte bescheiden blijkt dat op 15 september 2004 voor het motorvoertuig met het kenteken [AA-00-BB] wel een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (hierna: WAM) van kracht was.
3. De conclusie van de Procureur-Generaal
De Procureur-Generaal Fokkens heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvrage gegrond zal verklaren, voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis van de Kantonrechter zal bevelen en de zaak zal verwijzen naar het Gerechtshof te Arnhem, opdat de zaak zal worden behandeld en afgedaan op de wijze als in art. 467, eerste lid, Sv is voorzien.
4. Beoordeling van de aanvrage
4.1. Bij de aanvrage is overgelegd een verklaring van 10 november 2005 van Fortis ASR Schadeverzekering N.V., welke verklaring inhoudt:
"Verklaring artikel 34 WAM (...)
Ter voldoening aan het gestelde in artikel 34, lid 2, van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) verklaart
naam maatschappij: Fortis ASR Schadeverzekering N.V.
adres: Archimedeslaan 10, 3584 BA Utrecht
code CRWAM: 132
hierbij dat op: 15 september 2004
voor het motorrijtuig voorzien van kenteken: [AA-00-BB]
meldcode: [001]
een verzekering van kracht was welke aan de op die datum door of krachtens de WAM gestelde eisen voldeed, afgesloten onder polisnummer: [002]
en dat het CRWAM, voor zover noodzakelijk, is aangevuld dan wel gecorrigeerd."
4.2. Aan de inhoud van dit stuk, totstandgekomen en afgegeven nadat de Kantonrechter uitspraak had gedaan, valt het ernstige vermoeden te ontlenen, dat de Kantonrechter, ware hij daarmee bekend geweest, de aanvrager van het hem tenlastegelegde zou hebben vrijgesproken.
5. Slotsom
Uit het vorenoverwogene volgt dat zich een omstandigheid voordoet als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder 2°, Sv, zodat de aanvrage gegrond is en als volgt moet worden beslist.
6. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart de aanvrage tot herziening gegrond;
beveelt voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van voormeld vonnis van de Kantonrechter in de Rechtbank te Arnhem van 19 oktober 2005;
verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem, opdat de zaak op de voet van art. 467, eerste lid, Sv opnieuw zal worden behandeld en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en A.J.A. van Dorst, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 25 september 2007.