ECLI:NL:ORBBACM:2015:14
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- S. Verheijen
- T. Groeneveld
- A. Beukers-van Dooren
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van studiekosten voor in Nederland studerende kinderen en de rol van studiefinanciering
In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 17 februari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aftrekbaarheid van studiekosten voor kinderen die in Nederland studeren. De belanghebbende, een inwoner van Sint Maarten, had bezwaar gemaakt tegen een aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2010, waarbij de studiekosten van zijn kinderen als buitengewone lasten waren gecorrigeerd door de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende stelde dat de studiekosten integraal aftrekbaar waren, ongeacht of de studiefinanciering die zijn kinderen ontvingen in mindering moest worden gebracht op de aftrekbare kosten.
De Raad heeft vastgesteld dat de studiefinanciering die de kinderen ontvingen, een deel van de studiekosten dekte, en dat deze kosten dus niet op de belanghebbende drukten. De Raad oordeelde dat de aftrekbaarheid van studiekosten niet afhankelijk is van de wijze van betaling aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), maar dat de studiefinanciering wel degelijk invloed heeft op de hoogte van de aftrekbare kosten. De Raad heeft de aanslag inkomstenbelasting verlaagd tot een belastbaar inkomen van NAf 294.748, waarbij 66,5% van de studiekosten aftrekbaar werd geacht.
De uitspraak benadrukt het belang van de rol van studiefinanciering bij de bepaling van de aftrekbaarheid van studiekosten en bevestigt dat de acceptatie van aftrek in voorgaande jaren geen garantie biedt voor toekomstige aftrekbaarheid. De Raad heeft de beschikking van de Inspecteur vernietigd en het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard.