ECLI:NL:PHR:1995:AA1556
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Van Soest
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake de belastingheffing bij vervreemding van melkquota
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het gerechtshof te Leeuwarden van 4 juni 1993. De belanghebbende, aangeduid als X, was tot 12 mei 1986 betrokken bij een melkveehouderij in maatschap met zijn zoon. Na zijn uittreden uit de maatschap ontstond er een geschil over de waardering van het melkquotum dat aan de belanghebbende toebehoorde. Het Hof had bepaald dat de waarde van het melkquotum, dat de belanghebbende had, moest worden berekend op basis van een bepaalde formule. De staatssecretaris was het hier niet mee eens en stelde dat de waarde anders berekend moest worden, namelijk op basis van een lagere prijs per kilogram melk. De Hoge Raad heeft in deze zaak de conclusie van de Procureur-Generaal gevolgd en het middel gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet had miskend dat de pachter/gebruiker bij de verkoop van melkquota geen beroep kan doen op de vrijstelling die geldt voor de eigenaar. De Hoge Raad concludeerde tot vernietiging van de aangevallen uitspraak en bevestigde de uitspraak van de hoofd van de belastingdienst ondernemingen te Leeuwarden.