ECLI:NL:ORBBNAA:2010:1
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Hoger beroep
- M.T. Boerlage
- Th. Groeneveld
- G.J. van Muijen
- Rechtspraak.nl
Recht op proceskostenvergoeding en hoorplicht in belastingzaken
In deze zaak, behandeld door de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 14 januari 2010, staat centraal of de belanghebbende recht heeft op vergoeding van proceskosten in bezwaar en of zij gehoord had moeten worden in de bezwaarfase. De belanghebbende, een N.V. gevestigd te Curaçao, had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag winstbelasting van Naf 18.000 met een boete van Naf 900, opgelegd door de Inspecteur der Belastingen. De Inspecteur had het bezwaar op 10 januari 2008 gegrond verklaard en de aanslag en boete verminderd tot nihil. Echter, de belanghebbende verzocht om een schadevergoeding van Naf 350 en om gehoord te worden, wat niet is gebeurd.
De Raad oordeelt dat de Inspecteur de belanghebbende had moeten horen, aangezien zij hier expliciet om had verzocht. De Raad stelt vast dat de Inspecteur de kosten van de belanghebbende in verband met het bezwaar niet had vergoed, wat in strijd is met de Algemene Landsverordening Landsbelastingen (ALL). De Raad concludeert dat de naheffingsaanslag onterecht was opgelegd, omdat de belanghebbende sinds 1 januari 2004 deel uitmaakte van een fiscale eenheid en dus niet zelfstandig belastingplichtig was. De Raad oordeelt dat de belanghebbende recht heeft op een proceskostenvergoeding van Naf 350, omdat de Inspecteur ernstig onzorgvuldig heeft gehandeld.
De Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar voor zover deze betrekking heeft op de vergoeding van de kosten van het bezwaar, en bepaalt dat de belanghebbende recht heeft op de gevraagde vergoeding ten laste van de Landskas. De kosten van de beroepsfase komen echter niet voor vergoeding in aanmerking, aangezien de ALL hiervoor geen grondslag biedt. Dit verzoek dient bij de civiele rechter te worden ingediend.