ECLI:NL:ORBBACM:2014:32

Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
1 september 2014
Publicatiedatum
16 september 2019
Zaaknummer
2011/49779
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tijdige betaling van omzetbelasting en naheffingsaanslag

In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 1 september 2014 uitspraak gedaan over een naheffingsaanslag omzetbelasting die aan de belanghebbende was opgelegd. De naheffingsaanslag, die betrekking had op het tijdvak 2009, was opgelegd op 19 april 2010 en bedroeg Naf. 500, met een verzuimboete van Naf. 50. De belanghebbende heeft tijdig bezwaar aangetekend tegen deze aanslag, maar de Inspecteur handhaafde de aanslag in zijn uitspraak van 11 mei 2011. Hierop heeft de belanghebbende op 27 juni 2011 beroep ingesteld.

Tijdens de zitting op 27 mei 2014 in Willemstad heeft de Inspecteur, vertegenwoordigd door mw. [A], zijn standpunt toegelicht. De kern van het geschil was of de belanghebbende de verschuldigde omzetbelasting tijdig had betaald. De belanghebbende stelde dat zij het bedrag van Naf. 500 wel degelijk had voldaan, wat zij onderbouwde met bewijsstukken, waaronder een kwitantie van de Ontvanger en een bankafschrift waaruit de betaling bleek.

De Raad heeft de overgelegde bewijsstukken en de verklaringen van de Inspecteur in overweging genomen. Gezien de omstandigheden en de bewijsvoering heeft de Raad geoordeeld dat de belanghebbende de verschuldigde omzetbelasting tijdig had betaald. De naheffingsaanslag werd daarom ten onrechte opgelegd. De Raad verklaarde het beroep gegrond en vernietigde zowel de naheffingsaanslag als de boetebeschikking. Deze uitspraak werd gedaan in raadkamer door de rechters M.T. Boerlage, G.J. van Muijen en E.F. Faase, en werd openbaar uitgesproken op 1 september 2014.

Uitspraak

Beschikking d.d. 1 september 2014, nr. 2011/49779
DE RAAD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN
zitting houdende in Curaçao
inzake: [belanghebbende],
tegen
[de Inspecteur]

1.Het procesverloop

1.1
Aan belanghebbende is op 19 april 2010 een naheffingsaanslag omzetbelasting voor het tijdvak 2009 opgelegd ad Naf. 500. Daarbij is een verzuimboete van Naf. 50 opgelegd.
1.2
Belanghebbende is op 11 mei 2010 tijdig in bezwaar gekomen tegen de aanslag. Bij uitspraak van 11 mei 2011 heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd.
1.3
Belanghebbende is op 27 juni 2011 tijdig tegen deze uitspraak in beroep gekomen.
1.4
De Inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend.
1.5
Ter zitting van 27 mei 2014 te Willemstad is verschenen de Inspecteur, mw. [A].

2.De tussen partijen vaststaande feiten

Aan belanghebbende is de onderhavige naheffingsaanslag, verhoogd met een boete, opgelegd omdat de inspecteur meende dat betaling van het conform de aangifte over februari 2009 verschuldigde bedrag aan omzetbelasting was uitgebleven.

3.Geschil

In geschil is of belanghebbende de over februari 2009 verschuldigde omzetbelasting ad Naf. 500 (tijdig) heeft betaald.

4.Beoordeling van het geschil

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken.

5.Beoordeling van bet geschil

5.1.
Belanghebbende heeft gesteld dat de naheffingsaanslag ten onrechte is opgelegd omdat het bedrag van de verschuldigde omzetbelasting ad Naf. 500 wel was betaald. Zulks blijkt uit de door de Ontvanger voor ontvangst afgestempelde kwitantie van 12 maart 2009 waarvan
belanghebbende een kopie heeft overgelegd, alsmede uit de (op de door belanghebbende overgelegde kopie van haar bankafschrift voorkomende) opname, van dat bedrag op, blijkens het bankafschrift, 12 maart 2009. Op het afschrift is als 'ref.' vermeld: [nummer] en als omschrijving [nummer]. Op de even genoemde kwitantie van de ontvanger is als betaalkenmerk het laatstgenoemde nummer vermeld, alsmede 'OB/2009 Bedrag 500,-'.
De Inspecteur heeft ter zitting verklaard dat het op de kopie van het bankafschrift vermelde nummer het rekeningnummer van de Ontvanger is. Zij heeft tevens verklaard dat belanghebbende gewoonlijk de verschuldigde omzetbelasting juist en tijdig voldeed.
5.3.
Op grond van de door belanghebbende overlegde bewijsstukken en onder de hiervoor omschreven feiten en omstandigheden acht de Raad aannemelijk dat belanghebbende, zoals zij heeft gesteld, de verschuldigde omzetbelasting over februari 2009 ad Naf. 500 tijdig heeft betaald. De naheffingsaanslag is mitsdien ten onrechte opgelegd. Deze dient, inclusief de daarbij genomen boetebeschikking, te worden vernietigd.
5.4.
Uit het hiervoor overwogene volgt dat het beroep gegrond is en de uitspraak niet in stand kan blijven.

6.Beslissing

De Raad verklaart het beroep gegrond en vernietigt de beschikking waarvan beroep alsmede de naheffingsaanslag en de tegelijkertijd opgelegde boete.
Aldus gedaan in raadkamer door mrs. M.T. Boerlage, voorzitter, G.J. van Muijen en E.F. Faase, leden, in tegenwoordigheid van de secretaris mr. B. Jussen en uitgesproken in het openbaar op 1 september 2014. Deze uitspraak is ondertekend door, mr. S. Verheijen, huidige voorzitter van de Raad van Beroep in Belastingzaken tevens lid van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, nu de voorzitter en de leden die over deze zaak hebben gezeten daartoe buiten staat zijn.