1 Zie r.o. 1.1 van de uitspraak van de rechtbank van 11 november 1998, waarnaar het hof verwijst in r.o. 1 van het bestreden arrest.
2 r.o. 6 van het bestreden arrest.
3 r.o. 7.2 van het bestreden arrest.
4 r.o. 8 van het bestreden arrest.
5 MvT, TK 1980-1981, 16 551, no. 3, p. 1
6 Voluit: de Tweede Richtlijn 77/91/EEG van de Raad van 13 december 1976 strekkende tot het coördineren van de waarborgen welke in de lidstaten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van artikel 58, tweede alinea EG, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden met betrekking tot de oprichting van de naamloze vennootschap, alsook de instandhouding en wijziging van haar kapitaal, zulks teneinde die waarborgen gelijkwaardig te maken; PB L 026, 31 januari 1977, p. 1.
7 Zie artikel 2:98c BW.
8 Ontwerp van wet, TK 1980-1981, 16551, no.2, p. 9. Stb. 656, 1985.
9 Ministerie van SZW, november 1981.
10 MvA, TK 1981-1982, 16 551, no. 6, p. 16. Stb. 656, 1985.
11 Rapport 'Werknemerszelfbestuur, mogelijkheden en beperkingen', Ministerie van SZW, november 1981, p. 30.
12 Vgl. Dortmond en Brood-Grapperhaus, losbladige Rechstpersonen, artikel 2:207c, aant. 1, met verwijzing naar Huizink, losbladige Rechstpersonen, artikel 2:98c, aant. 1.
13 Vgl. MvA, TK 1981-1982, 16 551, no. 6, p. 16. Stb. 656, 1985.
14 Stb. 1986, 3. Slechts de artikelen 2:207 en 2:207d zijn in werking getreden per 1 januari 1988; Stb. 1987, 567.
15 Vgl. HvJEG C-130/95, Giloy, Jur. EG 1997, p. I-04291 en C-28/95, Leur-Bloem, Jur. EG 1997, p. I-04161.
16 Vgl. HvJEG C-346/93, Kleinwort Benson, Jur. EG 1995, p. I-00615 en de in de vorige noot aangehaalde arresten.
17 Vgl. voor het voorgaande in algemene zin Lenaerts en Arts, Europees Procesrecht, Maklu Antwerpen, 2003, p. 165-167 en 74-76.
18 Ten Doeschate, "Artikel 207c Boek 2 BW en de notarisverklaring" in WPNR 5859, p. 69-70, met reacties van Bressers en De Monchy en een naschrift van haarzelf in WPNR 5869, p. 215-218.
19 Langman in De NV jg. 68, 1 januari 1990, p. 9-13.
20 Ten Doeschate, a.w..
21 O.m. Norbruis, Juridische klippen bij de financiering van 'leveraged' ondernemingen in De naamloze vennootschap, 68/2, maart 1990, p. 95-104; Huizink, Verboden handelingen bij verkrijging van aandelen in Kapitaalbescherming, Gouda Quint, Arnhem, 1994, p. 45-55; Van Schilfgaarde, Van de BV en de NV, 12e druk, Gouda Quint, Arnhem, 2001, no. 28.
22 O.m. De Monchy, a.w. p. 217; Moojen, Inbreuk op artikel 2:207c BW, een eerste uitspraak in Bb 24 december 1992 / nr. 26, p. 234-235.
23 Uitspraak van Rechtbank Breda van 3 november 1992, NJ 1993/427 (King Air).
24 Waling spreekt ten onrechte van een extensieve uitleg; V&O december 1992, afl. 12, p. 129-130.
25 Waling, a.w.; Spelt, Nietigheid of vernietigbaarheid van het stellen van (hypothecaire) zekerheid door besloten vennootschappen in De notarisklerk oktober 1993, nummer 1308, p. 180-183; Moojen, a.w.;
26 Moojen, a.w..
27 Sanders/Westbroek, BV en NV, bewerkt door F.K. Buijn en P.M. Storm, achtste druk, p. 70.
28 Zie hierover Gower en Davies' Principles of modern company law, seventh edition, 2003, p. 267-268.
29 Sanders en Westbroek, BV en NV, 8e druk, p. 70. Tevens Perrick, WPNR 1985, 5765, p. 813, noot 6; Klamer, Enkele vragen naar aanleiding van artikel 2:207c boek 2 BW, in WPNR 5906, p. 132; Honée, "De verhouding moeder - dochter in het kader van de kapitaalbescherming", in Financiële kruisverbanden en andere aspecten van concernfinanciering, Kluwer, Deventer, 1987, p. 56; Beckman in Kapitaalbescherming en jaarrekening NIVRA geschriften no. 48, juli 1989, par. 4.2, p. 44.
30 Van der Grinten, Handboek, no. 317.1.
31 Asser-Maeijer, 2-III, no. 163.
32 Vgl. Huizink, a.w., p. 47.