ECLI:NL:PHR:2001:AD4898
Parket bij de Hoge Raad
- A. Machielse
- Rechtspraak.nl
Herziening van een eerder arrest van de Hoge Raad inzake cassatie en de gevolgen van een administratieve vergissing
In deze zaak gaat het om de herziening van een eerder arrest van de Hoge Raad, waarin een administratieve vergissing is vastgesteld. De Hoge Raad had op 10 april 2001 een zogenaamde peek gewezen, waarin werd geconcludeerd dat er geen cassatieschriftuur was ingediend. Later bleek echter dat er wel degelijk een tijdig ingediende cassatieschriftuur was ontvangen, maar deze was niet opgemerkt door de Hoge Raad. De vraag die nu voorligt is welke gevolgen deze vergissing heeft voor de rechtsgang en de positie van de verdachte. De Advocaat-Generaal Machielse stelt dat de Hoge Raad de eerder gewezen peek niet als niet-existent kan beschouwen, maar dat er een minder ingrijpende oplossing moet worden gevonden die recht doet aan de belangen van de verdachte en de rechtsontwikkeling. De conclusie is dat de Hoge Raad ambtshalve de zaak moet toetsen en dat er geen grond is voor herziening van het arrest, omdat de klachten van de verdachte niet leiden tot een andere uitspraak. De zaak betreft ook de vraag of de mogelijkheid van herziening in het strafrecht moet worden uitgebreid, gezien de verschillen met het burgerlijk procesrecht en de Algemene wet bestuursrecht. Machielse pleit ervoor dat het aan de wetgever is om een correctiemogelijkheid in het Wetboek van Strafvordering in te bouwen, maar dat dit niet in deze specifieke zaak aan de orde is. De Hoge Raad heeft uiteindelijk besloten de eerder gewezen peek niet terug te nemen en de zaak niet opnieuw te behandelen, omdat de klachten van de verdachte niet voldoende zijn om tot cassatie over te gaan.