ECLI:NL:ORBBACM:2013:7
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- M.T. Boerlage
- G.J. van Muijen
- E.F. Faase
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing op uitkering uit stamrechtverzekering door inwoner van Curaçao
In deze zaak gaat het om de belastingheffing op een uitkering uit een stamrechtverzekering die door een inwoner van Curaçao is ontvangen. De belanghebbende, die eerder in Nederland woonachtig was, heeft op 15 april 2011 een aanslag in de inkomstenbelasting ontvangen voor het jaar 2009. Deze aanslag was gebaseerd op een belastbaar inkomen van NAf. 89.989,00, waarover een belastingbedrag van NAf. 8.983,00 was opgelegd. De belanghebbende heeft tijdig bezwaar aangetekend, maar de Inspecteur heeft de aanslag gehandhaafd. Hierop heeft de belanghebbende beroep ingesteld.
De Raad van Beroep voor Belastingzaken heeft op 30 september 2013 uitspraak gedaan. De kern van het geschil was of de uitkering uit de stamrechtverzekering onder de regeling ter voorkoming van dubbele belasting valt, zoals bedoeld in artikel 15 van de Belastingregeling voor het Koninkrijk (BRK). De belanghebbende stelde dat de uitkering verband hield met een gouden handdruk en daarom onder artikel 15, eerste lid, van de BRK viel. De Inspecteur was van mening dat de uitkering onder artikel 15, vierde lid, viel, wat zou betekenen dat de belastingheffing aan het woonland was toegewezen.
De Raad oordeelde dat de uitkering niet als pensioen of soortgelijke inkomsten kon worden aangemerkt, omdat deze was toegekend als schadeloosstelling voor het verlies van toekomstige beloningen door de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De Raad concludeerde dat de uitkering in Nederland belast mocht worden en dat Curaçao een vermindering van belasting moest verlenen op basis van artikel 24 van de BRK. De uitspraak van de Inspecteur werd vernietigd en de aanslag werd vastgesteld naar het belastbaar inkomen, met inachtneming van de voorkoming van dubbele belasting.