ECLI:NL:ORBBNAA:2006:BQ9259
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- Mrs. Drop
- Mrs. Groeneveld
- Mrs. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van studiekosten en telefoonkosten in de inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 18 januari 2006 uitspraak gedaan over de aftrekbaarheid van studiekosten en telefoonkosten in de inkomstenbelasting voor het jaar 2001. De belanghebbende had een aanslag in de inkomstenbelasting ontvangen, gebaseerd op een belastbaar inkomen van Naf. 51.271. Na het indienen van een bezwaarschrift en een beroepschrift, werd de zaak behandeld tijdens een zitting op 8 november 2005 te Willemstad. De belanghebbende stelde dat een bedrag van Naf. 199,30 aan telefoonkosten voor het onderhouden van contact met zijn dochter aftrekbaar zou moeten zijn, terwijl de Inspecteur dit ontkende. Daarnaast was er een geschil over de aftrekbaarheid van een ouderlijke bijdrage van Naf. 2.965,56 aan de Stichting Studiefinanciering Curaçao (SSC) in verband met de studiefinanciering van zijn dochter.
De Raad oordeelde dat volgens artikel 16A van de Landsverordening op de inkomstenbelasting, buitengewone lasten voor aftrek in aanmerking komen, waaronder studiekosten voor kinderen jonger dan 27 jaar, tot een maximum van Naf. 10.000. De Raad verduidelijkte dat telefoonkosten sinds 1 januari 2001 niet meer als buitengewone lasten voor studiekosten in aanmerking komen. De belanghebbende had geen recht op aftrek van de telefoonkosten, ongeacht zijn claim dat hij niet op de hoogte was van de wetswijziging.
Wat betreft de ouderlijke bijdrage aan de SSC, oordeelde de Raad dat deze bijdrage slechts pro rata aftrekbaar was, afhankelijk van de samenstelling van de studiebeurs. De Raad concludeerde dat de belanghebbende recht had op een aftrek van Naf. 814,16 voor de studiekosten van zijn dochter, terwijl de Inspecteur een bedrag van Naf. 2.814,00 als buitengewone lasten had geaccepteerd. De Raad verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond, wat betekende dat de aanslag niet te hoog was vastgesteld en de Inspecteur correct had gehandeld.