ECLI:NL:PHR:2006:AZ3679
Parket bij de Hoge Raad
- M. Keus
- Rechtspraak.nl
Verstekverlening en betekening in cassatieprocedures met formele gebreken
In deze zaak gaat het om de vraag of verstek kan worden verleend tegen twee verweersters in een cassatieprocedure. De erfgenamen van een betrokkene hebben de verweersters gedagvaard, maar er zijn verschillende formele gebreken geconstateerd in de betekening van de dagvaarding. De advocaat van de erfgenamen heeft op 28 september 2006 herstelexploten verzonden, maar de vraag is of deze herstellingen voldoende zijn om de verstekverlening te rechtvaardigen. De Hoge Raad heeft op 22 december 2006 geoordeeld dat de betekening aan de eerste verweerster correct is uitgevoerd, waardoor verstek kan worden verleend. Echter, voor de tweede verweerster is vastgesteld dat de betekening niet volgens de EG-Betekeningsverordening heeft plaatsgevonden, waardoor verstekverlening niet mogelijk is. De zaak illustreert de strikte eisen die aan de betekening van dagvaardingen worden gesteld in het civiele procesrecht, en de gevolgen van het niet naleven van deze eisen voor de procespositie van partijen.