Uitspraak
zitting houdende op Bonaire
1.Het procesverloop
2.De tussen partijen vaststaande feiten
3.Geschil
4.De standpunten van partijen
5.Beoordeling van het geschil
A Artikel 4.4 wordt als volgt gewijzigd:
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 11 februari 2015 uitspraak gedaan over de betekenis van de begrippen 'inwoner' en 'opbrengst' in de Belastingwet BES. De zaak betreft een geschil tussen een projectontwikkelingsmaatschappij, belanghebbende, en de Inspecteur over de waardebeschikkingen vastgoedbelasting voor de jaren 2011 tot en met 2015. Belanghebbende had bezwaar aangetekend tegen de waardebeschikkingen en de daaropvolgende aanslagen vastgoedbelasting. De Raad heeft vastgesteld dat de waarde van de percelen niet langer in geschil is, maar dat de vraag of belanghebbende recht heeft op vrijstelling op basis van artikel 4.4 letter k van de Belastingwet BES centraal staat. Belanghebbende stelt dat zij recht heeft op deze vrijstelling omdat zij als rechtspersoon ook als 'inwoner' van de BES eilanden kan worden beschouwd. De Inspecteur is van mening dat 'inwoner' enkel een natuurlijk persoon betreft. De Raad heeft geoordeeld dat de wetgeving niet expliciet onderscheid maakt tussen natuurlijke en rechtspersonen en dat belanghebbende zich terecht beroept op de vrijstelling. De Raad heeft de aanslagen vastgoedbelasting vernietigd en de beroepen tegen de waardebeschikkingen ongegrond verklaard.