ECLI:NL:ORBBACM:2014:19

Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
24 maart 2014
Publicatiedatum
25 augustus 2014
Zaaknummer
2013-63632 en 63633
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belastingaanslagen en aftrekbaarheid van kosten bij verhuur van onroerend goed

In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 24 maart 2014 uitspraak gedaan over de belastingaanslagen van een belanghebbende die eigenaar is van drie appartementen in Sint Maarten. De belanghebbende had aanslagen inkomstenbelasting ontvangen over de jaren 2008 en 2009, welke aanslagen op 30 november 2011 waren gedagtekend. De belanghebbende kwam op 31 januari 2012 in bezwaar tegen deze aanslagen, maar de Inspecteur verklaarde de bezwaren niet-ontvankelijk. Hierop heeft de belanghebbende beroep ingesteld tegen deze uitspraken op bezwaar. Tijdens de zitting op 31 oktober 2013 zijn beide partijen vertegenwoordigd door hun gemachtigden, waarbij de belanghebbende een pleitnota overlegde en de Inspecteur stukken indiende die de vermindering van de aanslagen aantoonde.

De Raad heeft vastgesteld dat de bezwaartermijn ten onrechte niet-ontvankelijk was verklaard, omdat de termijn voor het indienen van bezwaar tot en met 31 januari 2012 liep. De Raad oordeelde dat de kosten die de verhuurder in rekening kan brengen aan de huurder, zoals 'property management' en 'utilities', in aanmerking komen voor aftrek, maar dat andere kosten zoals commissies en maid service niet aftrekbaar zijn. De Raad heeft de aanslagen over 2008 en 2009 verminderd tot respectievelijk NAf. 85.105 en NAf. 74.090 en vernietigde de opgelegde boetes, omdat deze niet gelijktijdig met de aanslagen konden worden opgelegd. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige behandeling van bezwaarschriften en de juiste toepassing van belastingwetgeving met betrekking tot onroerend goed.

Uitspraak

Beschikking d.d. 24 maart 2014, nrs. 2013-63632 en 63633
DE RAAD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN
zitting houdende in Sint Maarten
inzake:
Xte Y, California, USA, belanghebbende,
gemachtigde mr. A,
tegen
de Inspecteur der Belastingen.

1.Het procesverloop

1.1
Aan belanghebbende zijn aanslagen inkomstenbelasting opgelegd over de jaren 2008 en 2009 met dagtekening 30 november 2011.
1.2
Belanghebbende is op 31 januari 2012 in bezwaar gekomen tegen de aanslagen. De Inspecteur heeft bij uitspraken van 31 mei 2013 de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard.
1.3
Belanghebbende is op 18 juli 2013 tijdig in beroep gekomen tegen deze uitspraken op bezwaar.
1.4
De Inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend.
1.5
Ter zitting van 31 oktober 2013 te Philipsburg zijn verschenen namens belanghebbende mr. A en namens de Inspecteur mr. B.
1.6
Namens belanghebbende is een pleitnota overgelegd. De Inspecteur heeft stukken overgelegd waaruit blijkt dat de aanslagen zijn verminderd. Blijkens die verminderingen is daarbij over 2008 een boete van NAf. 250, en over 2009 een boete van NAf. 500 opgelegd.

2.Feiten

2.1
Het volgende is op grond van de schriftelijke stukken en hetgeen ter zitting is gezegd, komen vast te staan. Het is tussen partijen niet in geschil of door één van de partijen gesteld en door de andere partij niet of onvoldoende tegengesproken.
2.2.
Belanghebbende is eigenaar van drie appartementen in Sint Maarten die worden verhuurd. In haar aangiften heeft zij de belastbare inkomsten als volgt berekend:
2008
2009
Rental income (gross)
NAf.
197.48
168.578
Less: Direct expenses
Commissions
39.496
33.715
Property management
6.052
5.162
Utilities
4.265
2.46
Maid service/supplies
9.816
8.361
Welcome baskets
2.925
2.485
Telephone expenses
2.088
1.778
Special items guests
Total direct expenses
64.642
53.961
Rental income (net)
132.838
114.617
65% taxable before deductions
86.345
74.501
Less:
Interest expenses
33.895
27.875
Life insurance mortgage
2.656
2.656
Taxable rental income
49.794
43.97
2.3.
De Inspecteur heeft – uiteindelijk – het belastbaar inkomen als volgt berekend:
2008
2009
Rental income
NAf.
197.48
168.578
Less: Direct expenses
Utilities
4.265
2.46
Rental income (net)
193.215
166.118
65% taxable before deductions
125.59
107.97
6
Less:
Interest expenses
33.895
27.875
Life insurance mortgage
2.656
2.656
Taxable rental income
89.039
77.44
5

3.Geschil

Tussen partijen is in geschil:
  • of de bezwaren terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard;
  • indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord: of de belastbare huurinkomsten juist zijn vastgesteld.

4.De standpunten van partijen

4.1.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, alsmede op hetgeen zij ter zitting hebben bijgebracht.
4.2.
Belanghebbende meent dat het bezwaar tijdig is ingediend en dat op de huurinkomsten, vóór toepassing van de 65%-regeling, in mindering gebracht moeten worden de kosten van commissions en property management.
4.3.
De Inspecteur stelt dat het bezwaarschrift van belanghebbende één dag te laat is ontvangen. Voor wat betreft de huurinkomsten persisteert zij bij het inkomen, zoals dat inmiddels is verminderd.

5.Beoordeling van het geschil

Ontvankelijkheid
5.1.
Artikel 29, eerste lid, van de Algemene Landsverordening Landsbelastingen (ALL) bepaalt dat bezwaar tegen een belastingaanslag kan worden ingesteld binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
5.2.
De dagtekening van het aanslagbiljet is 30 november 2011.
5.3.
Aan de tekst van de ALL gelijkluidende bepalingen stonden tot 1 januari 1994 in de Nederlandse Algemene wet inzake rijksbelastingen. De Hoge Raad heeft daarover als volgt geoordeeld:
"- Volgens art. 77 IB '14 kon “Hij die bezwaar heeft tegen de uitspraak op zijn bezwaarschrift, ... binnen eene maand, nadat het afschrift ... ter post is bezorgd of tegen ontvangbewijs is uitgereikt, in beroep komen”. De Hoge Raad verklaarde onder vigeur van die bepaling een beroepschrift, ingediend op 30 maart 1940 nadat het afschrift van de uitspraak op 29 februari 1940 was verzonden, ontvankelijk (Hoge Raad 18 december 1940, B. 7261).
- Dat in een geval als het onderhavige, waarin een afschrift van de uitspraak op de laatste dag van een maand is verzonden aan partijen, de termijn voor beroep in cassatie begint te lopen met de eerste dag van de volgende kalendermaand en alsdan die gehele kalendermaand voor het instellen van beroep beschikbaar is, zodat - nu belanghebbende beroep in cassatie instelde in de loop van de maand maart 1967 - het beroep tijdig is ingesteld en belanghebbende ontvankelijk is in dit beroep; (...)" (Hoge Raad 3 juli 1967, nr. 15741, BNB 1968/59, ECLI:NL:HR:1967:AX6091).
5.4.
De Raad ziet geen reden om voor de toepassing van de ALL de oordelen van de Hoge Raad niet te volgen. Dat betekent dat in een geval als dit, waarin het aanslagbiljet is gedagtekend op de laatste dag van de maand, gedurende de gehele volgende twee kalendermaanden bezwaar kan worden ingesteld. In het geval van belanghebbende betekent dit dat de bezwaartermijn liep tot en met 31 januari 201
2. Het bezwaar is dus ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard.
Materieel
5.5.
Artikel 4 lid 3 van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 (LIB) bepaalt dat bij verhuur van onroerend goed aan derden belastbaar is 65% van de huuropbrengsten en dat
"geen andere kosten in aanmerking (worden) genomen dan de rente en kosten van geldlening ter verkrijging of verbetering van het onroerend goed, alsmede de premies voor een aan die lening verbonden met de looptijd dalende overlijdensrisicoverzekering
".
5.6.
Aan de wetsgeschiedenis van deze bepaling ontleent de Raad het volgende:
Onder “de opbrengsten van het onroerend goed” worden niet verstaan de kosten die de verhuurder al dan niet expliciet aan de huurder in rekening brengt. Zo behoren naar hun aard tot bewonerslasten de kosten van elektra, water en telefoon, de gebruiksbelasting, tuinonderhoud en dergelijke. Deze kosten dienen dan ook in mindering te worden gebracht op de huuropbrengst. Ook de kosten van een makelaar die als beheerder op het verhuurde object toeziet, behoren tot deze kosten. Hetgeen resteert is het voordeel dat de belanghebbende uit het onroerend goed behaalt en waarmee hij de kosten van zijn onroerend goed moet dekken. Op dit voordeel wordt dan de 65%-regeling toegepast.(Toelichting behorende bij de Ministeriele beschikking met algemene werking van 29 juli 2000 houdende wijziging van de LWB 1940, de LIB 1943 en de LLB 1976, P.B. 2000, no. 76, blz. 14-15).
5.7.
De Raad leidt uit deze passage van de wetsgeschiedenis af dat aftrekbaar zijn die kosten die ook onder de titel “servicekosten” rechtstreeks aan een huurder in rekening gebracht zouden kunnen worden. Daartoe behoren wel de door belanghebbende opgevoerde kosten van "property management" en "utilities", maar niet de andere kosten. Nu de Inspecteur de kosten van "property management" niet in aftrek heeft toegelaten, moet het belastbaar inkomen als volgt (verder) worden verminderd:
2008
2009
Rental income
NAf.
197.48
168.578
Less:
Property management
6.052
5.162
Utilities
4.265
2.46
Rental income (net)
187.163
160.956
65% taxable before deductions
121.656
104.621
Less: Direct expenses
Interest expenses
33.895
27.875
Life insurance Mortgage
2.656
2.656
Taxable rental income
85.105
74.09
Ambtshalve
5.8.
Bij de aanslagen waren geen boeten opgelegd. Op de door de Inspecteur overgelegde verminderingsbeschikkingen staat voor beide jaren een boete vermeld. De Raad begrijpt dat dit een verzuimboete is. Artikel 18 ALL bepaalt dat een verzuimboete alleen kan worden opgelegd gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag. Een boete kan dus niet in een later stadium worden opgelegd zoals hier is gebeurd. De Raad zal de boeten daarom vernietigen.

6.Beslissing

De Raad
  • verklaart de beroepen gegrond;
  • vernietigt de uitspraken op bezwaar;
  • vermindert de aanslag over het jaar 2008 tot een naar een belastbaar inkomen van NAf. 85.105;
  • vermindert de aanslag over het jaar 2009 tot een naar een belastbaar inkomen van NAf. 74.090;
  • vernietigt de boeten.
Aldus gedaan in raadkamer door mrs. M.T. Boerlage (voorzitter), E.F. Faase en A. Beukers-van Dooren, leden, in tegenwoordigheid van de secretaris mr. N. Martines en uitgesproken in het openbaar op 24 maart 2014.