ECLI:NL:PHR:1997:2
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Fokkens
- Rechtspraak.nl
Onttrekking aan het verkeer van inbeslaggenomen tabletten, poeders en pillen in relatie tot soortgelijke feiten onder de Opiumwet
In deze zaak betreft het een beroep in cassatie over de onttrekking aan het verkeer van een hoeveelheid tabletten, poeders en pillen die in beslag zijn genomen bij de verdachte L. De rechtbank heeft in haar beschikking geoordeeld dat de onttrekking aan het verkeer gerechtvaardigd is op basis van artikel 36d van het Wetboek van Strafrecht, omdat de inbeslaggenomen voorwerpen verhandeld zouden kunnen worden als waren het verdovende middelen. De conclusie van de advocaat-generaal is echter dat deze redenering niet houdbaar is. De inbeslaggenomen voorwerpen bevatten geen stoffen die onder de Opiumwet vallen, en kunnen derhalve niet dienen tot het begaan van soortgelijke feiten als bedoeld in artikel 36d Sr. De advocaat-generaal wijst erop dat er geen strafbaar feit is vastgesteld dat voortvloeit uit het verhandelen van deze voorwerpen, en dat er geen verwantschap is tussen de rechtsgoederen die door de Opiumwet worden beschermd en andere mogelijke delicten zoals oplichting. De advocaat-generaal verwijst naar de wetsgeschiedenis en de uitleg van soortgelijke feiten, en concludeert dat de rechtbank de onttrekking aan het verkeer niet naar behoren heeft gemotiveerd. De zaak wordt terugverwezen naar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling.