In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 20 november 2014 uitspraak gedaan over de heffing van speelvergunningsrecht door een casino, X N.V. De Raad oordeelde dat poker als een hazardspel moet worden gekwalificeerd, waardoor het casino speelvergunningsrecht verschuldigd is over de opbrengsten van pokerspelen. De Raad stelde vast dat er voldoende wettelijke basis is voor de heffing van belasting via maandelijkse voldoening op aangifte, zoals vastgelegd in de Landsverordening speelvergunningsrecht hazardspelen (LSH).
De zaak kwam voort uit een geschil over naheffingsaanslagen die aan het casino waren opgelegd voor de jaren 2002 tot en met 2009. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze naheffingsaanslagen, waarbij de Inspecteur de aanslagen had verminderd. De Raad oordeelde dat de naheffingsaanslagen over 2002 en 2003 rechtmatig waren, ondanks dat de Inspecteur na afloop van de naheffingstermijn de reden voor naheffing had gewijzigd.
Daarnaast werd het geschil behandeld over de vraag of de markers, die als schuldbekentenissen fungeren, correct waren aangegeven in de belastingaangiften. De Raad oordeelde dat de Inspecteur niet aannemelijk had gemaakt dat de omzet van de markers niet al in de door belanghebbende aangegeven omzet was begrepen. De boeten die aan belanghebbende waren opgelegd, werden ook beoordeeld en uiteindelijk verminderd. De Raad verklaarde het beroep tegen de naheffingsaanslagen gegrond, vernietigde de uitspraken op bezwaar en verminderde de naheffingsaanslagen en boeten tot de vastgestelde bedragen.