ECLI:NL:ORBBACM:2014:35

Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
24 maart 2014
Publicatiedatum
17 september 2019
Zaaknummer
13-63632 en 63633
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid en belastingheffing bij huurinkomsten in Sint Maarten

In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 24 maart 2014 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van bezwaren tegen aanslagen inkomstenbelasting voor de jaren 2008 en 2009. De belanghebbende had bezwaar aangetekend tegen de aanslagen, maar de Inspecteur verklaarde deze bezwaren niet-ontvankelijk. De belanghebbende stelde dat het bezwaar tijdig was ingediend, terwijl de Inspecteur betoogde dat het bezwaarschrift een dag te laat was ontvangen. De Raad oordeelde dat de bezwaartermijn liep tot en met 31 januari 2012, waardoor het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk was verklaard.

Daarnaast was er een geschil over de berekening van de belastbare huurinkomsten. De belanghebbende had de huurinkomsten van drie appartementen in Sint Maarten opgegeven, maar de Inspecteur had deze inkomsten anders berekend. De Raad oordeelde dat de kosten van property management en utilities in mindering moesten worden gebracht op de huuropbrengsten, wat leidde tot een aanpassing van het belastbaar inkomen voor de jaren 2008 en 2009. De Raad vernietigde ook de opgelegde boeten, omdat deze niet gelijktijdig met de aanslagen waren opgelegd, wat in strijd was met de wet.

De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de toepassing van de 65%-regeling bij de belastingheffing over huurinkomsten en de ontvankelijkheid van bezwaren in belastingzaken.

Uitspraak

Beschikking d.d. 24 maart 2014, nrs. 13-63632 en 63633
DE RAAD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN
zitting houdende in Sint Maarten
inzake: [belanghebbende],
gemachtigde [A],
tegen
[de Inspecteur].

1.Het procesverloop

1.1.
Aan belanghebbende zijn aanslagen inkomstenbelasting opgelegd over de jaren 2008 en 2009 met dagtekening 30 november 2011.
1.2.
Belanghebbende is op 31 januari 2012 in bezwaar gekomen tegen de aanslagen. De Inspecteur heeft bij uitspraken van 31 mei 2013 de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard.
1.3.
Belanghebbende is op 18 juli 2013 tijdig in beroep gekomen tegen deze uitspraken op bezwaar.
1.4.
De Inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend.
1.5.
Ter zitting van 31 oktober 2013 te Philipsburg zijn verschenen namens belanghebbende [A] en namens de Inspecteur [B].
1.6.
Namens belanghebbende is een pleitnota overgelegd. De Inspecteur heeft stukken overgelegd waaruit blijkt dat de aanslagen zijn verminderd. Blijkens die verminderingen is daarbij over 2008 een boete van NAf. 250, en over 2009 een boete van NAf. 500 opgelegd.

2.Feiten

2.1
Het volgende is op grond van de schriftelijke stukken en hetgeen ter zitting is gezegd, komen vast te staan. Het is tussen partijen niet in geschil of door
eenvan de partijen gesteld en door de andere partij niet of onvoldoende tegengesproken.
2.2.
Belanghebbende is eigenaar van drie appartementen in Sint Maarten die worden verhuurd. In haar aangiften heeft zij de belastbare inkomsten als volgt berekend:
2008
2009
Rental income (gross)
NAf.
197.48
168.578
Less: Direct expenses
Commissions
39.496
33.715
Property management
6.052
5.162
Utilities
4.265
2.46
Maid service/supplies
9.816
8.361
Welcome baskets
2.925
2.485
Telephone expenses
2.088
1.778
Special items guests
Total direct expenses
Rental income (net)
65% taxable before deductions
Less:
Interest expenses
Life insurance mortgage
Taxable rental income
64.642
132.838
86.345
33.895
2.656
49.794
53.961
114.617
74.501
27.875
2.656
43.97
2.3.
De Inspecteur heeft — uiteindelijk — het belastbaar inkomen als volgt berekend:
2008 2009
Rental income NAf. 197.480 168.578
Less: Direct expenses
Utilities
4.265 2.460
Rental income (net) 193.215 166.118
65% taxable before deductions 125.590 107.976
Less:
Interest expenses 33.895 27.875
Life insurance mortgage
2.656 2.656
Taxable rental income 89.039 77.445

3.Geschil

Tussen partijen is in geschil:
  • of de bezwaren terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard;
  • indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord: of de belastbare huurinkomsten juist zijn vastgesteld.

4.De standpunten van partijen

4.1.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, alsmede op hetgeen zij ter zitting hebben bijgebracht.
4.2.
Belanghebbende meent dat het bezwaar tijdig is ingediend en dat op de huurinkomsten, voor toepassing van de 65%-regeling, in mindering gebracht moeten worden de kosten van commissions en property management.
4.3.
De Inspecteur stelt dat het bezwaarschrift van belanghebbende een dag te laat is ontvangen. Voor wat betreft de huurinkomsten persisteert zij bij bet inkomen, zoals dat inmiddels is verminderd.

5.Beoordeling van het geschilOntvankelijkheid

5.1.
Artikel 29, eerste lid, van de Algemene Landsverordening Landsbelastingen (ALL) bepaalt dat bezwaar tegen een belastingaanslag kan worden ingesteld binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
5.2.
De dagtekening van het aanslagbiljet is 30 november 2011.
5.3.
Aan de tekst van de ALL gelijkluidende bepalingen stonden tot 1 januari 1994 in de Nederlandse Algemene wet inzake rijksbelastingen. De Hoge Raad heeft daarover als volgt geoordeeld:
`` Volgens art. 77 IB '14 kon "Hij die bezwaar heeft tegen de uitspraak op zijn
bezwaarschrift, binnen eene maand, nadat het afschrift ... ter post is bezorgd of tegen ontvangbewijs is uitgereikt, in beroep komen". Dc Hoge Raad verklaarde onder vigeur van die bepaling een beroepschrift, ingediend op 30 maart 1940 nadat het afschrift van de uitspraak op 29 februari 1940 was verzonden, ontvankelijk (Hoge Raad 18 december 1940, B. 7261).
Dat in een geval als het onderhavige, waarin een afschrift van de uitspraak op de laatste dag van een maand is verzonden aan partijen, de termijn voor beroep in cassatie begint te lopen met de eerste dag van de volgende kalendermaand en alsdan die gehele kalendermaand voor het instellen van beroep beschikbaar is, zodat - nu belanghebbende beroep in cassatie instelde in
deloop van de maand maart 1967 - het beroep tijdig is ingesteld en belanghebbende ontvankelijk is in dit beroep; (...)" (Hoge Raad 3 juli 1967, nr. 15741, BNB 1968/59,ECLI:NL:HR:1967:AX6091).
5.4.
De Raad ziet geen reden om voor de toepassing van de ALL de oordelen van de Hoge Raad niet te volgen. Dat betekent dat in een geval als dit, waarin het aanslagbiljet is gedagtekend op de laatste dag van de maand, gedurende de gehele volgende twee kalendermaanden bezwaar kan worden ingesteld. In het geval van belanghebbende betekent dit dat de bezwaartermijn liep tot en met 31 januari 2012. Het bezwaar is dus ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard.
Materieel
5.5.
Artikel 4 lid 3 van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 (LIB) bepaalt dat bij verhuur van onroerend goed aan derden belastbaar is 65% van de huuropbrengsten en dat "geen andere kosten in aanmerking (worden) genomen dan de rente en kosten van geldlening ter verkrijging of verbetering van het onroerend goed, alsmede de premies voor een aan die lening verbonden met de looptijd dalende overlijdensrisicoverzekering".
5.6.
Aan de wetsgeschiedenis van deze bepaling ontleent de Raad het volgende:
Onder "de opbrengsten van het onroerend goed" worden niet verstaan de kosten die de verhuurder al dan niet expliciet aan de huurder in rekening brengt. Zo behoren naar hun aard tot bewonerslasten de kosten van elektra, water en telefoon, de gebruiksbelasting, tuinonderhoud en dergelijke. Deze kosten dienen dan ook in mindering te worden gebracht op de huuropbrengst. Ook de kosten van een makelaar die a/c beheerder op het verhuurde object toeziet, behoren tot deze kosten. Hetgeen resteert is het voordeel dat de belanghebbende uit het onroerend goed behaalt en waarmee hij de kosten van zijn onroerend goed moet dekken. Op dit voordeel wordt dan de 65%-regeling toegepast. (Toelichtingbehorende bij de Ministeriele beschikking met algemene werking van 29 juli 2000 houdende wijziging van de LWB 1940, de LIB 1943 en de LLB 1976, P.B. 2000, no. 76, blz. 14-15).
5.7.
De Raad leidt uit deze passage van de wetsgeschiedenis of dat aftrekbaar zijn die kosten die ook onder de titel "servicekosten" rechtstreeks aan een huurder in rekening gebracht zouden kunnen worden. Daartoe behoren wel de door belanghebbende opgevoerde kosten van "property management" en "utilities", maar niet de andere kosten. Nu de Inspecteur de kosten van "property management" niet in aftrek heeft toegelaten, moet het belastbaar inkomen als volgt (verder) worden verminderd:
2008
2009
Rental income
NAf
197.48
168.578
Less:
Property management
6.052
5.162
Utilities
4.265
2.46
Rental income (net)
187.163
160.956
65% taxable before deductions
121.656
104.621
Less: Direct expenses
Interest expenses
33.895
27.875
Life insurance Mortgage
2.656
2.656
Taxable rental income
85.105
74.09
Ambtshalve
5.8.
Bij de aanslagen waren geen boeten opgelegd. Op de door de Inspecteur overgelegde verminderingsbeschikkingen staat voor beide jaren een boete vermeld. De Raad begrijpt dat dit een verzuimboete is. Artikel 18 ALL bepaalt dat een verzuimboete alleen kan worden opgelegd gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag. Een boete kan dus niet in een later stadium worden opgelegd zoals hier is gebeurd. De Raad zal de boeten daarom vernietigen.

6.Beslissing

De Raad
  • verklaart de beroepen gegrond;
  • vernietigt de uitspraken op bezwaar;
vermindert de aanslag over het jaar 2008 tot een naar een belastbaar inkomen van NAf. 85.105;
  • vermindert de aanslag over het jaar 2009 tot een naar een belastbaar inkomen van NAf. 74.090;
  • vernietigt de boeten.
Aldus gedaan in raadkamer door mrs. M.T. Boerlage (voorzitter), E.F. Faase en A. Beukers-van Dooren in tegenwoordigheid van de secretaris mr. N. Martines en uitgesproken in het openbaar op 24 maart 2014.
Rechtsgebied:Belastingrecht
Inhoudsindicatie:ontvankelijkheid, 65%-regeling, belastbare huurinkomsten.